Beleid & Organisatie Flashcards

(130 cards)

1
Q

uit welke koepels bestaat het onderwijsnet GO!

A

geen → één geheel = het GO!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uit welke koepels bestaat het onderwijsnet OGO

A
  • OVSG
  • POV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uit welke koepels bestaat het onderwijsnet VGO

A
  • Katholiek Onderwijs Vlaanderen
  • FOPEM
  • Federatie Steinerscholen
  • VOOP
  • IPCO
  • OKO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke onderwijsactoren (voor algemeen beheer op lokaal & institutioneel niveau) bestaan er

A
  • school & directie
  • inrichtende machten
  • scholengemeenschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uit welke onderdelen bestaat de Vlor

A
  • Raad Basisonderwijs
  • Algemene raad = Raad Secundair Onderwijs + Raad Hoger onderwijs
  • Raad Levenslang & Levensbreed Leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de hoofdfuncties van de Vlor

A
  1. strategische adviesraad
  2. overlegforum
  3. onderzoeksopdracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke drukkingsgroepen bestaan er

A
  • onderwijsvakbonden
  • ouderverenigingen
  • leerlingen- en studentenkoepelverenigingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke onderwijsvakbonden kennen we

A
  • ACOD-onderwijs
  • VSOA-onderwijs
  • AVC (= COV + COC)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke ouderverenigingen kennen we

A
  • ouderraad
  • ouderkoepelverenigingen
    = GO! + VCOV + KOOGO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke leerlingen- en studentenkoepelverenigingen kennen we

A
  • VSK
  • VVS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de taken van de Minister van Onderwijs

A
  • verantwoordelijk voor bijna alle aspecten van onderwijsbeleid
  • bepaalt beleid inzake onderwijs & vorming

uitzondering: pensioenen, leerplicht en diploma → federaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de taken van de beleidsraad

A

strategisch overleg tussen minister en leidende ambtenaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de taken van het Departement Onderwijs & Vorming

A

ondersteunt minister

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de taken van de onderwijsinspectie

A
  • werkt in opdracht van Vlaamse overheid
  • toezicht op kwaliteit van onderwijs
  • overleggen met pedagogische begeleidingsdiensten
  • aanvraag tot erkenning nieuwe instelling/structuuronderdeel
  • doorlichting onderwijsinstellingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de taken van AGODI

A
  • uitvoering onderwijsbeleid in onderwijsinstanties
  • gesprekspartner
  • betaalt werkingsmiddelen aan scholen
  • betaalt salaris onderwijspersoneel
  • aanspreekpunt rond rechten & plichten
  • centrum als schakel tussen beleid & scholen, leerkrachten…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de taken van AHOVOKS

A
  • centrum als schakel tussen beleid & instellingen hoger onderwijs
  • bevordert kwaliteitszorgsysteem voor trajecten richting kwalificaties
  • stelt einddoelen van leertrajecten op
  • garandeert heldere certificeringsprocessen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn de taken van AGION

A
  • subsidieert & financiert alles voor aankoop, bouw & modernisering gebouwen
  • coördinatie & stimulering van publiek-private samenwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn de taken van het GO! - Raad van het GO!

A
  • waarborgt vrije schoolkeuze
  • pedagogische begeleiding, nascholing en vorming voor CLB
  • wijst middelen voor investering & grote infrastructuurwerken toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn de taken van het OVSG

A
  • inrichtende macht
  • pedagogische begeleiding

= onderwijskoepel OGO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat zijn de taken van het POV

A
  • inrichtende macht
  • pedagogische begeleiding

= onderwijskoepel OGO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat zijn de taken van Katholiek Onderwijs Vlaanderen

A
  • ondersteuning onderwijsinstellingen
  • begeleiding scholen

= koepelorganisatie inrichtende machten (5 thematische diensten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat zijn de taken van de FOPEM

A
  • pedagogische begeleiding

= onderwijskoepel VGO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat zijn de taken van de IPCO

A
  • pedagogische begeleiding

= onderwijskoepel VGO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat zijn de taken van de Federatie Steinerscholen

