College 7: Personality (Type D)

Question 1

Type D

Answer 1

Hoge NA en SI

Question 2

SI

Answer 2

Niet uiten van gevoelens uit angst voor wat mensen denken

Question 3

Predictiemodellen over type D laten zien dat type D

Answer 3

Een stabiele persoonlijkheid trait is, die onafhankelijke is van emotionele onstabiliteit
Type D heeft dus een eigen pathway

Question 4

Type D en erfelijkheid

Answer 4

Type D wordt bepaald door een stabiele set van genen, Type D is erfelijk. Er is echter wel ruimte voor verbetering, omdat uit tweelingstudies blijkt dat er om de vier jaar nieuwe omgevingsfactoren invloed hebben op dit construct

Question 5

Type D geassocieerd met

Answer 5

Slechtere prognose bij coronair lijden.

Question 6

Biomedische correlates van Type D

Answer 6

Cortisol, hypertensie, ader verkalking, cholesterol en ontstekingsfactoren.

Question 7

Type D > … > coronair lijden

Answer 7

Metabool syndroom, leefstijl is niet de verklarende factor tussen Type D en metabool syndroom!!
Type D sporten minder (maar als ze sporten dan geen verschil in tijd en energie), eten minder gevarieerd, meer vet en meer bewerkt eten.

Question 8

Onderdelen metabool syndroom

Answer 8

Abdominale obesitas met de volgende onderdelen: hoge triglyceriden, laag HDL, hoge bloeddruk en hoge nuchtere glucoselevels.

Question 9

Metabool syndroom en type D

Answer 9

Type D twee keer zo vaak metabool syndroom

Question 10

Mogelijke oorzaken van het metabool syndroom

Answer 10

Leefstijl (ongezond dieet, weinig beweging), genen (kunnen genen hebben waar je dik van wordt maar ook genen waardoor ze kwetsbaarder zijn voor HVZ), leeftijd (verhoging van oxidatieve stress)

Question 11

Type D > biologische mechanismen > Slechte HVZ uitkomsten/mortaliteit

Answer 11

• Cortisol (HPA-as)
• Oxidatieve stress
• Immuunactiviteit
• NA (SAM-as)
• Genetische factoren

Question 12

Cortisol algemeen

Answer 12

1. Hyperactiviteit: verhoogde CAR (cortisol awakening respons) of algemeen hoger cortisol door de hele dag.
2. Hypoactiviteit: minder HPA-as reactiviteit bij het ontwaken > flattend curve.

Question 13

Cortisol type D

Answer 13

1. Geen verschil in CAR

2. Wel hogere AUC: meer cortisol bij type D gedurende de dag, onafhankelijk van depressie score

Question 14

Gevolgen hypercortisolemie

Answer 14

Metabolic rate omhoog (meer glucose in het bloed) > Oxidatieve stress omhoog > Endotheel dysfunctie

Remming ACh (PS) > remming vasodilatatie > vaatwanden meer constrictie, minder flexibel en hogere bloeddruk

HOGERE MORTALITEIT

Question 15

Oxidatieve stress

Answer 15

Teveel oxidanten en te weinig antioxidanten > meer vertering > beschadigen vaatwanden, ventrikels gaan uitlubberen en kunnen minder kracht zetten

Question 16

Oxidatieve stress veroorzaakt door

Answer 16

Hoge glucose in het bloed > oxidanten omhoog!

Ook door verhoogde inflammatie

Question 17

Meer oxidatieve stress door

Answer 17

Ongezonde leefstijl

Question 18

XO

Answer 18

XO zorgt voor verhoging van ROS (reactive oxygen species). XO is verhoogde bij hartfalen.

Question 19

HSP70

Answer 19

Antioxidant mechanisme: bescherming van de cel tegen ischemie

Question 20

XO/HSP70 type D bij mensen met verleden van hartfalen

Answer 20

XO: significant hoger
HSP70: significant lager
XO/HSP70: significant hoger - hogere disbalans oxidanten en antioxidanten.

