Fysieke beperking Flashcards

(61 cards)

1
Q

Wat is een fysieke beperking

A
  • aandoeningen van het neuromusculaire systeem, gewrichten en bindweefsel resulteren in vorm van fysieke beperking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

neurologische aandoeningen met een fysieke beperking

A
  • afsterven van CZS
  • verstoring van signalen tussen sensorische en motorneuronen
  • acute ischemie of trauma aan hersenen of ruggenmerg resulterend in immediate zenuwdood of beschadiging
  • chronische of degeneratieve neurologische aandoeningen tgv apoptische celdood of destructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Neurologische aandoeningen kunnen ofwel … of … zijn

A
  • acuut
    trauma
    afgesloten bloedvoorziening naar hersenen
    verlies geheel of gedeeltelijk van motorische functies, gevoel en cognitieve functies
  • degeneratief
    progressieve destructie van neuronen
    pt wordt meer en meer afhankelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef verschillende aandoeningen die fysieke activiteit beperken

A
  • Rugletsels
  • CVA
  • ideopatische tijdelijke faciale paralyse
  • MS
  • ALS
  • Parkinson
  • Cerebrale parese
  • Spierziekten
  • arthritis
  • sclerodermie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2 soorten letsels van het ruggenmerg

A
  • volledig letsel: geen gevoel, geen beweging onder level van letsel
  • onvolledig letsel: gedeeltelijk gevoelig, beperkte motorische functie. Functie keert terug binnen enkele uren of 6-18M
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Secundaire complicaties

A
  • verminderde longfuncties
  • decubitus letsels: secundaire infectie, anoxie of hypoxie van weefsels
  • spasticiteit
  • regulatie lichaamstemperatuur
  • infectiegevaar
  • cardiale instabiliteit
  • autonome dysreflexie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is autonome dysreflexie

A
  • levensbedreigende noodsituatie met felle verhoging van bloeddruk
  • Letsels boven T6
  • oorzaak bv irritatie darm of blaas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Symptomen van autonome dysreflexie

A
  • verhoogde BD
  • barstende hoofdpijn
  • roodheid, rillingen, transpiratie
  • onrust, verhoogde spasticiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Preventie van autonome dysreflexie

A
  • abrupte lichaamshoudingswijziging vermijden
  • pt in zitpositie laten
  • monitor blaas en darm lediging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hulpmiddelen voor pt met fysieke beperking

A
  • Pt met hoge laesie heeft weinig of geen restfunctie van armen en handen
  • Gebruikt hulpmiddelen die tussen de tanden worden geklemd
  • Optimale mondhygiëne !
  • Functie kan niet worden vervuld dmv prothese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hulpmiddelen: gebruik

A
  • Verhoogt onafhankelijkheid
  • Bediening elektrische rolstoel
  • Omdraaien van een blad van een boek
  • Typen op de computer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hulpmiddelen: criteria

A
  • mag orale weefsels niet beschadigen
  • comfortabel en niet vermoeiend
  • gemakkelijk te reinigen
  • niet te duur, gemakkelijk te vervaardigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hulpmiddelen: criteria (mag orale weefsels niet beschadigen)

A
  • stabilisatie door contact met alle geërupteerde tanden
  • niet traumatisch voor steunweefsel
  • mag tanderuptie niet hinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hulpmiddelen: criteria ( comfortabel en niet vermoeiend)

A
  • Pt kan nog praten, slikken en lippen bevochtigen
  • Hulpmiddel kan door pt geplaatst en verwijderd worden
  • Hulpmiddel aanpasbaar voor verschillende functies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mondzorg: hou rekening met

A
  • verminderde motoriek en sensorisch vermogen
  • risico op secundaire complicaties (autonome dysreflexie, aspiraties)
  • risico op decubitus, spasticiteit, slechte controle van de lichaamstemperatuur
  • gebruik van hulpmiddelen die in de mond worden gedragen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

CVA staat voor

A

cerebrovasculair accident

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

CVA is

A
  • plots verlies van hersenfuncties tgv verminderde bloedvoorziening in deel van hersenen
  • hemiplegie en hemiparese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

2 soorten beroertes die CVA veroorzaken

A
  • ischemische beroerte: bloedvat naar de hersenen is geblokkeerd
  • hemorrhagische beroerte: bloeding, ruptuur bloedvat van hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Predisponerende factoren voor CVA

A
  • diabetes
  • roken
  • hartaandoeningen
  • atherosclerose
  • gebruik van oral anticonceptie
  • druggebruik
  • hypercholesterolemie, hypertriglyceridermie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

TIA

A
  • een symptoom van CVA
  • tijdelijk onderbroken bloedtoevoer
  • transiënte tekens van beroerte
  • enkele minuten tot 1 uur
  • geen permanente schade
  • verschillende TIA’s= waarschuwing voor CVA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Acute symptomen

A
  • convulsie
  • bewustzijn verliezen
  • misselijkheid
  • hoofdpijn
  • paralyse van een lichaamshelft
  • spraakdefect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Medicatie gebruikt voor CVA

A
  • anticoagulantia: als bloedverdunner
  • antihypertensiva: BD verlager
  • trombolytica: bloedklonter verdunner
  • vasodilatator
  • steroid: zwelling in hersenen te verminderen
  • anti epileptica: voor aanvallen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Mondzorg en CVA

A
  • verminderde motorische en cognitieve functie
  • hemiplegie: prothese reinigen met 1 har
  • faciale paralyse
    verminderde natuurlijke reiniging
    verminderde controle over speeksel
    risico op aerosol in ogen tijden R/
  • gebruik van anticoagulantia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Bell’s verlamming oftewel

A

idiopatische tijdelijke faciaal paralyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is Bell's verlamming
- paralyse van de gelaatsspieren ( 7e craniale zenuw)
26
Behandeling van Bell's verlamming
- palliatief: dichtkleven oog, pijnstilling | - medicatie: corticosteroïden, antivirale medicatie
27
Mondzorg en Bell's verlamming
- hoe rekening met verminderde gelaatsspiermotoriek - geen controle over speeksel - medicatie
28
MS staat voor
multiple sclerose
29
Wat is MS
- chronische demyelinisatie van CZS - myeline schede wordt vernietigd en vervangen door sclerotisch weefsel - hierdoor is interferentie met transmissie van zenuw
30
nystagmus is
trilogen, het ritmisch heen en weer gaan van de oogbollen | - symptoom van MS
31
4 vormen van MS
- herstel/herval - progressief herval - primair progressief - secundair progressief
32
Herval/ herstel is
- acute slechte periodes afgewisseld met herstel en stabilisatie tussentijds
33
primair progressief
- graduele, bijna continue neurologische verslechtering vanaf begin van symptomen
34
Secundair progressief
- graduele neurologische verslechtering bij pt uit vorige groep (bij herstel/herval)
35
progressief herval
- graduele neurologische verslechtering vanaf begin met daarbij perioden van herval
36
Medicatie voor MS
- corticosteroïden: ontstekingsremmend - interferon bèta (1a en 1b) - glatirameer- acetaat - mitoxantron - natalizumab - dalfampridine - palliatieve medicatie
37
mondzorg bij MS
``` - orofaciale manifestaties • Intermitterende hoofdpijn • Aangezichtspijn • Gevoelloosheid • verlamming and spasmes. - visuele problemen - verminderde motorische mogelijkheden - orale en systemische neveneffecten van medicatie ```
38
ALS staat voor
amyotrofe laterale sclerose
39
Wat is ALS
- progressieve degeneratie van bovenste en onderste motor neuronen zonder periodes van remissie - uiteindelijk zijn alle systemen betrokken in de aandoening
40
2 soorten vormen van ALS
- spinale vorm 60% van de pt vroege symptomen: verlies van spieren en spierzwakte in bovenste en onderste ledematen - bulbaire vorm Dysarthrie Dysphasie voor vaste en vloeibare voeding Gezichtsverlamming /spasticiteit van de tong Symptomen thv de ledematen gelijktijdig of later Sialorrhea
41
Symptomen van ALS
* Spierkrampen en spasmen * Spierzwakte vooral in de extremiteiten * Toenemende moeite bij ademen * Moeite bij slikken en kauwen * Siallorhea (speekselvloed) * Depressie en angst * Cognitieve- en gedragsstoornissen
42
Behandeling van ALS
* Rilusone : kan overleving verlengen met ong 2 maanden * Palliatieve behandeling door interprofessionele teams. * Behandeling gefocust op management van progressieve symptomen * Medicatie tegen sialorrhea, bestraling of botox injectie in de speekselklieren
43
ALS en mondzorg
- Toenemende motorische beperkingen - Stabilisatie en ondersteuning - Risico op ademhalingsproblemen - Effecten van faciale paralyse. - Effecten van behandeling van sialorrhea.
44
Wat is de ziekte van parkinson
- progressieve aandoening van CZS - Degeneratie van bepaalde neuronen in de substantia nigra van basale ganglia - Belangrijke dopamine deficiëntie (! in transmissie)
45
ziekte van parkinson: 4 primaire symptomen
- Tremor in handen, armen, benen, kaak en gelaat - Stijfheid van romp en ledematen - Bradykinesie ( trage bewegingen) - Instabiele houding
46
mondzorg en ziekte van parkinson
