College 2; Modellen en theorie Flashcards

1
Q

Bij de definitie van communicatie komen telkens 5 peilers naar voren. Welke zijn dit?

A
  1. Sociaal proces
  2. Symbolen
  3. Betekenis
  4. Omgeving
  5. Beinvloeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ziet het model van Laswell eruit:

(simpel model, betrekkelijk basic…)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke aspecten ontbreken in het model van Laswell?

A
  1. Ruis
  2. Omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Je hebt 3 modellen die de richting van communicatie bepalen. Welke zijn dat?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Na het model van Laswell (basismodel) kwam Shannon & weaver met een nieuw model. Het lineaire model. Wat is het grootste verschil met Laswell?

A

Er was ook aandacht voor ruis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke soorten ruis zijn er volgens Shannon & Weaver

A
  1. Psychologisch
  2. Fysiologisch
  3. Fysiek
  4. Semantisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen Fysieke en Fysiologische ruis volgens shannon & weaver?

A

1. Fysieke ruis: Is extern. Bv. achtergrondgeluid waardoor iemand niet te verstaan is.
2. Fysiologische ruis: heeft betrekking tot iemands fysiek. Bv. anders communiceren door honger. Of ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De klassieke modellen zijn lineair en vallen onder communicatie als “Actie”.

Wat wordt er bedoeld met interactionele communicatie?

A
  1. Er is feedback en het is een constant proces van zenden en feedback krijgen.
  2. Er is een gedeeld veld van ervaring die bepalend is voor de communicatie.
  3. De termen encoderen en decoderen worden respectievelijk gebruikt voor het produceren en interpreteren van berichten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is kritiek op communicatie als interactie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie was de grondlegger van het interactionele communicatiemodel?

A

Schramm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt er bedoeld met een transactioneel communicatiemodel?

(focus op het verschil met interactioneel communicatiemodel)

A

Het erkent dat zowel zender als ontvanger tegelijkertijd berichten verzenden en ontvangen, en dat deze berichten kunnen worden beïnvloed door externe en interne factoren.

Het is dus niet sequentieel zoals een interactioneel communicatiemodel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar is in het transactionele model bijzondere aandacht voor?

A

Het gedeelde veld van ervaringen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie had veel invloed op het interactionele communicatiemodel?

A

Barnlund

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een theorie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 4 doelen van een theorie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de drie communicatieparadigma’s?

A
  1. Positivisme/Empirisme
  2. Interpretatief
  3. Kritisch
17
Q

Wat wordt er bedoeld met postivisme/empirisme als communcatieparadigma?

A
18
Q

Wat wordt er bedoeld met het interpretatieve communicatieparadigma?

A
19
Q

Wat wordt er bedoeld met het kritische communicatieparadigma?

A
20
Q

Wat is een paradigma eigenlijk?

A

Een paradigma is een raamwerk van aannames en methodologieën dat bepaalt hoe wetenschappers hun vakgebied benaderen en interpreteren. In een breder perspectief, kan het ook verwijzen naar een algemeen geaccepteerde denkwijze of kijk op zaken.

21
Q

Elk paradigma bestudeert drie aspecten. Welke zijn dit?

A
  1. Ontologie
  2. Epistemologie
  3. Axiologie
22
Q

Wat is ontologie?

A

zijnsleer, vragen over hoe de realiteit in elkaar zit, leer over de
werkelijkheid/waarheid

23
Q

Wat is Epistemologie?

Moeilijk woord. Wat nodig om moeilijke woorden te begrijpen?

A

kennisleer, vragen over de aard, oorsprong en voorwaarden voor kennis
en het weten.

Kennis

24
Q

Wat is Axiologie?

Ezelsbruggetje: Acties (axi) doe je op basis van….

A

waardeleer, bestudering van de aard en soort van waarden en de manierwaarop zij ervaren worden.

Je acties baseer je vaak op waarden