Conversations Flashcards

1
Q

do you want to come with me

A

wil je met me meekomen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

im going to my friend’s house for a party

A

ik ga naar een vriend van me foor een feestje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sure

A

uiteraard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

who is your friend

A

wie is die vriend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

its at my friend ryan’s

A

het is bij mijn vriend ryan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

his house is near the beach

A

zijn huis staat vlak bij het strand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

how many people will be there

A

hoeveel mensen komen er

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

i think twenty or thirthy

A

ik denk een stuk of twintig, dertig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

thats a lot

A

dat zijn er veel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

it sounds like it

A

zo klinkt het inderdaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

do i need to bring anything

A

zal ik iets meeebrengen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

if you want, you can bring some drinks or snacks for people to share

A

als je wil, kun je drankjes of snacks meebrengen om met de andere mensen te delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

i can do that

A

dat kan ik wel doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

what kind of drinks shall i bring

A

wat voor een sort drankjes zal ik meebrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

im happy that i ran into you

A

ik ben blij dat ik jou tegen ben gekomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

i had no plans for new years eve and i was sad

A

ik had geen plannen voor oudejaarsavond en ik was verdrietig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

actually last year i didnt do anything for new years so im happy i can do something this

A

ik had vorig jaar eigenlijk ook niets gedaan dus ik ben blij dat ik dit jaar iets te doen heb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

why didnt you do anything

A

waarom heb je niks gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

i was really sick

A

ik was heel erg ziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

thats terrible

A

dat is verschrikkelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

its ok

A

het geeft niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

at least i saved some money

A

ik heb ‘ten minste geld bespaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

ill see you at the party

A

nou tot ziens op het feestje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

I had such a weird dream tonight

A

ik heb vannacht heel vreemd gedroomd

25
Q

really?

A

werkelijk

26
Q

what was it about

A

waar was het over

27
Q

i was on a farm and there were very many strange animals

A

ik was op een boerderij en er waren heel veel vreemd dieren

28
Q

there were normal animals like goats, pigs and cows but there were also zebras, kangaroos and even a tiger

A

er waren normale dieren zoals geiten, varken and koeien maar er waren ook zebra’s, kangaroes, en zelfs een tijger

29
Q

and some zebra’s had different colored stripes

A

en sommige zebras hadden verschillende kleuren strijpen

30
Q

some were blue, some were purple and some were rainbow striped

A

sommige waren blauw, sommige waren paars en sommige hadden regenboogstrepen

31
Q

and then the tiger talked to me

A

en toen begon te tijger tegen me te praten

32
Q

but he spoke spanish

A

maar hij sprak spaans

33
Q

what did he say

A

wat zei hij dan

34
Q

no idea, i dont speak spanish

A

geen idee, ik spreek geen spaans

35
Q

so then how did you know he was speaking spanish

A

dus hoe weet jij dat hij spans sprak

36
Q

I know what spanish sounds like

A

ik weet hoe spaans klinkt

37
Q

then what happened

A

en wat gebeurde er toen

38
Q

i dont remember

A

dat kan ik me niet meer herinneren

39
Q

do you always have weird dreams?

A

heb je altijd zulke vreemde dromen

40
Q

do you think dreams meean anything?

A

denk je dat dromen iets betekenen

41
Q

what do you think

A

wat denk jij

42
Q

i think so

A

ik denk het wel

43
Q

maybe you want more friends in your life

A

misschien wil je meer vrienden in je leven

44
Q

i already have a lot of friend

A

ik hel al veel vrienden

45
Q

maybe your friends are boring and you want more interesting friends

A

misschien zijn je vrienden saai en wil je meer interessante vrienden

46
Q

its time to wake up

A

het is tijd om wakker te worden 1

47
Q

5 more minutes

A

nog 5 minuten

48
Q

thats what you also said 5 minutes ago

A

dat zei je 5 minuten geleden ook al

49
Q

its time to get up

A

het is tijd om op te staan

50
Q

go brush your teeth and put your clothes on

A

ga je tanden poetsen en kleed je aan

51
Q

i dont want to wear the shirt you picked out for me

A

ik wil het t shirt wat je voor me uitgekozen hebt niet aan

52
Q

i dont like it anymore

A

ik vind die niet meet mooi

53
Q

then pick out a different shirt

A

kies dan maar een ander t-shirt

54
Q

can you do it

A

kan jij dat doen

55
Q

you can choosee your own t shirt

A

je kunt je eigen t-shirts uitkiezen

56
Q

come eat breakfast when youre ready

A

kom ontbijten als je klaar bent

57
Q

you need to eat quickly, we’re late

A

je moet snel komen eten, we zijn wat laat

58
Q

you know you can only havee chocolate os in the weekend

A

je mag dat je chocolate os alleen in het weekend mag

59
Q

but i dont want anything elsee

A

maar ik wil niks anders