cultuur en sociale relaties Flashcards

(11 cards)

1
Q

sympatia

A

mensen streven naar een fijne, warme en harmonieuze sfeer in de relatie door te focussen op het positieve en het negatieve te vermijden (bv: veel met elkaar lachen, praten, etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

familioso

A

een hechten band hebben met familie door elkaar regelmatig te zien, op een positieve manier met elkaar om te gaan en elkaar steun te bieden (bv: elkaar bezoeken, helpen in het huishouden etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

respecta

A

vorm van beleefdheid en formaliteit waarmee ongemakkelijke situaties zoals een conflict vermeden kunnen worden, wordt gezien als belangrijk fundament van opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

traditioneel verbonden familiemodel

A

= ‘materiële interafhankelijkheid’ met nadruk op binding + verplichting / hiërarchie in socialisatie kinderen en partnerrelatie
bv. in rurale weinig geschoolde families

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

autonoom-verbonden familiemodel

A

= ‘affectieve interafhankelijkheid’ met meer ruimte voor autonomie / gelijkwaardigheid in socialisatie kinderen en partnerrelatie.
bv. in stedelijke middenklasse families

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tijgermoeders

A

moeders die hun kinderen aansporen om zo hoog en zo goed mogelijk te presteren door constant te focussen op verbetering en inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

“Tyranny of the beautiful”

A

Fysieke aantrekkelijkheid heeft gevolgen!
= vooral in individualistische culturen, blijkt niet overal zo te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Halo effect

A

fysieke is vaak eerste indruk van mensen, als je een positieve eerste indruk krijgt door fysieke aantrekkelijkheid, verwacht en zie je ook sneller andere positieve dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

residentiële mobiliteit

A

culturen waar mensen meer verhuizen –naar andere stad bv- maakt dat je relaties meer veranderen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

similarity-attraction hypothese

A

ik voel mij aangetrokken (romantisch maar ook gewoon wie je leuk vindt meer algemeen) tot personen die op mij lijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ultimate egotism

A

‘social liking’ als veralgemeende eigenliefde- we hebben groot zelfwaardegevoel dat adaptief is en vinden anderen die op ons lijken ook leuker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly