Deel 1 Hoofdstuk 1 Flashcards
(33 cards)
klanken
de kleinste betekenisvolle eenheden waaruit een woorden zijn samengesteld; basiselementen van de gesproken taal
letters
proberen klanken en klankreeksen weer te geven; basiselementen van de geschreven taal
voorwaarden voor een woord
1| is fonologisch welgevormd
- niet alle combinaties van klanken zijn mogelijk
- klankencombinaties die wel mogelijk zijn,
vormen potentiële woorden
2| heeft betekenis
- een klankenreeks vormt een teken van een taal dat naar een betekenis verwijst = reëel woord
3| wordt algemeen gebruikt door de taalgemeenschap
lexicon
mentaal woordenboek dat alle woorden van een taal bevat, gekoppeld aan hun passende betekenis
lexicon
→ lexicale kennis
de taalgebruiker kan
- het woord in de juiste categorie onder brengen (woordsoort)
- het woord adequaat verbinden met andere woorden (valentie)
- en met andere vormen (vormleer)
lexicon
→ lexicale kennis
⇒ lexicale betekenis & grammaticale betekenis
grammaticale betekenis
- meervoudsvorm van een zn
- verledentijdsvorm van een ww
- valentie van een ww
denotatie
verwijzing van het teken naar de eraan beantwoordende zaak via de mentale voorstelling van die zaak
betekenisdriehoek of semiotische driehoek
- geeft betekenisaspecten weer
- Ogden en Richards
- taaleconomiteit
- variatie
- synchroon: een hondenkenner zal het dier anders (specifieker) benoemen
- diachroon bv. telefoon: nummer draaien vs nummer toetsen
- driehoek
- symbol = taalteken = woord
- thought = concept = kenmerken
- referent = begrip
- lexical gap: concept en referent maar geen taalteken

semiotiek
systematische studie van tekens (verbaal & niet-verbaal) waar een communicatiesysteem (= een taal) gebruik van maakt
types
- index
teken dat verwijst bv. wegwijzer - icoon
teken dat afbeeldt bv. ‘niet roken’ - symbool
conventioneel teken bv. het woord stoel
connotatie
bijbbetekenissen bovenop de kernbetekenis van een woord
vaak emotioneel of stilistisch
eufemisme
connotatie op vlak van gevoelswaarde
verzachtend woord of verzachtende uitdrukking i.p.v. een gangbaar woord dat als ongepast wordt ervaren
dysfemisme
connotatie op vlak van gevoelswaarde
vergrovend woord of vergrovende uitdrukking
stijlregister
connotatie op vlak van stilistische waarde
bv. fiets vs rijwiel
meerduidigheid
homonymie
toevallige samenval van woordvormen:
een woordvorm heeft verschilllende betekenissen waartussen de modale taalgebruiker geen verband ziet
bv. bot
- knop
- been
- vis
meerduidigheid
homofonen
gelijkluidende woorden met verschillende spellingen
bv. hard vs hart
meerduidigheid
homografen
gelijke spelling, maar verschillende betekenissen
bv. massagebed
meerduidigheid
polysemie
niet-toevallige samenval van woordvormen:
een woordvorm heeft verschillende betekenissen die onderling verband houden
meestal resultaat van betekenisdifferentiatie
ezel
- dier
- dom persoon
- schildersezel
meerduidigheid
polysemie vs homonymie
Polysemie
Taaluniverseel
Constructief
Systematisch
Homonymie
Taalspecifiek
Niet-constructief
Niet-systematisch
oorzaken van polysemie
- metafoor
- metonymie
- betekenisverruiming of -uitbreiding
- betekenisverenging of -beperking
oorzaken van polysemie
metafoor
naamsoverdracht op grond van gelijkenis tussen referenten;
analogie tussen zaken A en B ⇒ naam A toepassen op B
bv. neus van de schoen (gelijkenis met lichaamsdeel)
oorzaken van polysemie
metonymie
naamsoverdracht op grond van verbondenheid van referenten in de werkelijkheid;
referenten komen vaak samen voor
⇒ associëren met elkaar
vormen
- stof/materiaal leent naam aan voorwerp uit die stof
bv. een blikje - omvattende leent naam aan het omvatte
bv. een glas drinken - eponiem
- product genoemd naar maker
bv. braille
- product genoemd naar maker
- geoniem
- product genoemd naar plaats van herkomst
bv. champagne
- product genoemd naar plaats van herkomst
- kenmerkende eigenschap noemen
bv. blauw-zwart (Club Brugge) - pars pro toto
- deel leent naam aan geheel
bv. de koppen tellen
- deel leent naam aan geheel
- totum pro parte
- geheel leent naam aan deel
bv. de auto voltanken
- geheel leent naam aan deel
oorzaken van polysemie
betekenisverruiming of -uitbreiding
een specifieker woord krijgt een meer algemene betekenisinhoud; een ruimer toepassingsveld
door verlies van betekeniskenmerk of connotatie
bv. marathon: loopwedstreid van 42 km
⇒ wat lang duurt
oorzaken van polysemie
betekenisverenging of -beperking
algemener woord krijgt specifiekere betekenis; beperkter toepassingsveld
door toevoeging van kenmerk of connotatie
- denotatief
bv. dopen: ‘in water steken’ ⇒ religieuze/studentikoze betekenis - connotatief
bv. belachelijk: ‘wat aanzet tot lachen’
meerwoordigheid
synonymie
verschillende woorden dekken éénzelfde werkelijkheid
gradaties
- volledig: elementen zijn onderling verwisselbaar in alle contexten bv. grammatica - spraakkunst
- partieel: beperkte onderlinge verwisselbaarheid
- stilistisch bepaald
- combinatiebepaald
bv. overlijden → mens
sterven → mens, dier
doodgaan → mens, dier, plant