Business Vocabulary R-Z Flashcards
(163 cards)
1
Q
board of directors
A
raad van beheer
2
Q
estimate / valuation
A
raming / schatting
3
Q
letter of reminder
A
rappelbrief
4
Q
to advertise
A
reclame maken
5
Q
folder
A
reclamefolder
6
Q
to assert one’s rights
A
een recht uitoefenen
7
Q
reference
A
referentie
8
Q
to furnish references
A
referenties verstrekken
9
Q
high references
A
uitstekende referenties
10
Q
please find our references below
A
gelieve onze referenties te vinden …
11
Q
reference
A
referte (verwijzing)
12
Q
registration office
A
registratiekantoor
13
Q
debtor account
A
debiteurenrekening
14
Q
creditor account
A
crediteurenrekening
15
Q
on account / on credit
A
op rekening
16
Q
in settlement of your account
A
ter vereffening van uw rekening
17
Q
for account of / on behalf of
A
voor rekening van
18
Q
for one’s own account
A
voor eigen rekening
19
Q
statement of account
A
rekeninguittreksel (bank)
20
Q
to close (to balance) an account
A
een rekening afsluiten
21
Q
to settle (pay) an account
A
een rekening vereffenen
22
Q
to charge someone for the expenses
A
in rekening brengen
23
Q
to take into account
A
rekening houden met
24
Q
to credit an account with…
A
een rekening crediteren voor (met) een bedrag
25
to debit an account with ...
een rekening crediteren voor (met) ...
26
at your risk
voor uw rekening (en risico)
27
cash-on-delivery parcel / COD parcel
rembourszending
28
yield
return
rendement
opbrengst
29
profitability / productivity / earning capacity
rentabiliteit
30
rate of interest
rentevoet
31
available reserve
beschikbare reserve
32
to (trade by) barter / barter (trade)
ruilhandel
33
balance of an account
saldo van een rekening
34
the balance amount to ...
het saldo bedraagt ...
35
to pay a balance
een saldo vereffenen
36
to close with a profit of ...
sluiten met een winst van ...
37
to add up
samentellen
38
programme of (financial) reconstruction
saneringsprogramma
39
damage
schade
40
to be liable (responsible) for the damage
voor de schade aansprakelijk zijn
41
cargo
(scheeps)lading
42
grant / donation
schenking
43
fluctuation
schommeling
44
to idemnify for ... / to compensate for ...
schadeloosstellen voor ...
45
money debt
geldschuld
46
to pay a debt
een schuld aanzuiveren (voldoen)
47
to amortize / redeem a debt
een schuld aflossen
48
to recover (collect) a debt
een schuld innen
49
to cancel a debt
een schuld kwijtschelden
50
liabilities toward third parties
schulden jegens derden
51
creditor
schuldeiser
52
debtor
schuldenaar
53
indebtedness
schuldenlast
54
indebted
schuldig / verschuldigd
55
balance due
schuldsaldo
56
seasonal fluctuations
seizoenschommeling
57
wear- and tear
slijtage (waardeverminderun¬gen)
58
solvency / financial status
solvabiliteit
59
according to the articles of association / according to the company's articles
volgens de statuten
60
in support of ...
tot staving van ...
61
bundle
bundel / stapel
62
stamp / mark
stempel
63
to pay in - payment
storten - storting
64
to settle by paying in or trans¬fer
voldoen door storting of overschrijving
65
trend / tendency
strekking
66
slip
strookje (papiertje)
67
to the amount of / amounting to
ten bedrage van
68
to extinguish (to break) / to nullify
tenietdoen (verbreken)
69
by way of information / for your information
ter informatie
70
to submit (present) for signature
ter ondertekening voorleggen
71
in settlement of
ter vereffening van
72
to pay by instalments
in termijnen betalen
73
forward delivery
termijnlevering
74
repayable
terugbetaalbaar
75
restitution / return
teruggave
76
retrospective effect / retroactive effect
terugwerkende kracht
77
subvention / allowance / subsidy
toelage
78
to satisfy
tevreden stellen
79
on receipt of
tegen toezending van
80
so far / up to the present / as yet
tot dusver / to nu toe...
