CPU 2 Voortplanting (H2) Flashcards

(21 cards)

1
Q

ongeslachtelijke voortplanting

A

nakomelingen uit 1 ouder, genetisch identiek, door celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom is er cellen in meercellige organismen

A

vervanging van oude/beschadigd cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sporen eigenschappen

A

voortplantingscel, dikke celwand waardoor ze jaren in een rust stadium kunnen blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

klonen

A

kunstmatig ongeslachtelijke voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

celdeling

A

uit een cel, cellen met dezelfde erfelijke eigenschappen, dna wordt gekopieerd hierdoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2 fasen van de celcyclus

A

M-fase en interfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

M-fase

A

mitose (kern deling) en celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

interfase

A

periode tussen twee delingen,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fases van interfase

A

gedeeld in G1 fase, S-fase, G2-fase, M-fase, G0-fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

G1 fase

A

cel neemt toe in grootte (plasmagroei), cel maakt van eiwitten die nodig zijn om DNA te kopiëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

S-fase

A

DNA wordt gekopieerd, oorspronkelijk DNA+gekopieerde deel blijven vast aan elkaar door het centrosoom. Chromosoom wordt een chromatide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

G2 fase

A

cel maakt eiwitten voor mitose, organellen worden gekopieerd en de celmembraan gevormd, trekdraden worden ook geproduceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

M-fase

A

mitose en celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

G0-fase

A

cel kan of een nieuwe celcyclus in gaan of in rust gaan, of zich specialiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mitose fasen

A

interfase, profase, pro-metafase, metafase, anafase, telofase en celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

profase

A

centrosoom verdubbelt, bewegen naar tegenovergestelde kanten van cel, trekdraden tussen, vormen kernspoel wnr ze de kern omvatten, chromosomen rollen op

17
Q

pro-metafase

A

kernmembraan verdwijnt, kern spoel houdt chromosomen op hun plaats, trekdraden hechten zich aan de centrosomen

18
Q

metafse

A

chromosomen in een vlak tussen beide centrosomen, trekdraden verbinden elk centromeer met een centrosoom

19
Q

anafase

A

chromotiden laten elkaar los, heten nu weer chromosomen

20
Q

telofase

A

een kernmembraan vormt rond elk groep chromosomen, elk kern bevat een kopie van de moeder cel