wetenschapsfilosofie Flashcards
(30 cards)
onderdelen van onderzoek
- doel
- methoden
- vervolg (volgende stappen na resultaten)
type vervolgstappen na onderzoek
- schaalvergroting (bevestiging nodig in grotere steekproef) (gevaar voor uitsluiten)
- individuele variabiliteit/invloed van niet-biologische factoren (verschillen tussen subpopulaties begrijpen)
3 stromingen in de wetenschap
- positivisme
- realisme
- constructivisme
positivisme (doel en waarde van wetenschap)
waarheid ontdekken in de werkelijkheid (observaties komt over met de waarheid)
- observaties zijn meetbaar
- resultaten zijn statistische uitkomstmaten
realisme (doel en waarde van wetenschap)
benadering van de werkelijkheid/waarheid (echte al je nooit kennen)
- waargeud komt overeen met observaties, hoe meer hoe betrouwbaarder
- zoeken naar meest betrouwbare onderzoeksmethoden
- moet reproduceerbaar zijn
- verklaart verschillen tussen patiëntgroepen
constructivisme (doel en waarde van wetenschap)
er is niet 1 waarheid en de waarheid die gecreëerd wordt is context/perspectief gebonden
- wetenschappelijke kennis is ook context/perspectief afhankelijk
- waarheid weerspiegelt wat groepen belangrijk vinden
(natuur)wet
beschrijving van patronen in de relaties tussen observeerbare verschijnselen onder specifieke omstandigheden
wetenschappelijke theorieën
sterk onderbouwd systeem van verklaringen dat veel verschillende observaties consistent verklaren
hypothese
op klein niveau. toetsbare uitspraak, gebruikt om theorieën te ontwikkelen en te testen
model
zo realistische representatie versimpeld. representatie van dat wat onderzocht wordt
verklaring
beschrijven waarom iets gebeurt, op basis van data, theorieën en/of modellen
positivisme (objectiviteit, subjectiviteit en bias)
objectiviteit is essentieel/ideaal en haalbaar
subjectiviteit is slecht en moet vermeden worden
bias vertekend waarheid en moet vermeden worden (oplossen door e.g. standaardisatie en afstand tussen onderzoeker en onderzochte)
methoden om bias te voorkomen/objectiviteit te waarborgen
- dubbelblinde randomized controlled trial
- positieve en negatieve trials
realisme (objectiviteit, subjectiviteit en bias)
objectiviteit is ideaal, maar alleen deels haalbaar
subjectiviteit is onvermijdelijk, maar kan je beperken
bias vertekend waarheid door slechte meringen/externe invloed (kan opgelost worden door goede/meerdere methoden, replicatie en peer review)
constrivisme (objectiviteit, subjectiviteit en bias)
objectiviteit is betwistbaar en bestaat niet echt
subjectiviteit is de kracht en essentieel, het zorgt voot beter begrip
- peer review is belangrijk
bias is niet slecht, onderliggende belangen of waarden beïnvloeden keuzes in onderzoek
- belangrijk zijn samenwerking, herhalen, discussie en peer review
positivisme (wetenschappelijke methode(n))
baseert zich enkel op waarneembare feiten
1 universele methode : observatie, metingen en verificatie
- veel observaties
- hypothese bevestigen of weerleggen
- statistiek : wat is de kans voor uitkomst van de hypothese
realisme (wetenschappelijke methode(n))
als we al onze perspectieven gebruiken kunnen we de werkelijkheid benaderen
meerdere methoden, combineren is belangrijk
- veel observaties
- hypothese bevestigen of weerleggen
- statistiek : goede inschatting over significantie, maar niet doorslaggevend
constructivisme (wetenschappelijke methode(n))
iedereen heeft een andere werkelijkheid
meerdere methoden die context afhankelijk zijn
- observaties zijn waarschijnlijk, maar niet de waarheid
- hypothese/theorie kunnen onderbouwen
- statistiek moet aangevuld worden met context
positivisme (methodologische regels)
bindend
- hypotheses moeten toetsbaar zijn in werkelijkheid
- onderzoek is repliceerbaar
- scheiding tussen feiten en waarden
methodologische regels
vuistregels die zorgen dat we goed wetenschappelijk onderzoek doen
realisme (methodologische regels)
richtlijnen; veranderd met de tijd en context afhankelijk
- meerdere methodes combineren
- hypothese zijn toetsbaar en verklarend
- transparant over context, aannamens en ervaring
- peer-review en replicatie
- waarden kunnen keuzes beïnvloeden
construtivisme (methodologische regels)
richtlijnen; context afhankelijk en onderhandelbaar in onderzoeksteam
- methodes passen bij doel en perspectief van betrokkenen
- kritiek op normen en machtstructuren
- meer nadruk op ervaring (van patiënt)
positivisme (interpretatie van data)
data is neutraal, conclusies kunnen direct afgeleid worden uit data
theorie kiezen : meest ondersteunende observaties en metingen (als het gelijk is, kies je de meest simpele)
realisme (interpretatie van data)
data wordt beïnvloed door aannames, instrumenten en ervaring; dus veel methodes gebruken
conclusies worden continu aangescherpt door nieuwe kennis
data is ondersteunend voor conclusie
je kiest theorie met meest ondersteunende observaties