81
to the extent of / amount of
tot een bedrag van
82
until further notice
tot nader bericht
83
to conclude a transaction
een transactie afsluiten
84
middleman / intermediary
tussenpersoon
85
expansion / extension
uitbreiding
86
to cut down expenses
uitgaven verminderen
87
sign(board)
uithangbord
88
to grant a delay / postponement / an extension of payment
uitstel van betaling verlenen
89
extract (statement) of
uittreksel uit
90
export duties
uitvoerrechten
91
public limited company
naamloze vennootschap
92
limited liability company / private limited company
vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
93
limited partnership
commanditaire vennootschap op aandelen
94
partnership
vennootschap onder firma
95
private (limited) compay
besloten vennootschap
96
in settlement of your account
ter vereffening van uw rekening
97
licence (license) / permit
vergunning
98
rise / increase
verhoging
99
sale on instalments
verkoop op afbetaling
100
sale by auction
verkoop bij opbod
101
prolongation / extension / renewal
verlenging
102
loss
het verlies
103
to suffer heavy losses
grote verliezen lijden
104
profit and loss account
verlies- en winstrekening
105
net loss (gross)
nettoverlies (bruto)
106
mention
vermelding
107
diminuation / reduction
vermindering
108
increase
vermeerdering
109
to learn
vernemen
110
packing / packaging
verpakking
111
packing included
inclusief verpakking
112
packing for (ocean) shipment
zeewaardige verpakking
113
engagement / obligation
verplichting
114
to expire
verstrijken / aflopen
115
representation
vertegenwoordiging
116
value of replacement
vervangingswaarde
117
transport / transportation
het vervoer
118
to waive / to renounce
verzaken / afzien van
119
to seal
verzegelen
120
assurance / insurance
verzekering
121
to take out an insurance
een verzekering afsluiten
122
reciprocal proxy
wederzijdse volmacht
123
for the record
voor de goede orde
124
certified true copy
voor eensluidend afschrift
125
advance
voorschot
126
down-payment / instalment
voorschot (som van)
127
to take a proposition into consideration
een voorstel in overweging nemen
128
as a precaution / by way of precaution
voorzichtigheidshalve
129
doubtful debt
dubieuze vordering
130
guarantee / quaranty
waarborg
131
without guarantee on our part
zonder waarborg van onzentwege
132
deposit
waarborgsom
133
book value
boekwaarde
134
balance sheet value
balanswaarde
135
face value / nominal value
inventariswaarde / nominale waarde
136
mark/rating
waarderingscijfer
137
appraised value
waardebepaling (schattings¬waarde)
138
increase in value / appreciation
waardevermeerdering
139
depreciation / decrease in value / diminuation of value
waardevermindering
140
to warn against
waarschuwen tegen
141
in case of non-payment / in default of payment
bij wanbetaling
142
distrust
wantrouwen
143
salary / pay wage(s)
wedde
144
reciprocal
wederkerig (wederzijds)
145
on account of / owing to
wegens
146
to show / to point out
wijzen op
147
modification / alteration
wijziging
148
profit
winst
149
gross profit(s)
brutowinst
150
clear profit(s) / net
nettowinst
151
to share in the profits
in de winst delen
152
profit and loss account
winst- en verliesrekening
153
to make a profit on
winst maken op
154
to yield a profit
winst opleveren
155
remunerative / profitable / lucrative
winstgevend
156
margin of profit / profit margin
winstmarge
157
if need be / necessary / required
zo nodig
158
no expenses
zonder kosten
159
without engagement
zonder verplichting
160
without an equal / unprecedented / unparalleled
zonder weerga
161
to look after / to take care of
zorgen voor
162
to look after the execution of
zorgen voor de uitvoering van
163
we shall see to it (take care) that
wij zullen erover waken dat
