biologie cellen Flashcards
(18 cards)
Ademhalen
Lucht opzuigen en weer uitblazen.
Bacterie
Een micro-organisme dat uit één cel bestaat.
Bladgroenkorrel
Een onderdeel van een plantencel, dat lichtenergie vastlegt.
Cel
De kleinste bouwsteen van een organisme die nog alle genetische informatie van dat organisme bevat.
Celkern
Het centrale deel van een cel, dat het erfelijk materiaal bevat.
Celmembraan
Het beschermend omhulsel van een cel.
Celwand
Een beschermende laag om het celmembraan heen, welke zorgt voor extra stevigheid van de cel.
Chromosoom
Een drager van een deel van het erfelijk materiaal van een organisme.
Cytoplasma
Celvloeistof buiten de celkern.
Groeien
Groter worden.
Kleurstofkorrels
Een type plastide, die zorgt voor kleur.
Organisme
Een levend wezen.
Schimmel
Een micro-organisme dat een celkern heeft en leeft van organische stoffen.
Uitscheiden
Een stof het lichaam laten verlaten.
Vacuole
Een kleine holte in een cel die zich in het cytoplasma bevindt.
Voeding
Voedsel.
Voortplanten
Het maken van nakomelingen.
Zetmeelkorrels
Een onderdeel van een plantencel, waarin zetmeel is opgeslagen.