Begroeten Flashcards
(36 cards)
1
Q
Goodmorning
A
Goedemorgen
2
Q
Goodafternoon
A
Goedemiddag
3
Q
Good Evening
A
Goedenavond
4
Q
Hello
A
Dag/Hoi/Hallo
5
Q
Bye
A
Doei
6
Q
See you soon
A
Tot zo
7
Q
Nice to meet you
A
Leuk je te ontmoeten
8
Q
See you later
A
Tot straks
9
Q
See you tomorrow
A
Tot morgen
10
Q
Good Bye
A
Tot Ziens
11
Q
How are you?
A
Hoe gaat het?/
12
Q
How is it?
A
Hoe is het?
13
Q
Everything ok?
A
Alles goed?
14
Q
Very good
A
Toppie
15
Q
Bad
A
Slecht
16
Q
Not so good
A
Niet zo goed
17
Q
It is okay
A
Het gaat wel
18
Q
Good
A
Goed
19
Q
Very good
A
Heel goed
20
Q
Good luck
A
Succes
21
Q
Exactly
A
Precies
22
Q
Beautiful
A
Mooi
23
Q
I agree also
A
Vind ik ook
24
Q
What is your name?
A
Wat is jouw naam?
25
Who are you?
Wie ben jij?
26
What is your address?
Wat is jouw/je adres?
27
Where do you live?
Waar woon je/jij?
28
Which country are you from?
Uit welk land kom je?
29
Where do you come from?
Waar kom je vandaan?
30
prima
Great/wonderful/amazing
31
Fantastisch
Fantastic
32
Uitstekend
Excellent
33
Heel goed
Very good
34
Tot dan
Until then
35
doe de groeten aan
give my regards to
36
ik moet ervandoor
I have to go
