extra 1 Flashcards
1
Q
toeristische dienst
A
l’office de tourisme
2
Q
dus
A
donc
3
Q
best
A
il vaut mieux
4
Q
even nadenken
A
Laisser moi réfléchir
5
Q
hoofdstraat
A
la rue principale
6
Q
een plannetje
A
un plan de ville
7
Q
manieren om te reageren op een bedankje
A
Avec plaisir, de rien, je vous en prie
8
Q
een horloge
A
une montre
9
Q
opnieuw bedanken
A
je vous remercie
10
Q
een letsel
A
une lésion
11
Q
onderhuids
A
sous-cutané(e)
12
Q
ter hoogte van de halsbasis
A
basi-cervical
13
Q
aan de achterkant
A
postérieur
14
Q
geruststellend
A
rassurant
15
Q
geruststellen
A
rassurer
16
Q
nochtans
A
néanmois
17
Q
een uitsnijding
A
une exérèse
18
Q
de grootte
A
la taille
19
Q
lelijk
A
disgracieux
20
Q
een hiervoor bestemde zaal
A
une salle dédiée à cette activité
21
Q
in de tussentijd
A
d’ici là
22
Q
wijden/opdragen
A
dédier
23
Q
herstellen
A
se rétablir
24
Q
op zoek naar
A
à la recherche de
25
verdragen
tolérer
26
behandelen
traiter
27
veroordelen
condamner
28
deze keer
cette fois-ci
29
de vorige keer
fois passée
30
dan vroeger
qu'avant
31
vermijden
éviter
32
dan gewoonlijk
d'habitude
33
ondanks
malgré
34
als
il y a
35
verdrievoudigd
triplé
36
het aantal gevallen
le nombre de cas
37
tijdens
lors
38
over het algemeen
en général
39
de laatste weken
ces dernières semaines