A
  • pedagogische begeleiding

= onderwijskoepel VGO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wat zijn de taken van de VOOP
* pedagogische begeleiding | = onderwijskoepel VGO
26
wat zijn de taken van de OKO
overlegplatform | = onderwijskoepel VGO
27
wat zijn de taken van de (school &) directie
* selecteren & aanwerven personeel * vaste benoeming regelen * taakinvulling personeel invullen * begeleding & evaluatie * nascholingsbehoeften in kaart brengen * soms onderwijsopdracht
28
wat zijn de taken van de inrichtende macht
* oprichting & goed functioneren van school * kiest onderwijsniveau, onderwijsvorm, studierichtingen... * opstellen pedagogisch project, schoolwerkplan, schoolreglement, uitreiken diploma's & geschriften... * rekrutering en benoeming personeel * ontvangen financiële middelen van overheid
29
wat zijn de taken van de scholengemeenschappen
* studieaanbod SO transparanter maken * studiekeuze en leerlingenoriëntering SO optimaliseren * vaak bevoegdheid puntensysteem (BO) | onder bevoegdheid van inrichtende macht
30
wat zijn de taken van de Vlor
* beoordeling beleidsplannen * voorstellen toetsen * advies aan Vlaams minister Onderwijs en Vlaams Parlement * praktijkgericht overleg * projecten en invoeren vernieuwingen coördineren * onderzoek voeren * studiedagen organiseren
31
wat zijn de taken van ACOD-onderwijs
* socialistische beweging * geeft ledenblad De Tribune uit | = deel Algemeen Belgisch Vakverbond
32
wat zijn de taken van VSOA-onderwijs
* geeft ledenblad Het Argument uit | = deel Algemene Centrale der Liberale Vakbonden België
33
wat zijn de taken van de COV
* verdedigt belangen van personeel, gemeenschapsinspectie en pedagogische begeleidingsdiensten basisonderwijs * geeft tijdschrift Basis uit
34
wat zijn de taken van de COC
* vertegenwoordigt personeel van secundair en hoger onderwijs, volwassenen onderwijs, DKO... * geeft maandblad Brandpunt uit
35
wat zijn de taken van de ouderraad
* contact en samenwerking tussen school & ouders en ouders onderling bevorderen * advies- en overlegbevoegdheid * informatierecht over beslissingen die schoolleven beïnvloeden
36
wat zijn de taken van de ouderkoepelvereniging GO!
* vertegenwoordigt ouders GO! in de Vlor * onderlinge samenwerking op VLOP
37
wat zijn de taken van de VCOV
* vertegenwoordigt ouders Katholiek onderwijs in de Vlor * onderlinge samenwerking op VLOP
38
wat zijn de taken van de KOOGO
* vertegenwoordigt ouders OGO in de Vlor * onderlinge samenwerking op VLOP
39
wat zijn de taken van de VSK
* vertegenwoordigt alle scholieren van SO * vertegenwoordiging gebeurt in LOP's in de Vlor * kinderrechtencommissariaat voor informatie & klachten
40
wat zijn de taken van de VVS
* vertegenwoordigt alle studenten hoger onderwijs * sluit associatieakkoorden met studentenorganisaties * vertegenwoordiging gebeurt in Vlor, VLIR en VLHORA
41
wat zijn de taken van de VLIR
* dialoog en samenwerking tussen Vlaamse universiteiten bevorderen * overleg over aangelegenheden rond universitair belang * standpunten en beleidsadviesen aan minister geformuleerd * ondersteunt samenwerking tussen Vlaamse universiteiten en universiteiten in ontwikkelingslanden
42
wat zijn de taken van de VLHORA
* dialoog & samenwerking Vlaamse hogescholen * overleg, standpunten & beleidsadviezen
43
wat zijn de taken van de VLUHR
* vertegenwoordiging van alle geledingen van hoger onderwijs * centraal aanspreekpunt voor hoger onderwijs * stuurt vragen en adviezen naar voogdijminister * bereid aanduiding werkgroepen en bestuursorganen voor * organisatie externe kwaliteitszorg * internationale samenwerking * overleg op gebied van ontwikkelingssamenwerking
44
wat zijn de taken van de PBD
