ORSC Flashcards
(56 cards)
1
Q
wat is het doel van BIESTA
A
- leraar opnieuw centraal stellen
- evenwicht zoeken tussen de 3 doelen van onderwijs
- verzet tegen vereniging van onderwijs tot meetbaar leren
2
Q
wat is het doel van BALL
A
- onderwijs verdedigen als publiek & democratisch goed
- kritiek op neoliberalisme en onderwijs als markt
- aandacht voor sociale ongelijkheid en structurele aansluiting buiten de school
3
Q
wat is het doel van BOURDIEU
A
- onderwijs ontmaskeren als instrument sociale reproductie
- belang van cultureel kapitaal en habitus in onderwijssucces tonen
- aantonen hoe onderwijs ongelijkheid legitimeert als verdienste
4
Q
wat is het doel van HARGREAVES
A
- aandacht vragen voor het verborgen curriculum
- onderwijs analyseren als reproductie van sociale ongelijkheid
- pleidooi voor emancipatorisch onderwijs dat waardigheid herstelt
5
Q
wat is het doel van VAN DAMME
A
- kritiek op doorgeschoten competentiegericht onderwijs
- pleidooi voor herwaardering van basiskennis & brede vorming
- voorbereiden op toekomst via non-routine, veelzijdige competenties
6
Q
wat is het doel van FUREDI
A
- onderwijs verdedigen als doel op zich, niet als middel voor sociale problemen
- herwaarderen van kennis, autoriteit en traditie in onderwijs
- waarschuwen voor pedagogisering, therapeutisering & gezagsverwarring
7
Q
wat is het doel van SIMONS & MASSCHELEIN
A
- pleidooi voor een intern perspectief op onderwijs: school als eigen pedagogische vorm
- school als ruimte van gelijkheid, vrijheid & vorming
- verdedigen van schoolse breuk met buitenwereld als voorwaarde voor democratische vernieuwing
8
Q
welke kernvraag hoort bij BIESTA
A
is er in het onderwijs vandaag nog wel plaats voor de leraar?
9
Q
welke kernvraag hoort bij BALL
A
leidt de privatisering van het onderwijs en het vergelijken van scholen niet tot marktgedrag bij haar cliënten (ouders)?
10
Q
welke kernvraag hoort bij BOURDIEU
A
heeft er iemand belang bij hoe het huidige onderwijs georganiseerd is?
11
Q
welke kernvraag hoort bij HARGREAVES
A
is er zo iets als een verborgen curriculum?
12
Q
welke kernvraag hoort bij VAN DAMME
A
de wereld verandert razendsnel, moet het onderwijs niet mee veranderen?
13
Q
welke kernvraag hoort bij FUREDI
A
is het onderwijs te veel ten dienste komen te staan van sociale problemen, waardoor het te weinig over de inoud gaat?
14
Q
welke kernvraag hoort bij SIMONS & MASSCHELEIN
A
wat kan onderwijs zélf mogelijk maken in onze verhouding tot samenleving & cultuur, als het daartoe de vrijheid krijgt?
15
Q
geef enkele concepten die passen bij BIESTA
A
- learnification
- educatie & onderwijs ↔ leren
- teleologie
- kwalificatie, socialisatie & subjectivering
- judgement
- les-geven
- leren van ↔ onderwezen worden door
- interruption & intrusion
- resistance
- virtue & virtuosity
16
Q
geef enkele concepten die passen bij BALL
A
- ability + effort = reward
- institutional classism
- afstand ‘deficit’ benadering
- groeiende onderwijsmarkt
- scholarisation of childhood
- verschuiving in relatie tussen staat & burger
- herwaarderen van leraar
17
Q
geef enkele concepten die passen bij BOURDIEU
A
- veld
- habitus
- klasse
- kapitaal
- afstand eigen kapitaal op school
- rol examen
- sociale reproductie
- school als instrument
18
Q
geef enkele concepten die passen bij HARGREAVES
A
- verborgen curriculum
- school-tegencultuur
- operatie via formeel curriculum
- rol centrale examens
- oorzaak ≠ individuele leerkracht
- aanval dignity
- selectie & allocatie onderwijs
19
Q
geef enkele concepten die passen bij VAN DAMME
A
- effecten competentiegericht onderwijs
- specialisatie
- non-routine competenties
- belang basiscompetenties
- belang non-cognitieve competenties
- herwaardering kennis
- flipping the curriculum
- expertise
20
Q
geef enkele concepten die passen bij FUREDI
A
- onderwijsparadox
- verslaving aan hervorming
- zin van onderwijs?
