Chirurgie Achtergrond Flashcards

(31 cards)

1
Q

Een obstructie van de dunne darm wordt ook wel (1) genoemd. In principe betekent de term strict dat de darm inhoud niet op gang is.

A

1= ileus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De meest voorkomende oorzaak van een dunne darm obstructie is (1).

De meest voorkomende oorzaak van een colon obstructie is (2).

A

1= strengileus
(weefsel dat obstructie voor zorgt, vaak door postoperatieve adhesievorming)

2= stricturerende darmtumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een laparotomie is een operatie via een snede in de buikwand. Een postoperative verklieving hiervan is in 70-80% van de gevallen de oorzaak van (1).

Over het algmeen zijn operaties aan organen hoger gelegen dan (2), minder risicovol dan operaties lager.

A

1= strengileus (obtructief)
2= colon transversum

  • maag, pancreas geeft dus een lagere kans op een strengileus dan een appendectomie of uterusexpiratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Naast een strengileus is een obstructie door een beklemde breuk een andere typische oorzaak van een darmobstructie.

De drie breuken die hier het vaakst toe leiden zijn:

A
  • congentiale hernia femoralis
  • hernia inguinalis lateralis
  • hernia cicatrialis (litteken hernia)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een colonobstructie door een tumor bevindt zich meestal in (1) deel van het colon.

Een alternatieve DD bij een obstructie in dit deel is (2)

A

1= linker (descendens, sigmoid, rectum)
2= coprostase (harde ontlasting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een torsie van een darm rond zijn mesenterium heet een (1). Dit leidt vaak tot dikke darm obstipatie. De twee meest beruchte plekken zijn (2). Er lijkt een associatie te bestaan met deze neurologische aandoeningen (3).

A

1= Volvolus
2= coecum en sigmoid –> coecum blowout
3= Parkinson en Schizofrenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij obstructies van het maagdarm kanaal, worden elktrolyten stoornissen vaker gezien bij (1; dunne/dikke darm) obstructie.

Er moet een volledige obstructie en strangulatie voorkomen worden, de keus voor beeldende diagnostiek is hierbij (2).

A

1= dunne darm (hoog)
2= CT met contrast

  • CT met contrast altijd het juiste beeldvormende onderzoek bij colon of dunne darm obstructie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Alarmsymptomen voor een dunne darm obstructie zijn (1)
Alarmsymptomen voor een colon obstructie zijn: (2)

A

(1)
Totale afwezigheid van defecatie
Krampende continue pijn

(2)
Totale afwezigheid van defecatie
Faecoloid braken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Typisch bij een beklemde liesbreuk is het volgende klachtenpatroon (1). Een beklemde liesbreuk leidt tot (2).

A

1=
- eerst vage pijn rond de lies
- vervolgens heftige gegeneraliseerde buikpijn

2= secundaire peritonitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een kenmerk van viscerale pijn is (1). Een typisch voorbeeld van een aandoening met verschuiving van viscerale pijn naar parietale pijn is (2).

A

1= moeilijk te lokaliseren door patient
2= appendicitis acuta

  • bij appendicitis is de pijn typisch eerst ergens rond de navel, en daarna rechts onderin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pijn bij het heffen van het rechterbeen bij een appendicitis heet het (1). Dit komt vaker voor bij dit type appendicitis (2). Hierbij ontbreekt juist het volgende (3)

A

1= psoasfenomeen
2= retrocoecale appendicitis.
3= peritonitis met defense musculaire en andere typische symptomen

  • Hierbij bevindt de appendix vermiformis door anatomische variatie zich achter het coecum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een acute pancreatitis gaat vaak gepaard met deze symptomen. Noem 3

A
  • Ileus
  • Braken
  • Buikpijn/rugpijn
  • Ascites
  • Mogelijk shock

*veel ruimte in beslag genomen, dus veel vocht onttrekking = shock

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gynaecologisch chronische buikpijn komt meestal voor bij deze groep vrouwen (1). Dit heeft echter maar in 15% een organische oorzaak.

Een organische oorzaak kan echter (2) zijn, waarbij delen van het endometrium zich buiten het cavum uteri bevindt.

A

1= fertiele levensfase
2= endometriose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Acute plotselinge pijn in de testis heet (1).

Een operatie waarbij de nog niet ingedaalde zaadbal naar de balzak wordt verplaatst heet (2).

Wanneer er bij onderzoek een blauwachtig puntje doorschemert, is er waarschijnlijk sprake van (3).