* pedagogische ondersteuning aan scholen, CLB's en leersteuncentra * onderwijsinstellingen steunen bij pedagogisch/agogisch project * onderwijsinstellingen steunen bij bevorderen onderwijskwaliteit * actiepunten na doorlichting aangeven en begeleiden * onderwijsinnovaties aanreiken, stimuleren en ondersteunen * nascholingsactiviteiten aanreiken en aansturen * overleggen met onderwijsactoren over kwaliteit * participaren aan aansturing/opvolging ondersteuningsinitiatieven | = opgericht door onderwijskoepels
45
wat zijn de taken van het CLB
* informatie aanbieden, hulp en begeleiding toereiken * beleidsplan of beleidscontract met scholen sluiten * aanvullende begeleiding bij leren & studeren en schoolloopbaan * aanvullende sociaal-emotionele steun en preventieve gezondheidszorg
46
wat zijn de taken van het GOK
* recht op inschrijving garanderen * rechtszekerheid bieden aan ouders en leerlingen * geïntegreerd ondersteuningsaanbod aanreiken | = beleid voor kansarme kinderen & jongeren
47
uit welke aspecten bestaat de didactische driehoek?
* curriculum * leerkracht * leerling
48
wat zijn de horizontale pijlers van onderwijs
* vrijheid van onderwijs * leerplicht is geen schoolplicht * onderwijs is gemeenschapsmaterie * kwaliteitszorgen en -bewaking * diversiteit en inclusie * verankering stakeholders in onderwijsbeleid * Vlaams-Europese kwalificatiestructuur
49
wat zijn de verticale pijlers van onderwijs?
* basisonderwijs * secundair onderwijs * hoger onderwijs * overige trajecten SO en volwasseneneducatie
50
welke grondwettelijke vrijheden van onderwijs kennen we
* recht van oprichting * recht van inrichting * recht van richting = pedagogische vrijheid * passieve interpretatie
51
wat zijn de kenmerken van leerplicht
* niet zelfde als schoolplicht * federaal niveau * tot 18j * voldoen = verantwoordelijkheid ouders
52
welke bevoegdheden horen uitzonderlijk tot de federale overheid
* leerpicht * diploma's * pensioenen & lonen
53
wat zijn de zijden van de kwaliteitsdriehoek
* inspectiesysteem * pedagogische begeleiding * eindtermen
54
wat zijn de kenmerken van eindtermen
* macroniveau * minimumdoelen * moeten gerealiseerd worden * sleutelcompetenties & basisgeletterdheid
55
wat zijn de kenmerken van leerplannen
* mesoniveau * concretisering eindtermen * afgestemd op specifieke leerlingengroep * per vak * theorie: opgesteld door inrichtende macht * praktijk: gevormd door koepels
56
wat zijn de kenmerken van lesdoelen
* microniveau * dichter bij leerkrachten
57
welke aspecten hebben/hadden invloed op het onderwijs qua diversiteit en inclusie
* GOK-decreet * M-decreet * Vlaamse interpretatie en invulling van inclusief onderwijs
58
wat zorgde voor de verankering van stakeholders in het onderwijsbeleid
participatiedecreet | gevolg = oprichting Vlor
59
welke aspecten hadden invloed op de Vlaams-Europese kwalificatiestructuur
* bolognaverklaring * Europees Kwalificatieraamwerk
60
met welke aspecten moet worden rekening gehouden bij de organisatie van het basisonderwijs
* geografische toegankelijkheid * toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze * schoolreglement en engagementsverklaring * indeling klassen: horizontale groepering? * organisatie schoolweek en schooldag
61
met welke aspecten moet worden rekening gehouden bij onderwijzen en leren in het basisonderwijs
* curriculum, vakken en aantal uren * lestijdenpakket * onderwijsmethoden en didactisch materiaal
62
met welke aspecten moet worden rekening gehouden bij beoordelingspraktijken in het basisonderwijs
* scholen zijn vrij in beoordelingsbeleid * overgang kleuter-lager * peilingen * overgang volgend jaar * einde basisonderwijs
63
