Défi 4 mission 2 Flashcards
(39 cards)
Een winkelwagentje
Un caddie
Een waarborg
Une caution
Een studentenkamer, een kot
Une chambre d’étudiant, un kot
Een beschikbaarheid
Une disponibilité
Een douche
Une douche
Een mislukking
Un échec
Een wasbak, gootsteen
Un évier
De universiteit (unief)
La fac(ulté)
Een strijkijzer
Un fer à repasser
Een investering
Un investissement
Een studentenjob
Un job étudiant
Een wasserette
Une laverie
Een eenpersoonsbed, een tweepersoonsbed
Un lit simple, double
Een kookplaat
Une plaque de cuisson
Een stopcontact
Une prise électrique
Een eigenaar, een eigenares
Un, une propriétaire
Een opbergkast
Un (meuble de) rangement
Een (universitaire) residentie
Une résidence (universitaire)
Een offer
Un sacrifice
Het sanitair, de sanitaire voorzieningen
Les sanitaires
Een huishouddienst
Un service de ménage
Een opluchting
Un soulagement
Een oppervlakte
Une superficie
Een nachtkastje
Une table de chevet