Pagina 6 Körper und gesundheit Flashcards
(30 cards)
Zähne putzen
tanden poetsen
(auf)wachsen
(op)groeien
ähnlich sehen
lijken op
sicht unterscheiden
verschillen
zunehmen
aankomen
abnehmen
afvallen
die Diät
het dieet
aufklären
voorlichten
abtreiben
abortus plegen
das Altersheim
het bejaardentehuis
Es wäre gut, sich morgens und abends die Zähne zu putzen.
het zou goed zijn om ‘s morgens en ‘s avonds je tanden te poetsen.
Ich will nicht, das meine Kinder in einer Großstadt aufwachsen.
Ik wil niet dat mijn kinderen in een grote stad opgroeien.
Mein Sohn siet seinem vater sehr ähnlich.
Mijn zoon lijkt heel erg op zijn vader.
Er unterscheidet sich von seinem Zwillingsbruder duch die dunkele Augen.
Hij verschilt van zijn tweelingbroer door zijn donkere ogen.
Nach der Krankheit sollte sie wieder zunehmen.
Na de ziekte moest zij weer aankomen.
Ich möchte gerne drei Kilo abnehmen.
Ik zou graag drie kilo willen afvallen.
Wir wurden im Biologieunterricht aufgeklärt.
wij kregen in de biologieles seksuele voorlichting.
Abtreiben ist leider in vielen Ländern verboten.
Abortus plegen is in veel landen helaas verboden
Seine Eltern wollen auf keinen Fall ins Alterheim.
Zijn ouders willen in geen geval naar het bejaardenhuis.
das Hundtuch
de handdoek
die Haarbürste
de borstel
die Drogerie
de drogisterij
der Lidschatten
de oogschaduw
die Seife
de zeep
