Conginetale aandoeningen Flashcards

(42 cards)

1
Q

Wat is een terme baby?

A

Geboren na een normale zwangerschapsduur, tussen 37 weken en 40 weken

Dit is de definitie van een terme baby in de neonatale terminologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent prematuur?

A

Kind geboren voor de 37e week van de zwangerschap of <500 gr

Premature baby’s hebben vaak extra zorg nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is serotiniteit?

A

Kind geboren na een zwangerschap van meer dan 42 weken

Dit wordt ook wel een overdraag baby genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is dysmatuur?

A

Kinderen die in gewicht sterk zijn achtergebleven tov het gewicht dat voor de zwangerschapsduur normaal is

Ook bekend als small for gestational age (SGA).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een macrosome baby?

A

Te hoog gewicht voor de zwangerschapsduur

Dit kan complicaties tijdens de bevalling met zich meebrengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie doet de opvang van de pasgeborene?

A

Vroedvrouw of kinderarts indien problemen met de toestand van de moeder of kind

Problemen kunnen zijn: verslechterd CTG, kunstverlossing, prenataal bekende afwijkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de regels van ABC in de opvang van pasgeborenen?

A
  • Airway
  • Breathing
  • Circulation

Deze regels zijn essentieel voor de eerste hulpverlening aan pasgeborenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de APGAR-score?

A

Beoordeling 1, 5 en 10 minuten na geboorte; max score is 10

Lage score die na 10 minuten niet verbetert kan wijzen op perinatale asfyxie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de vijf criteria van de APGAR-score?

A
  • Hartslag
  • Ademhalingsinspanning
  • Spierspanning
  • Reflexrespons
  • Kleur

Elke criteria wordt beoordeeld met een score van 0, 1 of 2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de circulatoire aspecten bij de aanpassing van de foetale circulatie?

A

Overgang leven in uterus naar leven buiten uterus; O²-transport via navelstreng

Bij geboorte moet de bloedcirculatie veranderen om O² op te nemen via de longen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de symptomen van ademhalingsproblemen bij pasgeborenen?

A
  • Versnelde AH
  • Neusvleugelen
  • Intercostale-sternale intrekkingen
  • Kreunen
  • Cyanose

De ernst van de problematiek is afhankelijk van het aantal en de ernst van symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Infant Respiratory Distress Syndrome (IRDS)?

A

Hyaliene mmembraanziekte, problemen met ademhaling door gebrek aan surfactant

Hoe jonger het kind geboren, hoe groter het risico op IRDS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is meconium en wat zijn de risico’s bij de pasgeborene?

A

Ontlasting van pasgeborene; inademen voor of tijdens de geboorte kan leiden tot ernstige AH-problemen

Meconium kan chemische longontsteking veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn tekenen van infectie bij pasgeborenen?

A
  • Onder T°
  • Kreunen
  • Slecht drinken
  • Slechte circulatie
  • Prikkelbaar/suf

Groep B-streptokokken is een belangrijke verwekker van infecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is neonatale hypoglycemie?

A

Te lage glucosewaarde bij pasgeborenen

Langdurig te lage glucosewaarden kan neurologische schade veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn symptomen van neonatale hypoglycemie?

A
  • Apneus
  • Trillerigheid, onder T°
  • Sloomheid
  • Hypotonie
  • Convulsies

Risicogroep omvat dysmaturen en prematuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is neonatale icterus?

A

Gele verkleuring van de huid en oogwit, frequent in de eerste levensweek

Fysiologische icterus is meestal niet ernstig, maar niet-fysiologische icterus kan pathologisch zijn.

18
Q

Wat zijn de symptomen van hoge bilirubinewaarden?

A
  • Icterus
  • Suf
  • Minder drinken
  • Kans op kernicterus

Kernicterus kan leiden tot neurologische aandoeningen.

19
Q

Wat zijn de oorzaken van niet-fysiologische icterus?

A
  • Bloedgroeppantagonisme
  • Congenitale sferocytose
  • Enzymdeficiënties
  • Stofwisselingsziekten
  • Hormonale afwijkingen

Kernicterus kan ernstige gevolgen hebben voor de ontwikkeling.

20
Q

Wat zijn de neurologische aspecten van prematuriteit?

A

CZS volop in ontwikkeling; schade kan gevolgen hebben door zwangerschapsduur, infecties, en asfyxie

Dit kan leiden tot spasticiteit en andere neurologische aandoeningen.

21
Q

Wat zijn de symptomen van convulsies bij neonaten?

A
  • Abnormaal huilen
  • Veranderingen in hartslag en BD

Oorzaken kunnen lage glycemie, elektrolytenstoornissen, of stofwisselingsziekten zijn.

22
Q

Wat is hemangioom?

A

Goedaardig bloedvatgezwel in kluwenvorm; lijkt op aardbeienvlek

95% van de hemangiomen verdwijnt spontaan.

23
Q

Wat zijn de frequent voorkomende aangeboren hartafwijkingen?

A
  • Ventrikelseptumdefect (VSD)
  • Atriumseptumdefect (ASD)
  • Persisterende ductus arteriosus (PDA)
  • Tetralogie van Fallot

Deze afwijkingen kunnen variëren in ernst en behandeling.

24
Q

Wat is de behandeling voor een ventrikelseptumdefect (VSD)?

A

Diuretica en chirurgische sluiting in het eerste levensjaar

Klein geruis door restdefect kan mogelijk zijn.

25
Wat is de oorzaak van slokdarmatresie?
Deel van slokdarm ontbreekt, wat leidt tot problemen met het slikken ## Footnote Behandeling omvat afvoer van slijmen en chirurgie.
26
Wat is hypospadie?
Urethra-opening eindigt niet in top van de penis maar aan de ventrale zijde ## Footnote Dit komt relatief vaak voor bij jongens.
27
Wat is Down-syndroom?
Trisomie 21; verhoogde incidentie bij oudere moeders ## Footnote Typerend uiterlijk omvat mongoloïde oogstand, grote tong, en hypotonie.
28
Wat is de oorzaak van trisomie 21?
Tijdens meiose splitst chromosoom 21 niet, wat leidt tot een bevruchting met een cel met 1 kopie van chromosoom 21, resulterend in trisomie 21 ## Footnote Trisomie 21 staat ook bekend als het syndroom van Down.
29
Noem drie typerende uiterlijke kenmerken van trisomie 21.
* Mongoloïde oogstand * Grote tong * Hypotonie ## Footnote Soms is er ook een viervingerlijn aanwezig.
30
Wat is de verhoogde kans voor patiënten met trisomie 21?
* Hartafwijkingen (AVSD) * Congenitale hyperthyroïdie * Auto-immuunziekten zoals coeliakie en schildklierpathologie * Recidiverende kno-infecties * Verminderde groei ## Footnote Specifieke groeicurves kunnen worden gebruikt om de groei te monitoren.
31
Wat is het Edwardssyndroom?
Trisomie 18, gekenmerkt door een extra chromosoom 18 ## Footnote Dit syndroom wordt gekenmerkt door verschillende ernstige gezondheidsproblemen.
32
Noem enkele kenmerken van het Edwardssyndroom.
* Groeiachterstand voor de geboorte * Laag geboortegewicht * Klein gezicht en hoofdje * Mentale retardatie * Bijna altijd hartafwijking * Afwijkingen aan handen en voeten * Nierafwijkingen, neurale buisdefecten, schisis, open buik, slokdarmafsluiting ## Footnote Dit syndroom heeft een hoge mortaliteit in de vroege levensfase.
33
Wat is het Klinefelter syndroom?
Een aandoening die enkel bij mannen voorkomt, waarbij ze geboren worden met 1 of meer chromosomen teveel (XXY) ## Footnote Dit syndroom leidt tot verschillende ontwikkelingsproblemen.
34
Noem enkele kenmerken van het Klinefelter syndroom.
* Spraakmoeilijkheden * Groter dan gemiddeld * Borstontwikkeling * Achterstand in groei van zaadballen in puberteit * Sneller moe * Steriliteit * Soms ook botontkalking ## Footnote Deze kenmerken kunnen variëren in ernst.
35
Wat is het syndroom van Turner?
Een aandoening die enkel bij meisjes voorkomt, gekenmerkt door het ontbreken van 1 X chromosoom of een afwijkende vorm van 1 van de 2 X chromosomen ## Footnote Dit syndroom heeft invloed op de ontwikkeling en gezondheid.
36
Noem enkele kenmerken van het syndroom van Turner.
* Klein gestalte * Problemen met hart, nieren, schildklier en/of gehoor * Brede, korte nek en opgezette handen en voeten * Normale intelligentie maar sociaal emotionele problemen * Niet goed ontwikkelde eierstokken * Uitblijven van menstruatie * Geen borsten en niet vruchtbaar ## Footnote De hormonale balans is vaak verstoord, wat leidt tot verschillende gezondheidsproblemen.
37
Wat is spina bifida?
Een aandoening waarbij de primitieve neurale buis niet volledig sluit, wat resulteert in een open rug ## Footnote Dit gebeurt vroeg in de zwangerschap.
38
Noem enkele behandelingen voor spina bifida.
* Operatief sluiten van defect * Begeleiden van orthopedische en urologische problemen ## Footnote De behandeling kan variëren afhankelijk van de ernst van de aandoening.
39
Wat is hydrocephalus?
Een aandoening gekenmerkt door een abnormale ophoping van cerebrospinale vloeistof in de hersenen ## Footnote Het kan obstructief of niet-obstructief zijn.
40
Wat zijn klinische tekenen van hydrocephalus?
* Toenemende schedelomvang zolang schedelnaden nog open zijn * Verhoogde intracraniale druk in latere instantie ## Footnote Diagnostische hulpmiddelen zijn onder andere echo, MRI of CT.
41
Wat is schisis?
Een aandoening waarbij de normale versmelting van bovenlip en verhemelte verstoord is ## Footnote Het ontstaat vroeg in de zwangerschap en kan leiden tot voedingsproblemen.
42
Noem enkele oorzaken van schisis.
* Genetische factoren * Niet-genetische factoren zoals ligging in de baarmoeder ## Footnote Vaak is er een combinatie van factoren die bijdragen aan de ontwikkeling van schisis.