duits goker Flashcards
(69 cards)
1
Q
stimmt
A
klopt
2
Q
zusammenhang
A
verband
3
Q
betrug
A
bedrog ,fraude
4
Q
begangen
A
begaan
5
Q
Schreibtisch
A
bureau
6
Q
mitarbeiten
A
meewerken
7
Q
mitarbeiter
A
medewerker
8
Q
schluss
A
conclusie
9
Q
heute
A
tot heden
10
Q
draußen
A
buiten
11
Q
erzielen
A
bereiken
12
Q
ausbildungspaket
A
trainingspaket
13
Q
knapp
A
krap
14
Q
ganz
A
helemaal
15
Q
Auftritt
A
scene , optrede
16
Q
bestätigt
A
bevestigd
17
Q
jetzt
A
nu
18
Q
Teilnehmer
A
abbonee
19
Q
Schulungsteilnehmern
A
training deelnamer
20
Q
angerufen
A
gebeld
21
Q
scheißegal
A
maakt mij niet uit , kan me niet schelen
22
Q
brauchen
A
nodig hebben
23
Q
empfängt
A
ontvangt
24
Q
Geschäft
A
bedrijf , winkel
25
Masche
truc
26
Rechtsanwalt
advocaat
27
angeschaut
bekeken
28
seriöität
serieus
29
Versprechen
beloven
30
einverstanden
akkoord
31
wissen
weten
32
manche
sommige
33
geschieht
gebeurt
34
stundenlang
urenlang
35
Gebühr
kosten
36
Kundin
klanten
37
anruft
bellen
38
schlau
slim
39
ausgezahlt
uitbetaald
40
kämpft
strijd
41
geht
gaat
42
zahlst
betaalt
43
verfügbaren
beschikbaar
44
gerne
graag
45
Zukunft
toekomst
46
Spaß
plezier
47
Ermittlungen
onderzoek
48
fuhr
reed
49
manchmal
soms
50
bleibt
blijft
51
erreichen
bereiken
52
Augenwinkel
ooghoek
53
rennen
race
54
kippt
kantelt
55
weitere
meer
56
bremse
remmen
57
Geschwindigkeit
snelheit
58
etwas
iets
59
gucken
kijken
60
leihen
lenen
61
Autovermietung
auto verhuur
62
bar
contant , cash
63
doof
stom
64
hoffen
hopen
65
verstehe
begrijp
66
Autovermietung
autoverhuur
67
Erwartet
verwacht
68
heute
vandaag
68
als
dan , als