Examen aardrijkskunde kerst Flashcards

synthese partie 1 (33 cards)

1
Q

De 4 sferen

A

Atmosfeer
Geosfeer
Hydrosfeer
biosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

definitie atmosfeer

A

gaslaag die onze planeet omringt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

atmosfeer
landschapsvormende laag:

A

klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vb
atmosfeer

A

temperatuur, wolken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onderste deel atmosfeer

A

troposfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe… , hoe …..

(troposfeer )

A

Hoe verder van de aarde, hoe kouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In de troposfeer wordt …

A

weer en klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

biosfeer definitie

A

omvat alle leven op de planeet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

landschapsvormende laag van biosfeer :

A

natuurlijke plantengroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vb biosfeer

A

bomen, mens, dieren, bacterïen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In de ….
In de …
In de …
biosfeer

A

in de vaste aardbodem
in de lucht
in het water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geosfeer definitie

A

Verwijst naar alle gesteenten van de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

landschapsvormende laag : geosfeer

A

reliëf, bodem, ondergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vb
geosfeer

A

gebergte, rotsen, gesteenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

onderste deel geosfeer

A

lithosfeer en mantel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gesteenten worden ingedeeld in ….

geosfeer

A

losse gesteenten en vaste gesteenten. Ze kunnen verweren en eroderen , getransporteerd en sedimenteren

17
Q

hydrosfeer definitie

A

Omvat al het water op of nabij het aardoppervlak

18
Q

landschapsvormende laag : hydrosfeer

19
Q

vb hydrosfeer

A

oceaan, gletsjer

20
Q

twee soorten water :

21
Q

Landschapsvormende lagen naar sferen :

A

natuurlijke en menselijke door elkaar

22
Q

lagen invloed op elkaar :

A

horizontale relatie
verticale relatie

23
Q

horizontale relatie :

A

op verschillende locatie
in zelfde laag

24
Q

verticale relatie :

A

op dezelfde locatie
in verschillende lagen

25
verschillende landschapsvormende lagen :
-klimaat -cultuurlandschap -natuurlijke plantengroei -water -relief -bodem -ondergrond
26
In verbinding met elkaar :
systeem aarde
27
dynamisch :
voortdurend veranderen
28
samenhang 4 sferen vb
waterkringloop
29
waterkringloop:
water opwarmen en verdampen
30
waterdamp ...
stijgen en wolken vormen
31
.... en .... vormen boven land
Condenseren en neerslag
32
regenwater in ... of in ... naar de zee
grond of in rivieren
33
proces ....
proces herhaalt zich