wat zijn alternatieve organisatievormen en structuren (BO)
* type 5-onderwijs = ziekenhuisscholen en preventoria * K-diensten = kinder- en jeugdpsychiatrische diensten * TOAH * POAH * SIO
64
met welke aspecten moet worden rekening gehouden bij organisatie van het secundair onderwijs
* onderwijsstructuur: graden * geografische toegankelijkheid * toelatingsvoorwaarden: oriënteringsattest * organisatie schoolweek en schooldag * interactief afstandsonderwijs
65
met welke aspecten moet worden rekening gehouden bij onderwijzen en leren in het secundair onderwijs
* curriculum, vakken, aantal uren * eindtermen, ontwikkelingsdoelen en beroepskwalificaties * experimenteel BSO & topsport * onderwijsmethoden en didactisch materiaal * leeringenstages
66
met welke aspecten moet worden rekening gehouden bij beoordelingspraktijken in het secundair onderwijs
* beoordeling van leerlingen * studievoortgang (klassenraad en A/B/C -attest) * studiebewijzen (getuigschrift per graad)
67
met welke aspecten moet worden rekening gehouden bij de organisatie van het SENSE onderwijs | SENSE = secundair-na-secundair
= verdere specialisatie na TSO of KSO * soorten instellingen * toelatingsvoorwaarden en schoolkeuzes
68
met welke aspecten moet worden rekening gehouden bij initiële lerarenopleiding voor onderwijzend personeel in het leerplichtonderwijs
* geïntegreerde of specifieke lerarenopleiding * preservice of inservice training * curriculum, specialisatieniveau en leerresultaten * kwalificaties, evaluaties en certificaten
69
met welke andere aspecten moet worden rekening gehouden bij onderwijzend personeel
* nascholing * lerarenplatform * aanvangsbeleid
70
wat zijn bevoegde instanties voor kwaliteitszorg
* onderwijsinspectie van Vlaamse gemeenschap * inspectie en begeleiding van levensbeschouwelijke vakken * pedagogische begeleiding van onderwijsinstellingen * inspectie en begeleidingsdiensten van steden en provincies * Nederlands-Vlaams accredatieorgaan
71
met welke aspecten moet worden rekening gehouden bij aanpak van kwaliteitszorg in het leerplichtonderwijs
* funtiebeschrijvingen en evaluatie van personeel * interne evaluatie van scholen * externe doorlichting van scholen * Vlaamse toetsen * deelname aan internationaal vergelijkend onderzoek * OBPWO-onderzoek
72
wat zijn de kenmerken van Vlaamse toetsen
* gestandaardiseerd, genormeerd & gevalideerd * net- en koepeloverschrijdend * doel = onderwijskwaliteit monitoren en versterken * leergebieden wiskunde en Nederlands * vier niveaus
73
met welke aspecten moet worden rekening gehouden bij educatieve ondersteuning en begeleiding
* zorg in het gewoon onderwijs * leersteunmodel en -centra * buitengewoon onderwijs * OKAN * GOK * maatregelen n.a.v. Oekraïnecrisis * Nederlandstalige scholen in Brussel * CLB * time-out projecten
74
wat zijn de fases van de beleidscyclus
1. beleidsvoorbereiding 2. beleidsbeslissing 3. beleidsuitvoering 4. beleidsimplementatie
75
wat zijn de verschillende contexten waarin een beleidscyclus beïnvloedbaar & beïnvloedend functioneert
* niveau klas * niveau school * beleid op niveau gemeenschap * andere domeinen maatschappij * internationale niveau * dominante maatschappij waarin we zitten
76
wat zijn de kenmerken van stuurbaarheid
* onderwijs als maatschappelijk veld * feitelijke implementatie = vertaling nodig * overheden onder druk * legitimiteit & effectiviteit
77
wat is een discoursanalyse
= kijken naar wat effecten zijn van de manier waarop er wordt gesproken in beleidsteksten
78
welke types overheid zijn er
* terugtredende overheid * controlerende overheid
79
wat zijn de kenmerken van een terugtredende overheid