- gezag volwassenen (verschuiving & omkering)
- social engineering
- afnemend vertrouwen onderwijs
- inhoud onderwijs > zorg
21
Q
geef enkele concepten die passen bij SIMONS & MASSCHELEIN
A
- perspectieven op finaliteit school
- benaderingen op leren
- school als setting
- school = pedagogisch ↔ democratie = politiek
- schoolse gelijkheid
- schoolse vrijheid
- schoolse vorming
- digitalisering & personalisering
22
Q
wat zijn de drie doeldomeinen van onderwijs
Biesta
A
kwalificatie
* liggen hier meest wakker van
* hoe kunnen leerlingen met een kwalitatief diploma de wereld ingaan?
socialisatie
* hoe bereiden we een nieuwe generatie voor om deel uit te maken van de maatschappij?
* culturen, normen, waarden: welke geven we mee?
* komt met bepaalde spanningen: wil nieuwe generatie wel deel uitmaken van bepaalde normen & waarden?
subejctivering
* gaat hier minst over
* hoe kunnen we de jongere generatie terug subject laten zijn?
23
Q
wat is de teleologische vraag
biesta
A
welke balans is er (of is er niet) tussen de doeldomeinen van onderwijs
24
Q
wat houdt judgement in
Biesta
A
- verwachting dat leerkrachten daglijks juist kunnen oordelen in wat leerlingen kunnen
- vandaag gereduceerd tot ‘doelen’
- overlading zorgt voor ontoegankelijkheid in praktijk
- Biesta: men ziet leren als ideologie
- leren moet terug gebeuren door lesgeven
25
wat is het verschil tussen leren van ↔ onderwezen worden door
| Biesta
**leren van**
* fundamenteel andere relatie leraar & student
* technisch-instrumenteel
* leerling pikt gewoon kennis op
**onderwezen worden door**
* existentieel
* leerkracht brengt iets binnen in leefwereld van leerling
26
welke manieren zijn er om met weerstand om te gaan
| Biesta
* wereld-destructie = eigen visie opdringen
* zelf-destructie = weglopen
* frustrating middle ground = middenweg uithouden
27
wat is weerstand in het onderwijs
| Biesta
* intrusion & interruption → onderwijs onderbreekt en dringt binnen
* resistance → ontmoeting met iets vreemd & extern dat weerstand biedt
28
wat is de toekomst van het onderwijs
| Biesta
* kindergericht + wereldgericht onderwijs
* doel = op volwassen manier in wereld staan
* eigen verlangens vormen in relatie tot wereld
29
wat hebben leraren nodig om les te geven
| Biesta
* durf & kwaliteit om voortdurend te oordelen
* virtue = deugd & uitmuntenheid
* virtuosity = vakmanschap & bedrevenheid
30
wat is nog altijd aanwezig in scholen en wat kunnen ze doen
| Ball
* institutional classism = blijven bestaan sociale klasses
* self-fulfilling prophecy leerkrachtverwachtingen
* onderschatting wetenschappelijkke evidentie (door beleid)
**wat doen?**
* afstand doen van 'deficit' benadering
* hoe voordeel van bepaalde klasses verklaren?
* kijken naar wat ouders kunnen doen, naar waarin ouders kunnen investeren en naar wat kosten van ouderschap zijn
31
wat is de conclusie van de tekst van Ball
1. focus van onderwijbeleid op scholen misleidt
2. daardoor problemen alsmaar erger
3. onderwijsbeleid ondermijnt sociale weefsel van samenleving door manier van kijken te wijzigen
4. die dynamiek moet dringend gestopt worden (symbolisch geweld)
**back to basiscs**
* herwaarderen van leraar
* meer bottom-up beleid
32
wat zijn de kenmerken van de tektstbespreking van Bourdieu
* examen = technische selectie → schijn!
