Drugs en wetgeving Flashcards
(3 cards)
1
Q
Drugs wetgeving
A
= onderdeel drugsbeleid
–> drugsbeleid focust op strafrechtelijke, preventie en hulpverlening
2
Q
Wat is strafbaar?
A
3 categorieën:
1: persoonlijk gebruik
2: met verzwarende omstandigheden vb. minderjarigen –> ouders staan hier voor in (ook bij meerderjarigen die nog thuis staan gedomicilieerd)
3: dealen en productie
3
Q
Brug maken naar hulpverlening
A
Gaat vanuit elk rechtsniveau
Parket beslist hoe het verder gaat –> straf uitvoeren; probatie = straf niet hoeven uitvoeren als persoon zich laat begeleiden (hulpverlening); vrijlating onder voorwaarden (liefst op maat; hulpverlening)