* deregulering in functie van autonomie van scholen * sensibilisering en stimulering * faciliteren * coördineren vanof afstand
80
wat zijn de kenmerken van een controlerende overheid
* klemtoon op effectiviteit en output * nadruk zelfevaluatie en interne kwaliteitszorg * niet terugtreden, want dan controle kwijt * belang informatie * belang overheidscommunicatie
81
wat zijn de implicaties van een terugtredende & faciliterende overheid
* autonomie voor scholen * beleidsvoerend vermogen * responsabilisering
82
wat zijn controlestrategieën van een controlerende overheid
* zelfevaluatie & interne kwaliteitszorg opleggen * verantwoordingsplicht inroepen
83
welke relatie is er tussen een terugtredende en controlerende overheid | metafoor: overheid als coach
* processen vanop afstand faciliteren & controleren * sensibiliseren, motiveren & stimuleren * aanmoedigen tot autonomie & zelfstandigheid * efficiëntie en effectiviteit van proces voor ogen houden
84
welke onderzoeksvragen stellen we bij het gebruik van eindtermen
* beschrijvend = hoe functioneren * toetsend = welk werkingsmodel beste * evaluerend = sterktes en zwaktes * optimaliserend = hoe doeltreffendheid omhoog
85
wat zijn de kenmerken van inschaalbaarheid bij eindtermen
* gekoppeld aan Vlaamse kwalificatiestructuur * kwalificaties correct inschakelen * relateerbaar aan niveau
86
wat zijn de kenmerken van vergelijkbaarheid bij eindtermen
* vanuit inschaalbaarheid * makkelijk vergelijkbaar tussen scholen
87
wat zijn de kenmerken van toetsbaarheid bij eindtermen
* peiling: kijken welke eindtermen getoetst kunnen worden * kwaliteit kunnen bepalen * = kwantitatief meten op systeemniveau
88
wat zijn de kenmerken van evalueerbaarheid bij eindtermen
* eindtermen als maatstaf voor kwaliteit school * controle door inspectie * gerbuikt als referentiekader & goedkeuring leerplannen * = kwalitatief meten op schoolniveau
89
wat zijn de kenmerken van differentieerbaarheid bij eindtermen
* wens = zorg afstemmen op diversiteit leerlingen * eindtermen aanpassen in termen hiervan * = doeldifferentiatie
90
wat zijn de kenmerken van operationaliseerbaarheid bij eindtermen
* voldoende duidelijkheid (in taal) * betrouwbaar op te berusten * kunnen in werking worden gezet * raakt aan evalueerbaarheid
91
wat zijn de kenmerken van realiseerbaarheid bij eindtermen
* in conrete schoolcontext kunnen plaatsen * scholen moeten werking toelichten & kwaliteit behouden * eindtermen moeten realiseerbaar zijn * belangrijk ook naar leerplannen te kijken
92
wat zijn de kenmerken van hanteerbaarheid bij eindtermen
* leerkrachten moeten eindtermen kunnen hanteren * in praktijk bruikbaar * toepasbaar & vrij te gebruiken
93
wat zijn de kenmerken van leerbaarheid bij eindtermen
* moeten te behalen zijn * moet er diploma uit krijgen
94
wat zijn de gebruikscriteria van het werkingsmodel die onder de overheid & haar suborganen vallen
* inschaalbaarheid * vergelijkbaarheid * toetsbaarheid * evalueerbaarheid
95
wat zijn de gebruikscriteria van het werkingsmodel die onder beleidsorganen op schoolniveau vallen
* differentieerbaarheid * realiseerbaarheid * operationaliseerbaarheid
96
wat zijn de gebruikscriteria van het werkingsmodel die onder leerlingen & leraren/schoolteams vallen
* leerbaarheid * hanteerbarheid
97
wat zijn de mogelijkheidsvoorwaarden van het werkingsmodel
* legaliteit * grondwettelijkheid
98
wat zijn de randvoorwaarden van het werkingsmodel
* representativiteit * financiering * volgtijdelijkheid * professionaliteit
99
welke criteria kunnen interne spanningen rond de eindtermen aanwakkeren
* inspectie → te abstract & minimaal * schoolbesturen → te veel & specifiek
100
welke criteria kunnen externe spanningen rond de eindtermen aanwakkeren
