BIO THEMA 4 biothechnogolie Flashcards

(12 cards)

1
Q

In welke 2 delen kan biotheogonie worden opgedeeld?

A

KLASSIEKE BIOTHECHNOGOLIE
-> selectief planten en kuisen
-> micro-organismen gebruiken om voedsel te bereiden
MODERNE BIOTHECHNOLOGIE
-> met moleculaire technieken gericht ingrijpen in het erfelijk materiaal van organismen om te benutten voor specifieke toepassingen
-> DNA -technologie of gentechnologie: DNA wordt geanalyseerd en aangepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent ggo’s en wat zijn de 2 soorten?

A

= genetisch gemodificeerde organismen
- transgene ggo’s: erfelijk materiaal van een andere soort ontvangen bv. grotere opbrengst van katoenplant
- cisgene ggo’s: erfelijk materiaal van dezelfde soort ontvangen bv. appels bestand tegen schurft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 4 soorten biotechnologie bestaan er?

A

1) rode biotechnologie -> gezondheidszorg en biofarmaceutisch
2) groene biotechnologie -> landbouw en voedingsindustrie
3) witte biotechnologie -> industriele productie of afbraak chemische stoffen
4) blauwe biotechnologie -> visserij en aquacultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe worden producten met biotechnologie ontwikkeld?

A
  • lange weg naar eindproduct
  • rol van multinationals en hoge kosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is bio-ethiek en geef voorbeelden?

A
  • houd zich bezig met ethische aspecten van menselijke ingrepen = zorgt voor wettelijk kader
    bv.
    perfecte babys
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is PCR techniek?

A

= polymerase chain reaction = in vitro DNA-vermenigvuldigen met behulp van enzymatische reacties

-> gebruik voor het vermenigvuldigen van specifieke DNA fragmenten
bv. identificatie van ziektekiem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke benodigheiden zijn er nodig om het principe van de PCR uit te voeren?

A
  • Taq DNA- polymerase (hittestabiel enzym van een bacterie) maakt DNA strengen aan bij hoge temperaturen
  • 4 noodzakelijk nucleotiden van DNA
  • 2 DNA-primers complementair aan één uiteinde van het te vermenigvuldigen DNA-fragment ( reverse primer en forward primer)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de opbouw van één PCR-cyclus?

A

DENATURATIE 30s 95°C
- DNA dubbelstrengen openen
ANNEALING 40 a 60 °C 1min
- aanhechting van 2 primers op verkregen DNA - enkelstrengen
- primers lijmen DNA- fragment af
ELONGATIE 72°C 2min
- aanhechting van complementaire nucleotiden start dankzij taq-DNA-polymerase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er in de eerste 4 cycli?

A

1) cyclus 1: DNA-fragmenten te lang
2) cyclus 2: 2 dubbelstrengen zijn aan 1 uiteinde correct afgelijnd
3) cyclus 3: 2 van de 8 dubbelstrengen zijn correct afgelijnd
4) cyclus 4: exponentiele toename

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er na de PCR-analyse?

A

-> gewenste DNA-fragment wordt uit reactie mengsel gehaald
-> gescheiden van andere fragmenten door gelelektroforese
-> gebruikt voor verder onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is qPCR?

A

= kwantitatieve PCR
- combineert klassieke PCR- techniek met een directe detectie en concentratie bepaling van het DNA staal
- geen gelelektroforese
- gelijktijdige detectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef 2 toepassingen voor de PCR-techniek?

A
  • prenatale afwijkingen opsporen
  • identificatie van micro-organismen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly