Col. 4+Holt: mens als machine Flashcards

mechanisering van de levenloze natuur en ontstaan van de motortheorie artikel van holt over gedrag als functie van constanten in de omgeving van het organisme

1
Q

Descartes

A

dier = machine

mens NIET dier NIET machine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Borelli

A
  • grondlegger biomechanica
  • anatomie als subdiscipline binnen natuurkunde
  • bewegen is mechanisch specifiek
  • ZIEL nodig voor aansturen stomme materie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Materialisisch

A

er bestaat alleen maar materie

- cognitieve processen zijn materiële processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mechanisich

A

alle beweging heeft een mechanische oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Deterministisch

A

álles ligt vast -> de toekomst kan voorspeld worden als je over de juiste informatie beschikt, er bestaat GEEN vrije wil!
- kralenketting principe: uit heen een volgt onherroepelijk het ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Deterministisch

A

álles ligt vast -> de toekomst kan voorspeld worden als je over de juiste informatie beschikt, er bestaat GEEN vrije wil!
- kralenketting principe: uit heen een volgt onherroepelijk het ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de Vaucanson

A
  • robotbouwer; als je het kunt nabouwen zie je gelijk of je theorie klopt en of je het echt begrijpt
  • poepende eend; fysiologische processen
  • fluitspeler: samenhang lippen/tong
  • tabor-pipe speler: context-conditioned variability
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

context-conditioned variability

A

het mechanisme waarmee een bepaald resultaat tot stand gebracht kan worden is afhankelijk van wat er aan vooraf gegaan is
- tabor-pipe speler: eerst C spelen en dan D. maar eerst E en dan mechanisme voor D geeft geen D als toon!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de Lamettrie

A
  • bewonderde Descartes, ondanks fouten in theorieën
  • mensen zijn ook machines, mensen en dieren verschillen alleen in complexiteit
  • GEEN vrije wil
  • brein= centraal controle orgaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Substantieel lichaamsbeeld

A

lichaam is distinctie entiteit en kan los van zijn omgeving worden begrepen

  • machine metaforen gebruiken
  • proberen te begrijpen door alle losse elementen te begrijpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mechanisch specifiek

A
  • beweging = mechanische response op stimulus
  • activatie van een bepaald mechanisme geeft een bepaalde respons
  • kan functioneel zijn in bepaalde context, maar hoeft niet, geen doelgerichtheid in beweging zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stimulus specifiek

A
  • aanbieden van dezelfde stimulus geeft dezelfde respons

- respons is functioneel op stimulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Willis

A
  • arts/ onderzoeker

- brein als zetel intellect, maar niet als huis van ZIEL, want brein dieren lijkt op dat van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Critical moments

A

moment waarop er nieuwe featrures ontstaan door het combineren van losse elementen/ organiseren van processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Integrated whole

A
  • critical moment in evolutie

- ontstaan van geheel zenuwstelsel dat interacteerd ipv allemaal losse relfexpaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bead theory of causation

A
  • alle beweging heeft een mechanische oorzaak
  • wordt veroorzaakt door iets wat in direct aan vooraf gegaan is
  • gedrag niet zien als mens geheel, maar als som van losse elementen in mechanisme
17
Q

Funcion theorie of causation

A
  • beweging is een functie van wetmatige constanten in omgeving
  • NIET veroorzaakt door moment terug in tijd
18
Q

Novelty feature of gedrag

A

door integratie van neurale processen is het uiteindelijke gedrag geen direct gevolg meer van de uitlokkende stimulus, maar een functie van de omgeving

19
Q

Inorganic release of energy

A

levenloze natuur; release wordt getriggerd door INTERNE factoren van het releaseMECHANISME
- bead-theorie klopt hier

20
Q

Organic release of energie

A

levende natuur; release wordt getriggerd door EXTERNE factoren van het releaseMECHANISME, = door de omgeving, NIET door representatie