COM - zakelijke e-mail Flashcards

(7 cards)

1
Q

Onderwerp

A
  • Moet concreet zijn. Niet gewoon ‘lesvoorbereiding’
  • Bij antwoord onderwerp niet aanpassen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aanspreking

A
  • Sommige mentoren willen niet met de voornaam aangesproken worden. Daarom start je met Beste juf Jolien/Beste mentor/Beste Leen coxc
  • Zo weinig mogelijk afkortingen gebruiken.
  • Geen komma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kern

A
  • Werk als een trechter -> eerst situatie schetsen dan concreet maken en vraag stellen en als laatste bedanken. (Als je gewoon vraagt om na te kijken is het nog wat te vaag.)
  • Maak alinea’s
  • Aanspreken met u/je is alle 2 juist maar wissel niet tussen de 2
  • Gebruik geen vakjargon (vaktaal). Dit sluit uit.
  • Gebruik geen afkortingen.
  • Schrijf getallen in cijfers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kern deel 2

A
  • Gebruik actieve zinnen (vb. we zetten het op de rekening ipv Het wordt op de maandelijkse factuur verrekend. Dit is te lang en te veel text.
  • Onderlijn niets en zet niets cursief, deze zijn moeilijker om te lezen
  • Geen woorden in drukletters
  • Gebruik geen smileys
  • Alinea: 2 à 7 zinnen lang. Kernzin aan het begin of het einde. Vermijd metatekst (tekst die over de tekst zelf gaat vb. in deze tekst…)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kern deel 3

A
  • Signaalwoorden geven het verband tussen zinnen/alinea’s aan. Zie vb pp, zie schema met soorten in pp
  • Gebruik geen dubbele signaalwoordenin één zin. Maar en echter betekenen hetzelfde
  • Begin niet met maar, echter, want of en.
  • Ten slotte betekent ook echt tot slot. Tenslotte betekent zoiets als uiteindelijk
  • Zorg ervoor dat als je ‘ten eerste’ gebruikt je ook ‘ten tweede’ en ten ‘derde’ gebruikt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

slot

A
  • Max. 2 afrondingen
  • Witregels tussen laten.
  • Weer geen komma.
  • juf schrijf je niet met een hoofdletter.
  • Geen MVG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gebruik geen

A
  • niet te vaak ‘doen’
  • geen ‘gaan’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly