biologie lichaam in stand houden Flashcards

(41 cards)

1
Q

Wat is de alvleesklier?

A

Een klier die enzymen afscheidt in de twaalfvingerige darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de anus?

A

De opening aan het einde van de endeldarm, waardoor de ontlasting naar buiten komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is cement?

A

Beenweefsel om de tandwortel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is darmperistaltiek?

A

Het samentrekken van de darmwand, zodat het voedsel door de darmen wordt bewogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de dikke darm?

A

Het gedeelte van de darmen dat volgt na de dunne darm, waar voedingsstoffen worden opgenomen die de dunne darm niet heeft kunnen verwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de dunne darm?

A

Deel van het spijsverteringskanaal tussen de maag en de dikke darm, waar de belangrijkste voedingsstoffen worden opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is eiwit?

A

Een chemische verbinding, bestaande uit een keten van aminozuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de endeldarm?

A

Het laatste deel van de dikke darm vlak voor de anus, waar de ontlasting wordt verzameld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn enzymen?

A

Eiwitten die ervoor zorgen dat processen in het lichaam sneller verlopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een fluoridebehandeling?

A

Behandeling van het gebit met fluoride.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is gal?

A

Een geelgroene vloeistof die helpt bij de vertering en wordt uitgescheiden door de lever, opgeslagen in de galblaas en via de galwegen uitkomt in de twaalfvingerige darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de galblaas?

A

Blaas waarin de door de lever afgescheiden gal wordt verzameld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is glucose?

A

Koolhydraat dat dient als belangrijke energiebron voor de cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is glycogeen?

A

Een type koolhydraat, dat is opgebouwd uit glucose-eenheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is grondstofwisseling?

A

De hoeveelheid energie die een mens verbruikt in volledige rust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kiezen?

A

Achterste grote tanden waarmee je voedsel kauwt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn koolhydraten?

A

Voedingsstoffen die dienen als brandstof en energieleverancier voor het lichaam.

18
Q

Wat is de lever?

A

Orgaan in de buikholte dat betrokken is bij vertering, stofwisseling, bloedvorming, afbraak en uitscheiding.

19
Q

Wat is de maag?

A

Orgaan in het lichaam dat dient om voedsel te verteren.

20
Q

Wat is maagzuur?

A

Zuur dat in de maag wordt aangemaakt en de bacteriën in het voedsel doodt.

21
Q

Wat zijn mineralen?

A

Grondmateriaal voor gesteenten die niet zijn gevormd door een levend organisme en belangrijk zijn voor de groei, ontwikkeling en stofwisseling in het menselijk lichaam.

22
Q

Wat is de mond?

A

De opening tussen je lippen, die toegang geeft tot het spijsverteringsstelsel en het ademhalingsstelsel.

23
Q

Wat is de mondholte?

A

De holte achter je lippen waarmee je eet en praat.

24
Q

Wat is ondervoeding?

A

Situatie waarbij iemand te weinig voedsel binnenkrijgt.

25
Wat is overgewicht?
Ongezond hoog lichaamsgewicht.
26
Wat is overvoeding?
Situatie waarbij iemand te veel eet, met mogelijk overgewicht tot gevolg.
27
Wat is de poortader?
Een ader die bloed van de spijsverteringsorganen naar de lever transporteert.
28
Wat is de schijf van vijf?
Hulpmiddel ter voorlichting over gezonde voeding.
29
Wat is de slokdarm?
Buisvormig deel van het spijsverteringsstelsel, waardoor voedsel van de keel naar de maag wordt getransporteerd.
30
Wat zijn speekselklieren?
Klieren die speeksel produceren.
31
Wat is tandbederf?
De aantasting van tandglazuur en het tandbeen door bacteriën.
32
Wat is tandbeen?
Het been waaruit tanden bestaan en dat het grootste gedeelte vormt van een tand.
33
Wat zijn tanden?
Uitsteeksels in je mond om mee te bijten.
34
Wat is tandenpoetsen?
Het borstelen van de tanden om etensresten te verwijderen en tandbederf te voorkomen.
35
Wat is tandglazuur?
Een beschermend laagje op je tanden en kiezen.
36
Wat is de twaalfvingerige darm?
Het eerste deel van de dunne darm, waar spijsverteringssappen met het voedsel worden vermengd.
37
Wat is ureum?
Afbraakproduct dat door de nieren via de urine wordt uitgescheiden.
38
Wat is vermagering?
Slanker worden, wat gepaard gaat met een vermindering van het lichaamsgewicht.
39
Wat zijn vetten?
Voedingsstoffen die dienen als reservebrandstof voor het lichaam.
40
Wat zijn vezels?
Niet verteerbare stoffen die de darmwerking positief beïnvloeden.
41
Wat zijn vitamines?
Natuurlijke stoffen die in zeer kleine hoeveelheden in ons voedsel zitten en die het lichaam nodig heeft om normaal te kunnen functioneren.