A

1= torsio testis
2= orchidopexie (ook operatie bij torsio testes)
3= torsio appendix testes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nierstenen worden (1) genoemd. De moderne behandelingstechniek waar ze mee worden weggehaald is (2). Een typische plek waar deze vastslopen is (3)

A

1= urolithiasis
2= ESWL (niersteenvergruizing)
3= ureter-pyelum junctie

  • een andere plek waar ze vastlopen is kruising met de grote vaten of pre-vasicaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een niersteen in het pyelum met minimaal twee kelken heet (1).

A

1= afgietselsteen

17
Q

Kenmerken van chronische mesenteriale ischemie zijn (2)

A

1= Angina Abdominalis
2= Minimaal 1 van de drie aorta abdominale arterien aangedaan

18
Q

Een aorta aneurysma abdominale is (1; hoeveelheid) x de normale diameter. Dit is ongever 1.5 cm.

De oorzaak is in 90% van de gevallen (2). Twee behandelingsmogelijkheden zijn (3).

A

1= 3x
2= atherosclerose
3= EVAR of CT angiografie

  • normale aorta is 1.5cm of AAA? onduidelijk
19
Q

Een aandoening waarbij een deel van het ileum in het nabijgelegen deel van de colon schuift of zich als het ware invouwt noemen we een (1).

Wat is de eerst aangewezen behandeling hierbij? (2)

A

1= ileocolische invaginatie
2= Hydrostatische repositie (radiologisch)

20
Q

Wat is het grootste gevaar wanneer een patient een bolle buik met coecum heeft van 14 centimeter, hypertympaan gespannen buik en geen peritoneale prikkeling?

A

Blow-out van coecum

  • dit is vaak het gevolg van een ileus of volvolus
  • geen peritoneale prikkeling dus geen peritonitis?
21
Q

Bij verdenking van een maagperforatie, geeft dit beeldvormend onderzoek de meeste informatie (1). Dit komt omdat je het volgende hiermee kunt beoordelen (2). Een andere complicatie waar dit geschikt voor is, is (3).

A

1= Staande thoraxfoto
2= vrije lucht
3= necrose

*zittend kan ook?

22
Q

Bij pijn na ontlasting in het anale gebied moet snel gedacht worden aan (1).

Bij pijn in het anale gebied juist zonder aanleiding, ook zonder defecatie waarbij de pijn komt en gaat, moet gedacht worden aan (2)

A

1= FIssura ani
2= Proctoalgia Fugax

23
Q

Gas in de darmwand heet (1). Dit kan leiden tot (2).

A

1= pneumatosis intestinalis
2= darmischemie

24
Q

Hoe wordt pathofysiologisch vervoerspijn, pijn bij lachen of hoestpijn bij appendicitis/peritonitis verklaard?

A

Dit verhoogt allemaal de druk in de buik, wat het ontstoken peritoneum prikkelt.

  • bij de vervoerspijn klagen mensen vaak bij de rit over de hobbels
  • deze typen pijn horen niet bij viscerale pijn
25
Een ileus als gevolg van ontstekingsprocessen is meestal een (1). Een ileus als gevolg van operaties is meestal een (2).
1= paralytisch (door abcessen) 2= mechanisch (door adhesies of tumor) Strengileus??
26
Waarom krijgt men bij een milt resectie sneller een primaire peritonitis?
De milt filtert bacterien, als deze weg is is er sneller een kans op een ontsteking van het peritoneum.
27
Diffuse pijn heb je eerder (1; viscieraal/parietaal) peritonitis. Lokale pijn heb je eerder (2; visceraal/parietaal) peritonitis.
1= visceraal 2= parietaal
28
Een DD voor een appendicitis kan zijn (1), deze ligt vaak 15-20 cm voor de ileocoecale klep tussen het ileum en coecum. Deze wordt ook wel (2) genoemd.
1= meckel's diverticulitis 2= klep van Bauhin
29
Wat is de meest voorkomende complicatie van een Lichtenstein operatie?
Chronische pijn * recidief komt ook vaak voor
30
Een gevaarlijke complicatie van diverticulitis is (1). In lichamelijk onderzoek kan een geknapt abces worden gevonden met deze bevinding (2)
1= abces 2= opgehevenlever demping
31
Gestranguleerde darm is Geincarcereerde darm is
1= bloedvoorziening is afgesloten, maar kan nog goed gaan en terug geduwd worden 2= doodgaand, er is geen bloed voorziening