Democratieën en Autocratieën Flashcards
(20 cards)
Hoe zijn verschillende typen regimes te categoriseren?
Closed autocracy - electoral autocracy - electoral democracy - liberal democracy
Hybride regimes
Zitten tussen een electoral autocracy en een electoral democracy in, hebben kenmerken van allebei.
Essentially contested concept
Niemand is het er over eens wat de definitie is
Rotten barrows
Representatieve democratie waar verkiezingsfraude mogelijk was
Politieke representatie
Iedereen is vertegenwoordigd
Politieke gelijkheid
alle burgers hebben evenveel macht en zijn politiek gelijk
Politieke vrijheden
Vrijheid van meningsuiting, -vereniging, -protest
Closed autocracy
geen vrijheden en geen representatie
Electoral autocracy
nog steeds minder vrijheden/ riskant om oppositie te vormen maar wel verkiezingen
Electoral democracy
meer vrijheden en verkiezingen, echte competitie in verkiezingen. Verschil autocratie en democratie zit in de vrijheden, die hebben ze meer bij een democratie
Liberal democracy
erg veel vrijheden en representatie, vergelijkbaar met Nederland
Golf 1 democratie
Weinig landen, duurde lang
Eerste stap was constitutionele monarchie, de koning zijn macht wordt aan banden gelegd.
Veel oorlogen
Daarna universeel stemrecht (eerst witte mannen, daarna vrouwen)
–> golf 1 = minder macht voor koning door constitutionele monarchieen
Democratische backsliding na golf 1
na 1918 verminderde het aantal democratieën sterk. Dit komt door de grote economische problemen, vanuit een democratie werden fascisten de baas. Italië, Duitsland, Frankrijk en Portugal etc.
Golf 2 democratie
Dekolonisatie stond centraal.
Na WOII werden autocratieën in Europa weer democratisch.
Veel landen/kolonies die democratisch wilden worden, na het vechten voor hun uitbuiters
Verankering democratie
Democratische backsliding na golf 2
Koude Oorlog. VB Congo: autocratieën konden doen wat ze wilden als je maar VS kant koos tegen Sovjet Unie
Golf 3 democratie
trigger: onafhankelijkheid van Angola (Portugal). Angola onafhankelijk wint en zet Portugese dictator af. Spanje volgt een jaar later, Griekenland ook, en dit steekt Zuid-Amerika aan
Val van de Muur is aansteker, steun van het Westen valt weg als je niet democratiseert.
Oorzaken van democratisering
- Rationele keuze theorie
- Instituties
- Cultuur
- Internationale invloed
Waarom leidt de rationele keuze theorie tot democratisering?
dictator denkt dit is de makkelijkste manier om te overleven. Een andere drijfveer is economisch gewin. Spaanse transitie is voorbeeld hiervan.
Waarom leiden instituties tot democratisering?
Instituties brengen stabiliteit.
Parlementair vs. presidentieel systeem; presidentieel valt makkelijker terug. heel belangrijk bij terugval.
Meerderheidsstelsel is minder stabiel dan proportioneel bijvoorbeeld. Belangrijk voor stabiliteit.
Hoe leidt internationale invloed tot democratisering?
invloed van buurlanden, belangrijke landen. Imperialisme, koloniën namen ideeën van de overheersende landen over. Als je onafhankelijk wordt neem je makkelijk instituties van overheerser over. Ook EU heel erg belangrijk in democratisering aanwakkeren.