- Toenemend verlies van motorische functie, tremor en stijfheid - Rigide, ongecontroleerde gelaatsspieren - Weinig controle over spieren van ogen, lippen, tong en slik spieren - Kwijlen - Korte afspraken - Mogelijks cognitieve beperking over de tijd - Invloed van medicatie - Educatie van verzorgende nodig.
47
ziekte van parkinson: symptomen thv het gelaat
* Gefixeerde expressie (masker) * Minder knipperen met ogen * Tremor of overdreven beweging van lippen, tong, nek * Moeilijkheden met slikken * kwijlen * Monotone, trage spraak
48
wat is Cerebrale parese
Niet progressieve aandoening van de cerebrale cortex | motorische functie
49
Soorten cerebrale parese
- spastische parese - dyskinetische parese - ataxische parese - gecombineerde parese
50
Spastische parese
- Spieren met verhoogde spanning/tonus - In 1 of meerdere ledematen - Soms ok thv orale structuren - Spasme : ongewilde, plotse contractie van spier of spiergroep - Stijve rigiede spieren, resistant voor beweging - Geheel of gedeeltelijk verlies van controle van beweging - Gemakkelijk vallen
51
Dyskinetische parese
- constante, trage, ongewilde beweging met frequente veranderingen in spiertonus - Geen controle over beweging - Grimassen - Kwijlen - Spraak problemen - Factoren die beweging beïnvloeden: • Moeite om te controleren verhoogt beweging • Plotse geluiden, fel licht, plotse beweging van mensen in = ruimte • emotionele factoren (mondzorgpraktijk)
52
Ataxische parese
- Verlies van evenwicht - Verlies van dieptezicht - Onzekere gang - Heeft moeite om recht te zitten - Gebrek aan coördinatie - Voorzichtige, stevige druk op de spier zal tremor verminderen
53
Vergezellende symptomen: cerebrale parese
* Primitieve reflexen en abnormale respons op stimuli * Contracturen * Epileptische aanvallen * Zintuiglijke aandoeningen * Spraak en taalstoornissen * Cognitieve beperking
54
problemen thv mond: cerebrale parese
- spierafwijkingen * Grimassen, faciale asymmetrie en abnormale functie van de kauwspieren, slikspieren en spraak * Spasticiteit kan interfereren met dagelijkse mondhygiëne * Lippen kunnen niet gesloten worden : kwijlen * Hyperactieve bijt en kokhals reflex : moeilijk tijdens poetsen maar ook tijdens professionele R/ - malocclusie * hoge incidence van malocclusie (musculoskeletaal/ misaligned teeth) * Mondademhaling, tongpersen, fout slikpatroon : open beet en protrusie voorste tanden
55
Problemen in de mond: cerebrale parese
``` • Attritie en Erosie - Ernstig, constant, ongewild bruxisme - Gastroesophagale reflux • Orale letsels - Frequent vallen met tandtraumata en kaakfracturen • Cariës - Hogere cariës prevalentie • Controle biofilm = moeilijk • Kauwproblemen • zacht dieet • Parodontale Infecties - Hogere prevalentie - Phenytoine-geïnduced gingiva hypertrofie - Veel tandsteen aanwezig ```
56
Mondzorg: cerebrale parese
• Rekening houden met : - Geassocieerde orale karakteristieken - predisponerende factoren voor mondpathologie - Motorische beperking - Ongecontroleerde bewegingen - Reflexieve reacties - ademhalingsproblemen - Aantasting spieren van hoofd en hals - Nood aan stabilisatie en ondersteuning - Mogelijk cognitieve beperking, moeilijke communicatie - Risico op epilepsie
57
wat is arthritis
gewrichtsontsteking - acuut/chronisch - gelokaliseerd/gegeneraliseerd (polyarthritis)
58
Medicatie reumatoïde arthritis
Medicatie : - Antireumatica - NSAID’s - Corticosteroïden - Immunosuppressiva
59
Reumatoïde arthritis en parodontale aandoeningen
* Beiden chronische ontstekingsreacties * Gemeenschappelijke risicofactoren en pathologische processen * Literatuur suggereert dat ernst van beiden gerelateerd zijn
60
Mondzorg en osteoarthritis
• Rekening houden met : - Gewrichtspijn : verminderde functie - Moeilijkheden uitvoeren ADL - Aangetaste gewrichten - Graad van beperking
61
Voorbereiden behandelen: arthritis
• Overleg met patiënt of verzorgende voor afspraak om specifieke noden te bepalen • Essentiële info (medische anamneses, beschrijving van beperking,..) kan via telefoon • Vraag specifiek ook naar beperkingen in ADL - Informatie over nodige assistentie door verzorgende - Aangepaste hulpmiddelen die gebruikt worden voor eigen mondzorg - Bepaal beste moment van de dag voor afspraak • Vraag naar voorkeur manier van communicatie • Welke aanpassingen zijn nodig voor veiligheid en comfort van de patiënt ? • Vraag naar medicatie die risico inhoudt voor Xerostomie, increased bleeding, interactie met lokale anesthesie