* onderwijs = spel subjectieve verwachtingen & met klasse verbonden objectieve waarheid
* onderwijs bevestigt & reproduceert ongelijke verdeling van (cultureel) kapitaal
* afstand eigen kapitaal & dominant kapitaal op school
* belangrijke rol examen
* sociale reproductie = legitimering ondgelijk kapitaal → rol onderwijs en examen
33
wat zijn de kenmerken van een verborgen curriculum
| Hargreaves
* 'latent' curriculum dat overgedragen wordt naast het formele curriculum
* varieert in inhouden en effecten naargelang sociale klasse
* scholen creëren hiermee sociale controle
* aanval op zelfrespect leerlingen
* enkel efficiënt zolang het verborgen blijft
34
wat zijn de kenmerken van de school-tegencultuur
| Hargreaves
* tegencultuur komt sterk overeen met arbeiderscultuur
* verleent vorm van solidariteit (kan niet gevonden worden op school)
* herinstalleert zelfwaarde (ontnomen door verborgen curriculum)
* voedt zich met weerstand van leraren
35
hoe wordt er verdedigd dat de leerkrachten niet de oorzaak zijn van de gevolgen van het verborgen curriculum
| Hargreaves
* inspanningen worden ondermijnd
* door opbouw en inhoud curriculum → ook verborgen curriculum
* door inhoud & belang centrale examens → ook verborgen curriculum
36
wat zijn de aspecten van de selectie & allocatie van onderwijs
| Hargreaves
* niet op basis van ongelijk verdeelde intellectuele capaciteiten
* niet op basis van ongelijk verdeelde financiële middelen (= toegang tot beste instelling)
* maar op basis van ongelijk verdeeld en overgeërfd cultureel kapitaal
37
hoe ziet Hargreaves de samenleving
* nog steeds hiërarchisch
* traditionele sociale klassen verliezen eigenheid & bindkracht
38
hoe ziet Hargreaves het onderwijs
* convergerend curriculum, eenzijdig gericht op cognitief-intellectuele vaardigheden
* intrinsiek politieke dimensie
39
hoe ziet Hargreaves de relatie tussen onderwijs & samenleving/cultuur
* culturele reproductie via structuur, organisatie & evaluatie van curriculum
* school-tegencultuur = inzicht van leerlingen in werkelijkheid van verborgen curriculum & school als reproductiemechanisme van ongelijkheid
40
wat zijn de effecten van competentiegericht onderwijs in Vlaanderen
| Van Damme
* daling in 'content knowledge'
* daling wiskundecijfers & motivatie
* Van Damme → te strenge competentienormen
41
wat zijn de risico's van specialisatie van competenties
| Van Damme
* negatief gerelateerd aan basisvaardigheden
* te enge competenties van SO
* geen humanistische, emancipatorische visie op onderwijs
* brengt versatiliteit in gevaar
**toekomst competenties**
* terug naar bredere competenties → soepelheid & versatiliteit
* terug naar non-routine competenties
42
wat is het belang van basiscompetenties
| Van Damme
* begrip competentie = te complex & omvat verschillende componenten
* basiscompetenties = belangrijkse cognitieve component (kennisverwerving, educatieve weerbaarheid, belangrijk in digitale context...)
