Huis en De Flat Flashcards
(64 cards)
1
Q
House
A
Huis
2
Q
Roof
A
Dak
3
Q
Shed
A
Schuur
4
Q
Door
A
Deur
5
Q
Garage
A
Garage
6
Q
Apartment
A
de flat
7
Q
Balcony
A
Balkon
8
Q
Wall
A
Muur
9
Q
Window
A
Raam
10
Q
Garden
A
Tuin
11
Q
Attic
A
De zolder
12
Q
Room
A
de kamer
13
Q
Living room
A
de woonkamer
14
Q
Bathroom
A
de badkamer
15
Q
Bedroom
A
de slaapkamer
16
Q
Kitchen
A
de keuken
17
Q
Toilet room
A
de WC
18
Q
Hallway
A
de gang
19
Q
Upstairs
A
Boven
20
Q
Downstairs
A
Beneden
21
Q
Basement
A
de kelder
22
Q
Neighbor (male)
A
de buurman
23
Q
Neighbor (female)
A
de buurvrouw
24
Q
New
A
nieuw/nieuwe
25
the street
de straat
26
Alone
Allen
27
to move
Verhuizen
28
At home
thuis
29
the neighborhood
de buurt
30
Television
de televisie
31
Couch
de bank
32
Lamp
de lamp
33
Cabinet/wardrobe
de kast
34
Bed
het bed
35
Table
de tafel
36
Chair
de stoel
37
Shower
de douche
38
Bath
het bad
39
Furniture
Meubels
40
Wall
Muur
41
Floor
Vloer
42
Carpet
Kleed
43
City
de stad
44
Park
het park
45
High
Hoog
46
Floor
de verdieping
47
Elevator
de lift
48
Store
de winkel/winkels
49
Village
het dorp
50
Stairs
de trap
51
Few
Weinig
52
to search
zoeken
53
Busy/crowded
Druk
54
Calm/quiet
Rustig
55
Internet
het internet
56
For rent/for hire
te huur
57
Price
de prijs
58
Hire
huren
59
Now
Nu
60
Without
Zonder
61
Place
de plaats
62
Amount
het aantal
63
To choose
Kiezen
64
Key
de sleutel
