Bindweefsel/Herstel Flashcards
(25 cards)
Wat is de definitie van bindweefsel?
Bindweefsel is een samenstelsel van gelijksoortig gedifferentieerde cellen (dus met gelijkmatig/vergelijkbare bouw en functie) die door intercellulaire contacten en extracellulaire tussenstof verbonden zijn.
Welke soorten bindweefsel heb je?
Spierweefsel,
Zenuwweefsel,
Epitheelweefsel (weefsel voornamelijk bij de openingen van het lichaam, bijv. onderdelen van de slijmvliezen/huid),
Bindweefsel
Wat zijn de functies van bindweefsel?
Vormt het geraamte van je lichaam (skelet),
Verbindt verschillende lichaamsonderdelen (bijv. ligamenten tussen 2 botstukken),
Bescherming van organen (ribbenkast over hart/longen of vetweefsel in je buik),
Metabole functie (stofwisseling, bloed is een vorm van bindweefsel dat stoffen van A naar B brengt),
Opslag van energie (vetweefsel),
Vorming van littekenweefsel bij schade,
Wat zijn de onderdelen van het bindweefsel?
Cellen,
Vezels,
Grondsubstantie (matrixgel),
Extracellulaire Matrix (ECM),
Proteoglycanen,
Glycosaminoglycanen (GAG),
Hyaluronan,
Functie van cellen in bindweefsel:
Cellen zijn de fabrieken van het bindweefsel. Ze kunnen bindweefsel maken, hervormen en afbreken.
Zijn te onderscheiden in:
Fibroblasten (vezelmakers),
Adipocyt,
Macrofaag,
Ongedifferentieerde cellen (mesenchym),
Chondroblast/osteoblast/tenoblast,
Functie van vezels in bindweefsel:
Vezels zorgen voor kracht/stevigheid van het weefsel. Ze bestaan uit eiwitketens.
Ze zijn te verdelen in:
Collageen,
Elastine,
Collagene vezels zijn opgebouwd uit bepaalde delen: fibril -> microfibril -> moleculen (bestaat uit 3 soort draden van aminozuren (=bestandsdeel eiwit)). Ze zorgen doormiddel van touwstructuur voor veel stevigheid. 1 draad van 1mm dik kan 10kg dragen. Bij een paar procent rek kan het al scheuren.
Elastine vezels worden gebruikt voor arteriën en sommige ligamenten.
Functie van grondsubstantie in bindweefsel:
Grondsubstantie is de ruimte/substantie waarin de cellen en vezels zich bevinden.
Het bestaat voor een groot deel uit water, eiwitten en suikers.
Functie van ECM in bindweefsel:
ECM zijn de vezels en grondsubstantie samen. Ze bevinden zich buiten de cellen.
Functie van proteoglycanen in bindweefsel:
Proteoglycanen zijn eiwitketens om de vezels te stabiliseren. Het is een onderdeel van de grondsubstantie.
Functie van glycosaminoglycanen in bindweefsel:
GAG’s zijn ketens van polysuikers zijdelings van de proteoglycanen.
Zie het als een soort haartjes als een borstel aan de proteoglycanen. Ze zijn negatief geladen en heel goed in staat om positief geladen collagene vezels aan te trekken en te binden. Ook water kan daar goed aan binden.
Functie van hyaluronan in bindweefsel:
Vergelijkbaar met GAG’s
Wat zijn de 3 soorten collagene vezels?
Type 1: veel voorkomend (90%), grote treksterkte. Bijv ligament/pees
Type 2: zit in kraakbeen. Kan goed tegen druk/compressie door de sterke waterbinding
Type 3: losmazig bindweefsel. Is van minder goede kwaliteit dan type 1, maar wordt wel als eerst opgebouwd na schade, ook tevinden in de lever.
Wat zijn kenmerken van bindweefsel in ontwikkeling?
Bindweefsel is altijd bezig met ontwikkelen,
Fibroblasten maakt nieuw weefsel in rust,
Het is afhankelijk van:
Het aantal actieve cellen (het ene type heeft meer cellen nodig dan de ander),
De beschikbaarheid van zuurstof (doorbloeding, bepaald bindweefsel is goed doorbloed maar bijv. kraakbeen in de gewrichten niet),
Voldoende bouwstoffen (voedingsstoffen, aminozuren, vitamine-c),
Ziekten/schadelijke stoffen in je lichaam die herstel tegen kunnen houden (bijv. cortisteroiden, hormoon cortistol, tabak/nicotine, te hoog bloedsuiker)
Wat is de wet van Wolff?
Je bot bindweefsel past zich aan op de belasting
Wat is de wet van Davis?
Al het weefsel past zich aan op de belasting.
Wat doet belasting met het bindweefsel?
Bij een regelmatig grotere belasting komt er meer bindweefsel (hypertrofie)
Bij een regelmatige onder belasting breekt het bindweefsel af
(atrofie)
Wat doet training met bindweefsel?
Bij het trainen van bindweefsel:
Krijgen nieuwe fibrillen een grotere diameter,
Worden er meer crosslinks gelegd,
Wordt pees/ligament dikker en vooral sterker.
Immobilisatie zorgt juist dat bindweefsel korter wordt en atrofieert. Dit duurt wel langer dan bij spieren. De aanhechting van het bot op de spier neemt als eerst af in sterkte.
Hoe kan schade ontstaan in het bindweefsel?
Trauma:
Contusie (kneusing/ harde klap),
Distorsie (verstuiking/verreking. Je krijgt dus ook een ruptuur in het weefsel, een fractuur of een luxatie),
Overbelasting / Surmenage
Wat is het onderscheid in distorsie schade?
Graad 1: minder dan 5% van de vezels gescheurd.
Graad 2: groter deel van de vezels gescheurd.
Graad 3: volledig doorgescheurd.
De volgorde van schade is:
De wand fibroblasten (die worden door hoge druk eerst beschadigd doordat ze op/uit elkaar worden gedrukt),
De crosslinks (de minivezels tussen de structuren in, microscopische schade),
De onderlinge verbindingen,
De vezels (graad 1),
De macro anatomie,
Wat zijn de herstelfasen na schade?
De onstekingsfase (vooral eerste week, PEACE)
Proliferatiefase (begint tijdens onstekingsfase, in de eerste paar weken vinden al herstelwerkzaamheden plaats. Bloedvaten groeien wond in, fibroblasten vermenigvuldigen en maken type3 collageen, crosslinks zorgen na 3 weken dat het verwijderen van fibrillen moeilijker wordt, LOVE),
Organisatiefase (weefsel wordt sterker, is op te splitsen in remodelleringsfase en integratiefase),
Reparatiefase (proliferatiefase en organisatiefase samen)
Omschrijf de ontstekingsfase:
Het wordt rood, warm, pijnlijk, (functiebeperking).
Er worden signalen afgegeven om een reactie in gang te zetten,
Een reactie om cellen naar de wond te brengen. Vloeistof, witte bloedcellen en fibroblasten.
Een reactie om kapot weefsel op te ruimen.
Wat is de halfwaardetijd van ligamentair weefsel?
Bij gezonde mensen duurt 300-500 dagen om de helft van het weefsel te vervangen
Waarom is beweging belangrijk voor weefsel herstel?
De fibroblasten moeten weten in welke richting het verstevigde moet liggen. Dit doe je doormiddel van lichte belasting in de proliferatiefase en organisatiefase.
Littekenweefsel kan bij onvoldoende beweging op verschillende lagen verkleven