O&F Vertebraten Flashcards
(128 cards)
wat zijn de stappen van een bevruchting
- sperma-penetratie en membraanfusie
- eicel-activatie
- versmelting van kernen
welke aspecten zijn belangrijk bij de sperma-penetratie?
- zona pellucida
- membraanfusie
welke aspecten zijn belangrijk tijdens de eicel-activatie
- membraanfusie → veranderingen in ei
- blockage polyspermie
- corticale reactie
- trigger: vervollediging meiose
- trigger: cytoplasmatische herstructurering
- stijging proteïnesynthese & metabolische activiteit van eicel
welke aspecten zijn belangrijk bij de kernfusie
- haploïde spermacel + haploïde eicel = diploïde kern in zygote
- cellen migreren naar elkaar & versmelten
welke aspecten zijn belangrijk bij de klieving
- snelle mitotische deling zygote
- animale & vegetatieve pool
- zygote → morula → blastula
- blastomeren = verstevigingen & intracellulaire ruimtes
welke aspecten zijn belangrijk bij de klievingspatronen
- vorming blastocyst
- trofoblast
- blastocoel
- binnenste celmassa
welke aspecten zijn belangrijk bij de gastrulatie
- vorming drie primaire kiemcellagen
- instulping vegetatieve pool
- vorming blastoporus & archenteron
- ontstaan mesoderm → coeloom + pseudocoel
welke aspecten zijn belangrijk bij de organogenese
- interactie cellen
- na snel proces van gastrulatie
- chorda dorsalis → wervelkolom
- neurulatie → CZS
welke aspecten zijn belangrijk bij neurulatie
- verdikking ectodermale cellen → neurale plaat
- samenplooien neurale plaat → neurale buis
- zal hersenen & ruggenmerg vormen
welke aspecten zijn belangrijk bij neurale kamcellen
- migratie cellen
- celdeling, celdifferentiatie & apoptose
welke aspecten zijn belangrijk bij controlegenen
- homeoboxgenen
- SRY-gen
welke aspecten zijn belangrijk bij controle van ontwikkelingsprocessen
- controlegenen
- invloed van oöplasma
- embryonale inductie → interactie cellen
- afwijkende ontwikkeling (genetisch, congenitaal, tumoren)
welke aspecten zijn belangrijk bij verdere ontwikkeling bij placentaire zoogdieren
- blastula → blastocyst
- trofoblast
- dooierzak, amnionzak, allantoïs & chorion
- placenta
welke aspecten zijn belangrijk bij gastrulatie van zoogdieren
- embryo ontwikkelt uit afgeplatte ICM
- embryo gastruleert alsof op dooier
- primitiefstreek en celbeweging → kiemcellagen
- dooierzak vanuit extra-embryonale cellen
welke aspecten zijn belangrijk bij extra-embryonale membranen bij menselijk embryo
- ontwikkeling bijkomende vliezen
- aanvankelijk veel dooier → verdwijnt door placenta
- amnionholte → vruchtwaterzak
welke aspecten zijn belangrijk bij de lichaamsholtes
- ontstaan uit coeloom
- dorsale lichaamsholte (= craniaal + vertebraalp
- ventrale lichaamsholte (= diagfragma + anterior & posterior)
welk type weefsels kent ons lichaam
- epitheel
- steunweefsel
- spierweefsel
- zenuwweefsel
welke indelingen kent epitheelweefsel
- eenlagig (plaveiselcellig - kubiekcellig - cilindercellig - pseudomeerlagig cilindercellig)
- meerlagig (plaveiselcellig)
- oorsprong (ectodermaal - mesodermaal - endodermaal)
- klieren (exocrien - endocrien)
welke indelingen kent steunweefsel
- bindweefsel (losmazig - compact)
- kraakbeenweefsel
- beenweefsel
- bloed (erythrocyten - leukocyten)
welke indelingen kent spierweefsel
- glad spierweefsel
- skeletspierweefsel
- hartspierweefsel
wat zijn de kenmerken van eenlagig epitheelweefsel
plaveiselcellig
* long, capillaire wanden & bloedvezels
* snelle diffusie gassen
kubiekcellig
* klieren, nieren & ovaria
* secretie & absorptie
cilindercellig
* aflijning ademhalingsstelsel, maag & ingewanden
* secretie & absorptie
pseudomeerlagig cilindercellig
* ademhalingsbuizen
* secretie mucus
wat zijn de kenmerken van de oorsprong van epitheelweefsel
ectodermale oorsprong
* vooral beschermend
* buitenste delen huid
mesodermale oorsprong
* vooral regulerende barrière & transport
endodermale oorsprong
* veelal secreterend
* ook absorptie & transport
wat zijn de kenmerken van meerlagig epitheelweefsel
plaveiselcellig
* huid & mond
* terrestrische vertebraten: veel keratine aanwezig
wat zijn de kenmerken van steunweefsels
- ondersteuning & samenhouden
- ontstaat uit mesoderm
- matrix = extracellulair materiaal