Col 6: Darwin Flashcards

1
Q

Darwin

A
  • theologie studie
  • na bachelor reis met Beagle
  • NA TERUGKEER ideeën over veranderende populaties
  • natuur produceert variatie, sommige worden geselecteerd voor overleven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Robert Fitzroy

A
  • kaptein Beagle

- vriend Henslew, Henslew van Dariwin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lyell

A

Principles of Geology: observeerde dat aarde langzaam verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lamarck

A

eerste ideeën evolutie (romantiek):

  • organismen streven naar perfectie in context
  • er is overerving van eigenschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Evolutie door natuurlijke selectie

A

1) er is variatie binnen een populatie
2) die variabliteit is overerfbaar
3) die variabiliteit bepaalt mate van reproductie (fitness)
- -> variatie ontstaat random (mutaties), selectie is deterministisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mendell

A

experimentne erwten kruisen –> er zijn stoffelijke dragers van erfelijke eigenschappen
–> kans op mutaties + mogelijkheid overerving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wallace

A

komt onafhankelijk van Darwin óók tot theorie van evolutie door natuurlijke selectie, samen artikel publiceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Populatiedenken

A

alle leden van een soort zijn uniek
- zowel dieren als mensen; dus zelfs daarin zijn wij hetzelfde als dieren
- er is geen “essentie” die de hele populatie kernmerkt
=> in BW zoeken naar algemene principes, of juist verschillen tussen individuen verklaren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Seksuele selectie

A

natuurlijke selectie specifiek op eigenschappen die de KANS op reproductie vergroten

  • bepaalde aantrekkelijke eigenschappen voor andere geslacht
  • voordeel voor kans op reproductie niet persé ook voordelig voor eigen overleven!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gedrag (Darwin)

A
  • manier op relatie met omgeving aan te gaan
  • functioneel voor overleven en/of reproductie
  • NIET mechanische respons!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Huxley

A
  • paste Darwin’s theorie toe –> conclusie afstamming van apen!
  • stelde dat alle dieren machines zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Instinctief gedrag

A
  • relatief invariabel tussen individuen van zelfde populatie
  • geen ervaring voor nodig
  • niet adaptief tov VERANDERENDE omgeving
  • wel geadapteerd aan NORMALE omgeving
    = mechanisch specifiek
    => bijv. dat worm holletje afsluit met smalle kant blad; doet hij ALTIJD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Intelligent gedrag

A
  • flexibel in overeenstemming met omgeving
  • je moet kennis hebben van jezelf en omgeving
    => afhankelijk van blad welke kant smalst is en welke kant eerst naar binnen getrokken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Functioneel specifiek

A

gedrag komt tot stand obv de functie voor het individu

  • NIET mechanisch specifiek
  • NIET stimulus specifiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Variatieprobleem

A

als elk individu uniek, wat en hoe kunnen we dan onderzoek doen?

  • door populatiedenken
  • > tweedeling BW onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Aardwormexperimenten

A

ook gedrag van lagere dieren (= eenvoudig zenuwstelsel) is:

  • flexibel
  • functioneel
  • intelligent