Deel 7 Flashcards
(33 cards)
1
Q
the driver’s licence
A
het rijbewijs
2
Q
the job interview
A
het (sollicitatie)gesprek
3
Q
the colleague
A
de collega
de collega’s
4
Q
the diploma
A
het diploma
de diploma’s
5
Q
the job experience
A
de (werk)ervaring
6
Q
freelance
A
zelfstandig
7
Q
flexible
A
flexibel
8
Q
stress resistant
A
stressbestendig
9
Q
customer friendly
A
klantvriendelijk
10
Q
useful
A
handig
11
Q
orderly
A
ordelijk
12
Q
accurate
A
nauwkeurig
13
Q
punctual
A
stipt
14
Q
organized
A
georganiseerd
15
Q
polite
A
beleefd
16
Q
motivated
A
gemotiveerd
17
Q
patient
A
geduldig
18
Q
to apply
A
solliciteren
ik solliciteer
solliciteerde(n)
gesolliciteerd
19
Q
to organise
A
organiseren
organiseer
organiseerde(n)
georganiseerd
20
Q
to collaborate
A
samenwerken
ik werk samen
werkte(n) samen
samengewerkt
21
Q
I work in team
A
Ik werk in team
22
Q
I work in shifts
A
Ik werk in ploegen
23
Q
I work part time
A
Ik werk deeltijds
24
Q
I work full time
A
Ik werk voltijds
25
I'm flexible
Ik ben flexibel
26
I (also) want to work on weekends.
Ik wil (ook) in het weekend werken.
27
I can organize (well).
Ik kan (goed) organiseren.
28
I have a driving license.
Ik heb een rijbewijs.
29
Working on weekends is not a problem.
In het weekend werken is geen probleem.
30
I choose the blouse hanging in the closet.
Ik kies **de** bloes **die** in de kast hangt.
31
I choose the coat hanging in the closet.
Ik kies **de** jas **die** in de kast hangt.
32
I choose the shirt that's on the chair.
Ik kies **het** hemd **dat** op de stoel ligt.
33
I choose the clothing that is on the chair.
Ik kies **het** kleedje **dat** op de stoel ligt.
