Frans Proefwerk Flashcards
(67 cards)
1
Q
Content
A
Blij ( mannelijk )
2
Q
Contente
A
Blij ( vrouwelijk )
3
Q
Montre
A
Laat zien
4
Q
Histoire
A
Geschiedenis, verhaal
5
Q
Personnage
A
Personnage
6
Q
Narrateur
A
Verteller
7
Q
Essaie
A
Probeert
8
Q
Gentil
A
Aardig ( mannelijk )
9
Q
Gentille
A
Aardig ( vrouwelijk )
10
Q
Jour
A
Dag
11
Q
Invite
A
Nodigt uit
12
Q
Sa
A
Zijn, haar ( vrouwelijk, enkelvoud )
13
Q
Rue
A
Straat
14
Q
arrive
A
Komt aan
15
Q
Frappe
A
Klopt, slaat
16
Q
Porte
A
Draagt, deur
17
Q
Salut
A
Dag, hallo
18
Q
Vêtements
A
Kleren
19
Q
Ballon
A
Bal
20
Q
Aime
A
Houdt van, vindt leuk
21
Q
Nouveau
A
Nieuw ( mannelijk )
22
Q
Nouvelle
A
Nieuw ( vrouwelijk )
23
Q
Moi
A
Mij, ik
24
Q
Bien sûr
A
Natuurlijk
25
Heure
Uur
26
Problème
Probleem
27
Sort
Gaat uit
28
Je ne sais pas
Ik weet het niet
29
Inquiet
Bezorgd, ongerust ( mannelijk )
30
Inquiète
Bezorgd, ongerust ( vrouwelijk )
31
Entre
Komt binnen
32
Aide
Helpt
33
Tout à coup
Plotseling, opeens
34
Voit
Ziet
35
Me
Me
36
Vrai
Echt, werkelijk, waar ( mannelijk )
37
Vraie
Echt, werkelijk, waar ( vrouwelijk )
38
N’est-ce pas?
Is het niet?, Nietwaar?, Toch?
39
D’accord
Oke
40
Pour
Voor, om
41
Fort
Sterk, hard ( mannelijk )
42
Forte
Sterk, hard ( vrouwelijk )
43
Balle
Bal, kogel
44
Lance
Gooit
45
Ventre
Buik
46
Aïe!
Au!, Oei!
47
Qu’est- ce qui se passe
Wat gebeurd er?, Wat is er?
48
Désolé
Sorry
49
Je suis désolée
Het spijt me ( vrouwelijk )
50
Te
Je, jou
51
Encore
Nog
52
Pansement
Pleister
53
Coup de pied
Schop, trap
54
Genou
Knie
55
Trop
Te, te veel
56
Raquette
Racket
57
Difficile
Moeilijk
58
Épaule
Schouder
59
Bizarre
Bizar
60
Son
Zijn, haar ( mannelijk, enkelvoud )
61
Parachutisme
Parachutespringen
62
Ces
Deze, die ( meervoud )
63
Espère
Hoopt
64
Fâché
Boos ( mannelijk )
65
Fâchée
Boos ( vrouwelijk )
66
Ne…plus
Niet ( geen ) meer
67
Fin
Eind