* inspectie → evalueerbare eindtermen in spanning met andere gebruikscriteria? * zorgteams → differentieerbare eindtermen in spanning met andere gebruikscriteria?
101
geef enkele voorbeelden van verwachtingen ten aanzien van de vorm van eindtermen
* abstract ↔ concreet * algemeen ↔ specifiek * zonder beheersingsniveaus ↔ met beheersingsniveaus * competenties ↔ kennis, vaardigheden & attitudes * uniform ↔ pluriform * substantieel ↔ minimaal * eenduidig ↔ open voor interpretatie
102
geef enkele voorbeelden van verwachtingen ten aanzien van het statuut van eindtermen
* doelgericht ↔ resultaatgericht * te herkennen ↔ niet geëxpliciteerde * te beoordelen ↔ te meten * te operationaliseren ↔ bepalende * methodisch te vertalen ↔ met impliciete/expliciete methode * pedagogisch in te zetten ↔ met impliciet/expliciet pedagogisch project * didactisch werkbaar ↔ abstract oriënterend * pedagogisch bruikbaar ↔ specifiek pedagogisch bepalend * te examnieren ↔ oriënterend * individueel haalbaar ↔ algemeen bereikbaar
103
welke opties kennen we bij het aanpassen van eindtermen aan bepaalde verwachtingen
1. eindtermen aanpassen aan verwachtingen 2. verwachtingen aanpassen aan eindtermen
104
welke scenario's kennen we voor het optimaliseren van de eindtermen
1. eindtermen als instrument voor kwaliteitsbewaking 2. eindtermen als instrument voor kwaliteitszorg 3. hanteerbare eindtermen voor leerkrachten 4. eindtermen vanuit het perspectief van de leerling
105
wat zijn de kenmerken van scenario 1 (optimaliseren eindtermen) | = eindtermen als instrument voor kwaliteitsbewaking
* evalueerbare eindtermen * ruimte voor kwaliteitszorg/leerplannen * probleem = niet tegelijk didactisch-pedagogisch bruikbare eindtermen * probleem = risico doeldifferentiatie
106
wat zijn de kenmerken van scenario 2 (optimaliseren eindtermen) | = eindtermen als instrument voor kwaliteitszorg
* operationaliseerbare & realiseerbare eindtermen * ruimte voor kwaliteitsbewaking (via eindtermen of leerplannen) * probleem = hoe minimale kwaliteit voor iedereen garanderen?
107
wat zijn de kenmerken van scenario 3 (optimaliseren eindtermen) | = hanteerbare eindtermen voor leerkrachten
* hanteerbare eindtermen * aangepaste kwaliteitsbewaking * probleem = nodige ruimte voor scholen (nog leerplannen nodig?) * probleem = feitelijk realiseerbare eindtermen op individueel of systeemniveau
108
wat zijn de kenmerken van scenario 4 (optimaliseren eindtermen) | = eindtermen vanuit perspectief van leerling
* leerbare en differentieerbare eindtermen * aangepaste leerplannen * probleem = moeilijk op systeemniveau samen kwaliteit te realiseren
109
welke twee aspecten spelen mee in de context rond het lerarentekort
* de commissie onderwijs * hoorzittingen
110
welke aanpak is mogelijk rond het lerarentekort
* vooruitwerken = kijken wat ergens ander werkt * terugwerken = kijken welke spaninngen aan basis liggen en 'fast policy' uitdagen
111
uit welke elementen bestaat theoretisch kader rond het lerarentekort
* discursief perspectief * diagnostisch kader + prognostisch kader + assumpties * positioneringstheorie
112
welke dimensies kennen de resultaten van het onderzoek rond lerarentekort
bepaalbaarheid (de / een leraar) maakbaarheid (leraar worden / zijn)
113
welke positioneringen kennen de resultaten van het onderzoek rond lerarentekort
* de atleet = DE leraar WORDEN * de reiziger = EEN leraar WORDEN * de superheld = DE leraar ZIJN * de rockster = EEN leraar ZIJN
114
welke conclusies trekken we uit het ondrzoek rond lerarentekort
* normativiteit = oplossingen niet neutraal * complexiteit = dé oplossing bestaat niet, want hét probleem bestaat niet * performativiteit = elke oplossing roept bepaald soort leraar op
