BIO THEMA 5 evolutie deel 1 Flashcards
(6 cards)
Wat is het verschil tussen de begrippen ‘evolutie’, ‘evolutietheorie’ en evolutieverloop?
EVOLUTIE is het proces waarbij erfelijke eigenschappen in een populatie veranderen over verschillende generaties. -> soorten veranderen na lange tijd-> het is een feit
EVOLUTIETHEORUE beschrijft wat de oorzaken kunnen zijn van evolutie. -> wordt steeds aangevuld met nieuwe info -> kan veranderen in verloop van tijd
EVOLUTIEVERLOOP is de manier hoe de evolutie plaats vond. -> wordt aangetoond met fossielen van dezelfde soort die door de tijd veranderen
Wat is de drijvende kracht achter evolutie? leg uit.
MUTATIES -> leiden tot genetische variatie -> variaties kan leiden tot veranderingen in het fenotype
nieuwe allel 3 mogelijkheden:
neutrale mutaties = geen effect op het organisme
negatieve mutaties = negatief effect op het organisme (meestal het geval)
positieve mutaties = winstmutatie of adaptieve mutatie -> positief effect
Wat zijn de drie principes van natuurlijke selectie? bespreek!
- verschil in fenotypen -> Individuen van dezelfde populatie kunnen er anders uitzien. bv. mannetjes en vrouwtjes
- andere fitness -> verschillende overleving kans of voortplantingskans (hoe goed het organisme is aangepast aan de omgeving
- overerfbaar is de genetische info -> zorgt voor variaties in fenotypes -> uiteindelijk betere overlevingskansen
Mannetjes paradijsvogels hebben een lange, bontgekleurde staart. Ze kregen in de evolutie een steeds langere of feller gekleurde staart. Dat vermindert nochtans de overlevingskans van het mannetje. Leg uit hoe het komt dat de staart toch steeds langer Werd.
Het heeft te maken met seksuele selectie. De vrouwtjes kiezen voor de mannelijke vogels met een grote en fel gekleurde staart om zich mee voort te planten. Het gaat dus om het voortplanting succes in plaats van de overleving want zo’n grote en opvallende staart valt natuurlijk hard op voor vijanden. Hierdoor gaat de staart van de vogel steeds groter en feller worden omdat het beter is voor de voortplanting.
Leg de figuur met de kikkers uit?
Dit is gene flow
- ene kant rivier = mutatie kikkers = felle kleur
- andere kant rivier = normale kikkers = groene kleur
-> door ongevallen boom = migratie mogelijk gemaakt
=> het allel met de felle kleur komt zo in de groene populatie en andersom
Voorbeelden van genetische drift waarbij genetische variatie verloren gaat, zijn een populatieflessenhals en het stichtereffect. Leg deze twee situaties uit.
Populatieflessenhals effect = er is een plotse dramatische reductie van de populatie door rampen = populatie die overblijf -> lagere genetische variatie dan oorspronkelijk
Stichtereffect = klein aantal individuen migreert -> verlies van genetische variatie
