bijles Taalonwikkelend lesgeven Flashcards
(3 cards)
1
Q
spreekkansen
A
- ruimte voor inbreng (spreek de kleuters persoonlijk aan, individuele gesprekken)
- gevarieerde vragenstelling (vraag door, varieer in vragenstelling, niet alleen ja en nee vragen, zet aan tot dingen te doen, prikkelende uitspraken, vraag door)
- iedereen betrekken (ook kleuters die niet spreken)
- non-verbaal aanmoedigen (hoofdknikjes, aankijken…)
2
Q
feedback
A
- ondersteuning (bevesstig positief als ze iets goed zeggen, meeste aandacht naar wat kleuter wil communiceren, help formuleren indien nodig, controleer of ze het begrepen hebben)
- verrijking (verebeter door juist te herhalen, herhaal goede taaluiting van de kleuters)
3
Q
taalaanbod
A
- betekenisvolle context (hoe rekening met intresse kleuters, creëer context die motiveert om te spreken,)
- rijk taalgebruik (benoem dingen, verklaar nieuwe woorden)
- veel benoemen, formuleren en herhalen
- correct en verzorgd taalgebruik (spreek op een rustig tempo, articuleer, volledige correcte zinnen)
- Visuele onderstening (expressieve lichaamstaal, foto’s…)