115
wat zijn de uitgangspunten van een school als organisatie
* professionaliteit * gecontextualiseerd * praktijken
116
welke aspecten bevinden zich in het theoretisch rond betekenisgeving in Vlaanderen
* professionele ontwikkeling (van leraren / lerarenopleiders) * persoonlijk interpretatiekader * kwetsbaarheid * micropolitiek
117
welke conclusies kunnen we trekken uit het onderzoek rond school als organisatie in Vlaanderen
* belang van individuele betekenisgeving en biografische inbedding * sociale relaties als werkcondities * verandering, vernieuwing en professioneel leren & ontwikkelen
118
welke definities kent het begrip micropolitiek
Alg. = gebruik van formele & informele macht door individuen & groepen binnen organisaties om hun belangen na te streven Spec. = handelen om wenselijk geachte werkcondities te realiseren, vrijwaren of herstellen
119
met welke aspecten moeten we rekening houden als we een micropoltiek perspectief hanteren
* alternatief voor systeemtheoretische organisatiemodellen * micropolitiek gedrag = onvermijdelijk + niet altijd slecht * micropolitiek interageert continu met macropolitiek * wat is ons doel van micropolitiek handelen?
120
welke categorieën van professionele belangen bestaan er rond micropolitiek
* materiële belangen * organisatorische belangen * sociaal-professionele belangen * cultuur-ideologische belangen * zelfbelangen
121
welke aspecten bestaan er rond micropolitieke geletterdheid
* **kennis** **aspect** oppervlakkig ↔ diep * **operationeel** **aspect** ondoelmatig ↔ doelmatig * **belevingsaspect** dissatisfactie ↔ satisfactie
122
welke vormen van leiderschap kunnen we onderscheiden
* instructioneel leiderschap * transactioneel leiderschap * transformatief leiderschap * gespreid leiderschap
123
wat zijn de kenmerken van instructioneel leiderschap
* verbeteren van leren & onderwijzen * beïnvloeden van leerkrachten in hun pedagogisch-didactische activiteiten * invloed heeft rechtstreeks effect op prestaties en groei van leerlingen * doel = goed lesgeven, efficiënt leren en leerprestaties
124
wat zijn de kenmerken van transactioneel leiderschap
* volgenrs ertoe brengen te doen wat leider wenselijk & noodzakelijk vindt * door middel van 'beloningen' * behouw / management
125
wat zijn de kenmerken van transformatief leiderschap
* volgers overtuigen & motiveren om boven eigen belangen uit te stijgen + doelen van organisatie na te streven * focus: engagement & capaciteiten van organisatieleden * verandering / leiderschap
126
wat zijn de kenmerken van gespreid leiderschap
* leiderschap losgekoppeld van persoon (formele leider) * leiderschap als resultaat van handelen van verschillende organisatieleden * resultaat > individuele bijdrage
127
wat zijn enkele problemen in collegiale interacties
* onderwijskennis veelal impliciet = tacit knowledge * autonomie van leraren & 'privacy of practice' * onvoldoende ondersteunende werkcondities * vaak belangrijkere dingen te doen dan samenzitten
128
wat zijn enkele aspecten van het theoretisch kader in collegiale interacties
* organisatorische routines * stabiliteit & verandering * gespreksroutines
129
wat zijn de uitgangspunten voor een professionele gespreksroutine
* normaliseren van probleem * specifiëren van probleem * herzien van probleem * generaliseren van ervaring in meer algemene prakijktprincipes
130
welke systematische verschillen kennen we in collegiale interacties nadat het probleem genormaliseerd werd
* turning the conversation toward the teaching = vertrekpunt voor diepere exploratie * turning the conversation away from the teaching = reactie beperkt zich tot sympathie, advies of algemeenheden