biologie antistoffen Flashcards
(15 cards)
Wat is een infectie?
Ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen en vermenigvuldigen zich.
Wat is de incubatietijd?
Tijd tussen de besmetting en het uitbreken van een ziekte.
Wat is koorts?
Lichaamstemperatuur boven de 38°. Hierdoor kunnen er meer antistoffen gemaakt worden.
Wat zijn witte bloedcellen?
Cellen in je bloed die ziekteverwekkers opruimen en antistoffen maken.
Wat zijn antistoffen?
Stoffen die witte bloedcellen maken om bacteriën en virussen onschadelijk te maken.
Wat is een virus?
Ziekteverwekker. Voor de meeste van deze ziekteverwekkers zijn geen medicijnen.
Wat zijn bacteriën?
Micro-organismen. Sommige kunnen je ziek maken door giftige stoffen uit te scheiden. Antibiotica doodt deze ziekteverwekker.
Wat zijn antigenen?
Eiwitten op de buitenkant van bacteriën en virussen en lichaamsvreemde stoffen; hieraan herkent je lichaam dat ze ‘vreemd’ zijn.
Wat is een allergie?
Een aanval van het immuunsysteem op niet schadelijke stoffen (allergenen). Bijvoorbeeld gras pollen en huisdieren.
Wat betekent immuun?
Na een infectie blijft de antistof tegen de ziekteverwekker in het bloed aanwezig of kan bij een nieuwe infectie met dezelfde ziekteverwekker snel worden gemaakt.
Wat is actieve immunisatie?
Proces van immuun worden, waarbij het lichaam zelf de antistoffen maakt. Dit kan op een natuurlijke manier gebeuren door het doormaken van een ziekte of kunstmatig, door vaccineren, waarbij een verzwakte ziekteverwekker wordt toegevoegd.
Wat is passieve immunisatie?
Je krijgt antistoffen binnen zonder dat je afweersysteem actief is. Dit kan door het krijgen van een serum en via moedermelk.
Wat is vaccinatie?
Er wordt een injectie gegeven met een dode of verzwakte ziekteverwekker.
Wat is een serum?
Er wordt een injectie toegediend met antistoffen.
Wat zijn antibiotica?
Stof, die de groei van bacteriën remt of bacteriën dood.