Exid Kapitel 6 Flashcards
1
Q
die Zucht
A
de teelt
2
Q
das Ungeziefer
A
het ongedierte
3
Q
die Gattung
A
de soort
4
Q
die Wachstumsrate
A
het groeipercentage
5
Q
zuordnen
A
indelen
6
Q
die Gestalt
A
de gedaante
7
Q
das Gerippe
A
het skelet
8
Q
die Ernte
A
de oogst
9
Q
schwindeln
A
duizelen
10
Q
streicheln
A
aaien
11
Q
heimsuchen
A
teisteren
12
Q
veröden
A
onvruchtbaar worden
13
Q
zerrinnen
A
wegvloeien
14
Q
die Verwandlung
A
de verandering, de gedaantewisseling
15
Q
die Schicht
A
de laag
16
Q
der Schädling
A
het insect, het schadelijke dier
17
Q
die Steigerung
A
de verhoging, de stijging
18
Q
der Wilderer
A
de stroper
19
Q
das Elfenbein
A
het ivoor
20
Q
das Getreide
A
het graan
21
Q
zappeln
A
trappelen, spartelen
22
Q
wackeln
A
wiebelen