bio-ethiek Flashcards
(13 cards)
3 stromingen
- deontologie
- consequentialisme
- utilitarisme
- deugdethiek
deontologie (plichtenethiek)
juistheid van handelen moet worden gebaseerd op absolute gedragsregels
- intentie is belangrijker dan uitkomst
consequentialisme
juistheid van handelen moet worden gesteld op basis van de gevolgen van de handelingen
- uitkomst is belangrijker dan handelen zelf
utilitarisme
kiezen voor handeling die zoveel mogelijk mensen gelukkig maakt
deugdethiek
nadruk wordt gelegd op deugden als leidraad voor moreel handelen (zoals eerlijkheid, vrijheid)
- elke situatie heeft een andere morele benadering
ethische kwesties bij wetenschappelijk onderzoek
- informed consent (hoogte stellen van persoon in kwestie)
- privacy (delen van persoonlijke informatie)
- commercialisering (winst voor bedrijven)
- uitbuiting (persoon in kwestie krijt geen vergoeding/geen toestemming gegeven)
- ongelijke toegang (door e.g. racisme)
morele status
we hechten waarde aan iets, die waarde verschilt per ‘iets’ en dat beïnvloed hoe we met hun omgaan.
waardenconflict met commerciële bedrijven
- ze zijn nodig voor voorruitgang en financiële stabiliteit
- donoren voelen daarmee niet comfortabel (willen geen commerciële bedrijven betrokken hebben)
technologie in de ethiek
technologie is ambivalent; hoe je ze maakt, maakt ze moreel goed of slecht
hoe voorkom je bias in medische apparaten
- ethisch-empirisch onderzoek
- publieks- en patiëntenparticipatie
- bewustwording van verantwoordelijkheden voor BMW onderzoeker
ethisch-empirisch onderzoek
gesprek/interview voeren met de belanghebbende
publieks- en patiëntenparticipatie
willen weten wat het bredere publiek vindt van de nieuwe technologieën
verantwoordelijkheid BMW onderzoeker
- onderoeksintegriteit
- ontwerp van studie representeren waarden (bewust zijn van keuzes hebben gevolgen)
- verbinding zoeken met patiënten en bredere maatschappij