Deel 1

Question 1

the cheek

Answer 1

de wang/de wangen

Question 2

the greeting

Answer 2

de begroeting/de begroetingen

Question 3

the bow

Answer 3

de buiging/de buigingen

Question 4

the embrace

Answer 4

de omhelzing/de omhelzingen

Question 5

the kiss

Answer 5

de kus/de kussen

Question 6

the hug

Answer 6

de knuffel/de knuffels

Question 7

the habit

Answer 7

de gewoonte/de gewoonte(s)/(n)

Question 8

Answer 8

de wai

Question 9

funny

Answer 9

grappig

Question 10

awesome

Answer 10

geweldig

Question 11

to greet

Answer 11

begroeten

begroet

begroette(n)

begroet

Question 12

to embrace

Answer 12

omhelzen

omhels

omhelsde(n)

omhelsd

Question 13

to cuddle

Answer 13

knuffelen

knuffel

knuffelde(n)

geknuffeld

Question 14

to kiss

Answer 14

kussen

kus

kuste(n)

gekust

Question 15

to laugh

Answer 15

lachen

ik lach

lachte

gelachen

Question 16

to give

Answer 16

geven

geef

gaf

gegeven

Question 17

I make a bow/ naamaste

Answer 17

ik maak een buiging/een wai

Question 18

I make smalltalk

Answer 18

Ik maak een praatje

Question 19

to shake someone by the hand

Answer 19

iemand de hand schudden

Question 20

I shake someone by the house

Answer 20

ik schude iemand de hand

Question 21

I give a kiss

Answer 21

Ik geef een kus

Question 22

I shake hands (or I give a hand??)

Answer 22

ik geef een hand

Question 23

to just be

Answer 23

het gewoon zijn

Question 24

I’m just…

Answer 24

ik ben het gewoon

Question 25

To have your hands full

Answer 25

de handen vol hebben

Question 26

I have my hands full

Answer 26

Ik hed de handen vol

Question 27

shake

Answer 27

schudden schud schudde(n) geschud

Question 28

to give

Answer 28

geven geef gaf (gaven) gegeven

Question 29

to be

Answer 29

zijn ben was (waren) (ben) geweest

Question 30

to have

Answer 30

hebben heb had (hadden) gehad

Question 31

both

Answer 31

allebei

Question 32

neither

Answer 32

geen van beiden

Question 33

the same length

Answer 33

even lang

Question 34

as much (same amount)

Answer 34

evenveel

Question 35

the same

Answer 35

dezelfde hetzelfde

Question 36

I live in a different city than you

Answer 36

Ik woon in een andere stad dan jij

Question 37

I come from a different country than you

Answer 37

Ik kom uit een ander land dan jij

Question 38

I think so!

Answer 38

Ik denk het wel!

Question 39

I don't think so!

Answer 39

Ik denk het niet!

Question 40

Yes, of course!

Answer 40

Ja, zeker!

Question 41

I'm sure!

Answer 41

Ik weet het zeker!

Question 42

I live in a different city than you

Answer 42

Ik woon in een andere stad dan jij

Question 43

I speak a different language to you

Answer 43

Ik spreek een andere taal dan jij

Question 44

I come from a different country than you

Answer 44

Ik kom uit een ander land dan jij (de woord)

Question 45

I can to Belgium in a different year

Answer 45

Ik ben in een ander jaar naar België gekomen

Question 46

Do you know if François has a car?

Answer 46

Weet jij of François een auto heeft?

Question 47

Do you know if François can sing well?

Answer 47

Weet jij of François goed kan zingen?

Question 48

Do you know if François has even been in a hospital?

Answer 48

Wee jij of François ooit in een ziekenhuis heeft gelegen?

Question 49

I know/think that he has a car

Answer 49

Ik weet/dent dat hij een auto heefy

Question 50

I know/think he can't sing well

Answer 50

Ik weet/denk dat hij niet goed kan zingen.

Question 51

I know/think that he has never been to hospital

Answer 51

Ik weet/denk dat hij nog nooit in een ziekenhuis heeft gelegen.

Question 52

Hoeveel kinderen heb jij? (I have 2 I have none)

Answer 52

Ik heb er twee. Ik heb er geen.

Question 53

Hoeveel kussen geeg jij? (I give three)

Answer 53

Ik geef er drie.

Question 54

My mother opened the door when we got home

Answer 54

Mijn moeder deed de deur open toen we thuiskwamen

Question 55

When my boyfriend went to Spain for the first time, my mother gave him two kisses.

Answer 55

Toen mijn vriend voor het eerst mee naar Spanje ging, kreeg hij van mijn moeder twee kussen.