Chapitre 1 Flashcards

(202 cards)

1
Q

een rechtstak

A

une branche de droit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het privaatrecht

A

le droit privé

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het administratief recht (bestuursrecht)

A

le droit administratif

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het ambtenarenrecht

A

le droit de la fonction publique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het gemeenterecht

A

le droit communal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het onderwijsrecht

A

le droit de l’einseignement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het overheidsopdrachtenrecht

A

le droit des marchés publics

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het milieurecht

A

le droit de l’environnement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het stedenbouwrecht

A

le droit de l’urbanisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het vreemdelingenrecht

A

le droit des étrangers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

het verbintenissenrecht

A

le droit des obligations

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de zakelijke rechten

A

les droits réels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

het ondernemingsrecht

A

le droit des entreprises

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het vennootschapsrecht

A

le droit des sociétés

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het goederenrecht

A

le droit des biens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het bouwrecht

A

le droit de la construction

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

het verzekeringsrecht

A

le droit des assurances

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

het familierecht

A

le droit de la famille

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

het erfrecht

A

le droit des successions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

het gerechtelijk recht

A

le droit judiciaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

het strafrecht

A

le droit pénal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

het strafprocesrecht

A

le droit de la procédure pénale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

het arbeidsrecht

A

le droit du travail

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

het sociale zekerheidsrecht

A

le droit de la sécurité sociale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
het gezondheidsrecht
le droit de la santé
26
het jeugdrecht
le droit de la jeunesse
27
het internationaal publiekrecht
le droit international public
28
het internationaal privaatrecht
le droit international privé
29
de grondwet
la constitution
30
de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
la loi spéciale du 8... de réformes institutionnelles
31
de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen
la loi spéciale du 12... relative aux institutions Bruxelloise
32
de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen
la loi du 29... relative à la motivation formelle des actes administratifs
33
het burgerlijk wetboek
le code civil
34
het gerechtelijk wetboek
le code judiciaire
35
het wetboek van economisch recht
le code de droit économique
36
het strafwetboek
le code pénal
37
het wetboek van strafvordering
le code d'instruction criminelle
38
de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis
la loi du 20... relative à la detention préventives
39
het wetboek van internationaal privaatrecht
le code de droit international privé
40
het wetboek inkomstenbelastingen
le code des impôts sur les revenus
41
het BTW wetboek
le code de la taxe sur la valeur ajoutée
42
het justitiepaleis
le palais de justice
43
de rechter
le juge
44
de rechtspraak
la jurisprudence
45
een rechtsmacht
une juridiction
46
de rechtbank
le tribunal
47
het hof
la Cour
48
de burgerlijk rechtbanken
les juridictions civiles
49
de strafrechtbanken
les juridictions pénales
50
de politierechtbank
le tribunal de police
51
de politierechter
le juge de police
52
het vredegerecht
la justice de paix
53
de vrederechter
le juge de paix
54
de rechtbank van eerste aanleg
le tribunal de première instance
55
de burgerlijke rechtbank
le tribunal civil
56
de familierechtbank
le tribunal de la famille
57
de jeugdrechtbank
le tribunal de la jeunesse
58
de correctionele rechtbank
le tribunal correctionnel
59
de beslagrechter
le juge des saisies
60
de raadkamer
la chambre du conseil
61
de kamer van inbeschuldigingstelling
la chambre des mises en accusation
62
de ondernemingsrechtbank
le tribunal de l'entreprise
63
de arbeidsrechtbank
le tribunal du travail
64
de arrondissementsrechtbank
le tribunal d'arrondissement
65
het hof van beroep
la Cour d'appel
66
burgerlijke kamers
les chambres civiles
67
jeugdkamers
les chambres de la jeunesse
68
correctionele kamers
les chambres correctionnelles
69
kamers voor minnelijke schikkingen
les chambres de règlement à l'aimable
70
familiekamers
les chambres de la famille
71
het arbeidshof
la Cour du travail
72
het hof van Assisen
la Cour d'assises
73
het hof van cassatie
la Cour de cassation
74
de rechtbanken van eerste aanleg
les juridictions du premier degré
75
de rechtscolleges van beroep
les juridictions d'appel
76
de rechter in hoger beroep
le juge d'appel
77
in eerste aanleg
en première instance
78
in beroep
en degré d'appel
79
de RvS
le conseil d'Etat
80
afdeling bestuursrechtspraak
section du contentieux administratif
81
afdeling wetgeving
section de législation
82
een vernietigingsberoep
un recours en annulation
83
een schorsingsberoep
un recours en suspension
84
een administratief rechtscollege
une juridiction administrative
85
het grondwettelijk hof
la Cour constitutionnelle
86
het rekenhof
la Cour des comptes
87
de Hoge Raad voor de Justitie
le Conseil supérieure de la Justice
88
de bronnen van het recht
les sources du droit
89
de wet
la loi
90
het gewoonterecht
la coutume
91
een algemeen rechtsbeginsel
un principe générale de droit
92
de rechtspraak
la jurisprudence
93
de rechtsleer
la doctrine
94
de rechtshandeling
l'acte juridique
95
de rechtsvordering
l'action juridique
96
de rechtsgevolgen
les effets juridiques
97
een rechtsfeit
un fait juridique
98
een rechtsnorm
une norme juridique
99
een juridische leemte
le vide juridique
100
geoorloofd/toegestaan
licite
101
niet geoorloofd/verboden/onwettig
illicite
102
nietigheid
nullité
103
tegenstrijdigheid
contrariété
104
krachtens
en vertu de
105
de rechtszekerheid
la sécurité juridique
106
een regel van openbare orde
une norme d'orde public
107
een regel van dwingend recht
une norme impérative
108
een regel van aanvullend recht
une norme suppplétive
109
iets aanvoeren
invoquer qqch
110
overeenkomstig de bepalingen van...
conformément aux dispositions de
111
in de zin van artikel...
au sens de l'article...
112
geregeld worden door
être régi par
113
de ambtenaar van de burgerlijke stand
l'officier d'etat civil
114
het geschil
le litige
115
een verzoeningspoging
une tentative de conciliation
116
in der minne regelen
régler à l'aimable
117
betwisten
contester
118
een zaak aanhangig maken bij justitie
saisir la justice
119
het proces
le procès
120
een verzoekschrift
une requête
121
de vordering
l'action / la demande
122
een vordering instellen
intenter une action
123
het inleiden van de vordering
l'introduction de la demande
124
argumenten inroepen
invoquer des arguments
125
aanvoeren dat
soutenir que
126
dringend verzoeken / vragen
solliciter
127
iemand dagvaarden
citer qqn en justice
128
de dagvaarding
la citation
129
een exploot van dagvaarding
l'exploit de citation
130
vrijwillig verschijnen
comparaître volontairement
131
een pv van vrijwillige verschijning
un procès-verbal de comparution volontaire
132
een betekening
une signification
133
een kennisgeving
une notification
134
persoonlijk verschijnen
comparaître en personne
135
een zitting bijwonen
assister à une audience
136
het pleidooi
la plaidoirie
137
de griffie
le greffe
138
de rechtszoekende
la justificiable
139
de eiser
le demandeur
140
de verweerder
le défendeur
141
de appelant
l'appelant
142
de geïntimeerde
l'intimé
143
de beklaagde
le prévenu
144
de beschuldigde
l'accusé
145
een tegenvordering
une demande reconventionelle
146
een tusseneis
une demande incidente
147
oordelen/berechten/uitspraak doen/vonnissen
juger
148
beslissen/recht spreken/wijzen
statuer
149
bij verstek uitspraak doen
statuer par défaut
150
de uitspraak uitstellen
surseoir à statuer
151
iemand bij verstek berechten
juger qqn par défaut
152
terecht staan
être jugé
153
zetelen in kortgeding
sièger en référé
154
vrijspreken
acquitter
155
een vrijspraak
une acquittement
156
een vonnis stellen
rendre un jugement
157
een arrest stellen
rendre un ârret
158
de vordering gegrond verklaren
déclarer la demande fondée
159
de vordering ongegrond verklaren
déclarer la demande non-fondée
160
de vordering ontvankelijk verklaren
déclarer la demande recevable
161
de vordering onontvankelijk verklaren
déclarer la demande irrecevable
162
de ontvankelijkheid
la recevabilité
163
de onontvankelijkheid
l'irrecevabilité
164
de eis inwilligen
faire droit à une demande
165
een deskundige benoemen
désigner un expert
166
een onderzoeksmaatregel
une mesure d'instruction
167
veroordelen tot betalen van
condamner au paiement de
168
een verstekvonnis
un jugement par défeut
169
een tussenvonnis
un jugement interlocutoire
170
een vonnis alvorens recht te doen
un jugement avant dire droit
171
een prejudiciële vraag stellen
demander une question préjuridicielle
172
een vonnis aanvechten
attaquer un jugement
173
beroep aantekenen
interjeter appel
174
incidenteel beroep instellen
former un appel incident
175
het beroep verwerpen
rejeter l'appel
176
het middel kan niet worden aanvaard
le moyen ne peut être accueilli
177
het beroep aanvaarden
accueilir l'appel
178
het aangevochten vonnis bevestigen
confirmer le jugement entrepris
179
het cassatieberoep
le pourvoi en cassation
180
gerechtskosten
le frais judiciaires
181
veroordelen tot de kosten
condamner aux dépens
182
de kosten
les dépens
183
het gerechtelijk jaar
l'année judiciaire
184
de gerechtelijke achterstand
l'arriéré judiciaire
185
het rechtsgebied
le ressort judiciaire
186
de rechtsbijstand
l'assistence judiciaire
187
de rechtshulp
l'aide juridique
188
de juridische bijstand
l'assistence juridique
189
een strafregister
un casier judiciaire
190
gerechtelijke vervolgingen
des poursuites judiciaires
191
de rechterlijke macht
le pouvoir judiciaire
192
de advocaat
l'avocat
193
meester
Maître
194
een pleiter
un plaideur
195
een gerechtsdeurwaarder
un huissier de justice
196
beslag onder derden
saisie-arrêt
197
bewarend beslag
un saisie conservatoire
198
het bodemgeschil
le litige au fond
199
de feitenrechter
le juge du fond
200
tergend
vexatoire
201
in beraad nemen
prende en délibéré
202
zich onbevoegd verklaren
décliner sa compétence