Pagina 6 Körper und gesundheit Flashcards

1
Q

Zähne putzen

A

tanden poetsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(auf)wachsen

A

(op)groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ähnlich sehen

A

lijken op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sicht unterscheiden

A

verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zunehmen

A

aankomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

abnehmen

A

afvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

die Diät

A

het dieet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

aufklären

A

voorlichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

abtreiben

A

abortus plegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

das Altersheim

A

het bejaardentehuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Es wäre gut, sich morgens und abends die Zähne zu putzen.

A

het zou goed zijn om ‘s morgens en ‘s avonds je tanden te poetsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ich will nicht, das meine Kinder in einer Großstadt aufwachsen.

A

Ik wil niet dat mijn kinderen in een grote stad opgroeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mein Sohn siet seinem vater sehr ähnlich.

A

Mijn zoon lijkt heel erg op zijn vader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Er unterscheidet sich von seinem Zwillingsbruder duch die dunkele Augen.

A

Hij verschilt van zijn tweelingbroer door zijn donkere ogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nach der Krankheit sollte sie wieder zunehmen.

A

Na de ziekte moest zij weer aankomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ich möchte gerne drei Kilo abnehmen.

A

Ik zou graag drie kilo willen afvallen.

17
Q

Wir wurden im Biologieunterricht aufgeklärt.

A

wij kregen in de biologieles seksuele voorlichting.

18
Q

Abtreiben ist leider in vielen Ländern verboten.

A

Abortus plegen is in veel landen helaas verboden

19
Q

Seine Eltern wollen auf keinen Fall ins Alterheim.

A

Zijn ouders willen in geen geval naar het bejaardenhuis.

20
Q

das Hundtuch

A

de handdoek

21
Q

die Haarbürste

A

de borstel

22
Q

die Drogerie

A

de drogisterij

23
Q

der Lidschatten

A

de oogschaduw

24
Q

die Seife

A

de zeep

25
Q

das Taschentuch

A

de zakdoek

26
Q

der Fiseur

A

de kapper

27
Q

schneiden

A

knippen

28
Q

die Dauerwelle

A

de permanent

29
Q

die Locke

A

de krul

30
Q

rasieren

A

scheren