* grote impact op brede waaier van outcomes
* Van Damme → andere definitie competenties: kennis speelt rol
43
wat is het belang van non-cogitieve competenties
| Van Damme
* veel sociale outcomes sterker bepaald door non-cognitieve (dan cognitieve) competenties
* sociale & emotionele aspecten belangrijk → invloed zelfbeeld, controle & doorzettingsvermogen
44
hoe wil Van Damme verder in de toekomst
* integratie van kennis, competenties en attitudes & waarden
* herwaardering van kennis voor nodig
* doenbare kennis = expertise
* kennis die competenties & attitudes kan sturen van bruikbare kennis naar doenbare kennis
* flipping the curriculum (= alles wat niet gedekt wordt door typisch menselijke kennis op focussen)
45
wat zijn de conclusies van Van Damme
* onderwijs gericht op passieve kennisoverdracht = verleden tijd
* ommezwaai naar competentiegericht onderwijs te sterk doorgeslagen
* te functionalistische & specialistische definities van competenties → risico's
* curricula & eindtermen moeten plaats voorbehouden voor basiscompetenties en cognitieve & non-cognitieve competenties
* selectie relevante kennis belangrijk
* kennisfundament, aangevuld met kennis met hoge transferwaarde & integreerbaar in competenties
* openstaan voor nieuwe vormen van kennis
46
wat zijn de aspecten van de onderwijsparadox
| Furedi
* komt niet meer in ons op dat onderwijs bepaalde doelen dient
* kan enkel teleurstellen indien problemen niet kan oplossen
* crisis liberaal-humanistisch onderwijs → instrinsieke waarde + onderwijs moet eigen doel zijn
47
wat is de zin van onderwijs
| Furedi
* onderwijs = transactie tussen generaties
* onderwijs moet voldoende conservatief zijn → innovativiteit mogelijk maken
* voornaamste taak = jonge mensen helpen bij ontwikkeling van denkvermogen
* onderwijs = op zichzelf staande, waardevolle activiteit
48
wat zijn de aspecten van verwarring over het gezag van volwassenen
| Furedi
* verwarring over wat gemeenschap bindt = hoe moet moreel onderwijs van kinderen richting gegeven worden
* verwarring ten koste van waarden & normen + vermogen volwassenen om gezag af te dwingen
* aandacht verschoven van autoriteit naar motivatie als motor van onderwijs
* terugtrekking leerkracht → kiest voor neutraliteit
49
hoe ziet Furedi de samenleving
* nadruk op culturele continuïteit & verschil tussen generaties
* weinig oog voor sociale, multiculturele & intergenerationele conflicten/spanningen
50
hoe ziet Furedi onderwijs
* intrinsiek waardevol (i.p.v. oplossing sociale problemen)
* hernieuwe nadruk op substantiële vakkennis & autoriteit van leerkracht
51
hoe ziet Furedi de relatie tussen samenleving & onderwijs
* socialisatie (i.p.v. oplossing sociale problemen)
* geen indoctrinatie → hernieuwing bestaande normen & waarden
* onderwijs moet autonome & gecultiveerde burgers afleveren
52
welke verschillende benaderingen zijn er op onderwijs & leren
| Simons & Masschelein
* sociologisch
* politiek
* economisch
* psychologisch
**school als setting**
* unieke setting → kans zichzelf te vormen, emanciperen & samenleving te vernieuwen
* gevaarlijke setting → zet bestaande maatschappelijke orde & verhoudingen op spel
53
wat zijn de aspecten van school als pedagogische vorm, maar democratie als politieke vorm
**school als pedagogische vorm**
* specifieke vorm van leren
* in functie van vrijheid & gelijkheid
* niet meest efficiënte & effectieve vorm
* ambivalente houding
**democratie als politieke vorm**
* specifieke vorm van macht
* in functie van vrijheid & gelijkheid
* niet meest efficiënte & effectieve vorm
* ambivalente houding
54
welke aspecten zijn te koppelen aan schoolse gelijkheid, vrijheid en vorming
| Simons & Masschelein
**schoolse gelijkheid**
* = afkomst, herkomst, capaciteiten... zijn niet bepalend voor toekomst
**schoolse vrijheid**
* = principe 'iedereen kan alles leren' → inhoud & richting ligt niet vast + 'kunnen kunnen'
**schoolse vorming**
1. basisconditie → jezelf in vorm brengen
2. nieuwe verhouding → aan vorm/conditie kan werken
* grammatica & geletterdheid
* leerstof = gegrammatiseerde versie van handelingen, activiteiten of praktijken in samenleving
| metafoor motor
55
welke uitdagingen zijn der voor de (basis)school
| Simons & Masschelein
* digitalisering → welke houding? welke integratie? welke aandacht nodig?
* privatisering = neiging tot focussen op eigenheid & het unieke + verwachting rekening te houden met persoonlijke situaties & behoeften → hoe vermijden?
56
wat zijn de slotoverwegingen van Simons & Masschelein
* uitgangspunt = basisschool staat in voor basisvorming
* publiek debat over basisgrammatica's
* school moet verantwoordelijkheid opnemen voor gelijkheid & vrijheid
* anonieme basisvorming = vergetelheid t.a.v. basisonderwijs als positief gegeven?