Bij mensen zonder hartfalen: XO en HSP70 lager, en XO/HSP70 hoger

Question 21

Ischemie is in dit onderzoek

Answer 21

Een moderator

Question 22

Oxidatieve stress zorgt voor verhoging van

Answer 22

SAM-as en IS > zorgen ook voor minder goed functioneren van endotheel

Question 23

Verhoging van SAM en IS zorgt voor

Answer 23

Verhoging OS, dus bidirectioneel verband!

Question 24

HSP70 en IS

Answer 24

HSP70 zorgt voor de remming van TNF-alfa, dus verlaagde HSP70 zorgt voor meer proinflammatoire cytokinen en apoptose

Question 25

Oxidatieve stress onder invloed van de volgende systemen

Answer 25

Verhoging van SAM-as, HPA-as (via hyperglycemie) en IS. Buiten de systemen: ongezonde leefstijl, hogere leeftijd.

Question 26

Hedonisch welbevinden

Answer 26

Plezier en blijdschap, balans tussen PA en NA

Question 27

Eudaimonisch welbevinden

Answer 27

Tevredenheid over eigen kunnen en bereiken van doelen

Question 28

Emotional circumplex

Answer 28

Hoge of lage arousal vs. valence (positief of negatief)

Question 29

PA is geassocieerd met

Answer 29

- Lagere cortisol - Lagere immuunactiviteit - Lagere sympatische activatie (behalve bij hoge arousal) - verlaging van BP en HR

Question 30

PA en cortisol

Answer 30

Laag PA en hoge arousal PA zorgen voor hogere cortisol output. Hierin zit verschil tussen vrouwen en mannen.

Question 31

Geslachtsverschillen bij cortisol

Answer 31

Vrouwen: lagere CAR, dus flattend curve Mannen: hogere algemene waarden

Question 32

PA en IS

Answer 32

Meer effectief functionerend IS, 3 x minder kans op het krijgen van infecties - hoe meer PA, hoe minder kans op het krijgen van een verkoudheid. > Zou ook nog kunnen komen doordat cortisol lager is: minder immunosupressive

Question 33

PA en SAM-as

Answer 33

Sympatische activiteit gaat naar beneden: verlaging BP en HR.

Question 34

QoL van laag naar hoog

Answer 34

1. Laag PA, hoog NA > hoogste kans op angst, depressie en type D. 2. Laag PA, laag NA 3. Hoog PA, hoog NA (hoge PA buffert enorm voor hoge NA!!) 4. Hoog PA, laag NA

Question 35

PA in type D model

Answer 35

Zou dus een bufferend effect kunnen hebben op het ontwikkelen van HVZ

Question 36

Type D en IS

Answer 36

Verhoogde immuunactivatie - meer pro-inflammatoire cytokinen die zorgen voor meer endotheel disfunctioneren.

Question 37

IS invloed op

Answer 37

HPA-as (meer cortisol), ziektegedrag en verhoging van OS.

Question 38

IS onder invloed van

Answer 38

SAM-as (gas van de ontsteking) en HPA-as (rem van de ontsteking)

Question 39

Type D en SAM-as

Answer 39

Verhoogde sympatische activiteit. Door verhoging van de bloeddruk in combinatie met andere mechanismen (zoals verhoging van OS ) zorgt dit samen voor endotheelschade

Question 40

SAM-as invloed op

Answer 40

HPA-as (adrenaline zorgt voor verhoging CRF en ACTH), versterkt zichzelf (adrenaline zorgt voor verhoging van sympatische respons) en IS (immuuncellen worden beïnvloed door adrenerge hormonen)

Question 41

SAM-as onder invloed van

Answer 41

HPA-as en OS

Question 42

Genen en type D *

Answer 42

Type D is erfelijk, maar omgevingsfactoren (die wisselen) hebben hier ook invloed op. Genen hebben verder invloed op: - Subjectieve perceptie van stress - Kwetsbaarheid voor depressie, angst, hostiliteit en coping (hier is type D dus onafhankelijk van!) - Reactiviteit van de vagal nerve, SAM- en HPA-as - Genetische kwetsbaarheid voor ziekten

Question 43

Enthousiasme

Answer 43

Staat van PA, met hoge arousal - kan wel zorgen voor verhoging van cardiovasculaire activiteit

Question 44

Satisfaction with life

Answer 44

Lage arousal, verlaging cardiovasculaire activiteit