College Anne-Marie 4 Flashcards

1
Q

kenmerken ernstige gedragsproblemen

A
  • Meerdere gedragsproblemen tegelijk
  • Gedurende langere tijd, óf
  • Eén gedragsprobleem in ernstige mate
  • Negatieve gevolgen voor jeugdige en omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dwars en opstandig gedrag

A
  • vaak ruzie met volwassenen, weigeren zich te voegen naar regels
  • opstandig zijn
  • anderen met opzet irriteren
  • anderen de schuld geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

prikkelbaar en driftig gedrag

A
  • prikkelbaar zijn
  • boos en gepikeerd zijn
  • driftig zijn
  • woede-uitbarstingen hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

antisociaal gedrag

A
  • vechten
  • liegen
  • spijbelen
  • gedrag vertonen dat leidt tot schorsing van school of club
  • niet gevoelig zijn voor straf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

druk en impulsief gedrag

A
  • rusteloos zijn
  • moeite hebben om rustig te spelen
  • bezigheden van anderen verstoren
  • prikkelgevoelig zijn
  • eerst doen, dan denken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

comorbiditeit/differentiele diagnose

A
  • hechtingsproblemen
  • ADHD
  • depressie
  • traumatische ervaringen
  • ASS
  • LVB
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

screeningsinstrumenten

A
  • CBCL
  • TRF
  • YSR/SDQ
  • SEV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gedragsstoornissen

A

ODD en CD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ODD

A

oppositional defiant disorder
- > 6 maanden
- negatief, agressief en openlijk ongehoorzaam gedrag
- beinvloedt sociaal functioneren/functioneren op school

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

CD

A

conduct disorder
- > 12 maanden
- grondrechten van anderen geschaad
- bij de leeftijd horende sociale normen of regels overtreden
- beperkingen in sociaal functioneren en functioneren op school

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

diagnostiek

A
  • genormeerde testen en vragenlijsten
  • observatie-instrumenten
  • diagnostische interviews
  • dossier- en documentatieanalyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

risico- en beschermende factoren

A
  • kindfactoren
  • opvoedingsstijl ouders
  • problemen van ouders zelf
  • gezin
  • motivatie
  • omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

‘ladder’ bij interventies gedragsproblemen

A
  • training opvoedingsvaardigheden ouders
  • training jeugdige
  • training jeugdige en ouder component
  • gezinsinterventie
  • multisysteem interventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kenmerken oudertraining

A
  • 6 - 10 bijeenkomsten van 2 uur óf intensief:
    15-25 sessies
  • Kennisoverdracht
  • Anders leren kijken naar problematiek kind
  • Technieken aanleren en oefenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voordelen/werkzaamheid oudertraining

A
  • Meta-analyses: effectsizes groot/middelmatig
    en klein;
  • Oudertraining draagt bij aan verminderen,
    gedragsproblemen bij kinderen in
    basisschoolleeftijd;
  • Kosteneffectief
  • Geen problemen generaliseerbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

nadelen oudertraining

A
  • Negatieve invloed op effect: psychopathologie
    moeder, ouderlijke stress en laag inkomen
  • Lage SES: eerder uitval, meer baat bij
    individuele training
  • Oudertraining met extra interventie voor
    problemen van ouders werkt niet (Kaminski,
    2008)
17
Q

PMTO

A

parent management training oregon.
– Training op maat, in groep/individueel;
– 4-12 jaar;
– Wekelijks 1 uur en telefonische ondersteuning tussentijds;
– Actieve opzet met thuisopdrachten;
– Meestal bij instelling, soms thuis;
– 15- 25 bijeenkomsten

18
Q

vaardigheden ouders PMTO

A
  • duidelijke instructies geven
  • je kind prijzen en belonen
  • je kind een nieuwe vaardigheid leren
  • gebruik maken van een beloningssysteem
  • gebruik maken van een time-out procedure
  • iets leuks wegnemen als straf
  • je emoties onder controle houden bij ongewenst gedrag en tijdens
    conflicten
  • met je kind brainstormen over oplossingen voor een (keuze)probleem
    of conflict
  • informatie verzamelen over waar en met wie je kind is en wat het
    doet
  • de week zo indelen dat er leuke activiteiten met elkaar worden
    gedaan