Longaandoeningen Flashcards

(52 cards)

1
Q

Manieren om de longfunctie te meten

A
  • vitale tekens
  • zuurstofmeting in het bloed
  • thorax foto
  • spirometrie
  • bloedgas analyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef bovenste luchtwegenaandoeningen

A
  • infectieuze rhinitis (verkoudheid)
  • allergische rhinitis (hooikoorts)
  • sinusitis
  • pharyngitis en tonsillitis
  • influenza (griep)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef onderste luchtwegenaandoeningen

A
  • acute bronchitis

- pneumonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Infectieuze rhinitis (verkoudheid)

A
  • kleine rond erythemateuze letselt op zacht gehemelte
  • vergrootte tonsillen
  • erythema multiforme
  • acute ulceratieve gingivitis
  • droge mond tgv decongestie en mondademhaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Allergische rhinitis (hooikoorts)

A
  • droge mond tgv antihistaminica

- orale candidase tgv langdurig gebruik van corticosteroïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sinusitis

A
  • droge mond tgv decongestie

- tandpijn tgv druk op wortels op bk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pharyngitis en tonsillitis

A
  • vergrootte amandelen

- erythemateuze weefsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

influenza (griep)

A
  • droge mond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

acute bronchitis

A
  • viraal

- bacterieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pneumonie

A
  • viraal
  • bacterieel
  • schimmel: pneumocycstis pneumonia (hiv/aids)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat komt meer voor: virus of bacterie

A
  • een virus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

mondzorg en longinfectie

A
  • pt in wzc of ziekenhuis: controle orale en parodontale pathologie
  • CHX mondspoeling 0,12% voor R/: om bacteriële load te verminderen
  • vermijd gebruik van ultrasoon (aerosol)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is tuberculose

A
  • een chronische, infectieuze en overdraagbare aandoening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef hoog risico groepen voor tuberculose

A
  • nauw contact met besmette pt
  • bepaalde landen
  • HIV pt
  • alcohol gebruiker/abuser
  • diabetes, chronisch nierfalen, kanker
  • ondervoeding
  • roken
  • <5 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Etiologie van tuberculose

A
  • mycobacterium tuberculosis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Transmissie van tb

A
  • Droplet vorming bij hoesten, niezen, spreken, zingen,… bij persoon met longTB
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Diagnose LTB (latent)

A
  • mantoux test (tuberculine huidtest)

- bloedonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Diagnose TB

A
  • thorax foto
  • bloedonderzoek
  • klinisch onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Behandeling TB

A
  • isoniazid ged 4-9 maanden

- resistentie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Mondgezondheid en TB

A
  • pijnlijke, diepe, onregelmatige ulceratie op de tong
  • kan ook voorkomen op palatum, lip, buccale mucosa en gingiva
  • biopsie toont M tuberculosis aan
  • vergrootte cervicale of submandibulaire lymfeklieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Behandel je een patiënt met actieve TB

A
  • nee, niet behandelen in ambulante TA praktijk

- behandeling in ziekenhuis met aangepaste isolatie, sterilisatie

22
Q

Astma

A
  • Chronische respiratoire aandoening gekenmerkt door terugkerende episodes van dyspnee, hoesten, piepen leidend naar bronchiale inflammatie en spiercontractie
23
Q

Verschillende soorten astma (5)

A
  • extrinsiek: allergisch of atopisch
  • intrinsiek: emotionele stress, obesitas
  • medicatie of voedsel geïnduceerd
  • inspanningsastma
  • astma geïnduceerd door infectie
24
Q

waardoor ontstaat Atopische (allergische) astma

A
  • IgE- gemedieerde overgevoeligheidsreactie
25
Symptomen astma aanval (8)
- gevoel van verstikking - bronchodilatator helpt onvoldoende - zweten, roodheid - piepen, hoesten - verwardheid door gebrek aan zuurstof - gedilateerde pupillen - tachypneu (snelle ademhaling) - tachycardie (snel hartritme)
26
Wat doen bij een astma aanval
- stop behandeling - alle instrumenten uit mond halen - geef Pt inhalator - dien bijkomend zuurstof toe - geef epinephrine (subcutaan of inhalatie) - monitor vitale tekens - bel 100
27
Geef 2 soorten behandelingen voor astma
- gebruik van bèta- 2 antagonist inhalator | - gebruik van corticosteroïden
28
Bèta- 2 inhalator
- vermindering van speekselproductie - daling pH in biofilm - kans op erosie - xerostomie - toename cariës incidentie - toename gingivitis bij onvoldoende MH - meer gastro- oesophagale reflux kan leiden tot erosie thv de tanden
29
Gebruik van corticosteroïden
- orale candidase | - spoel mond na elk gebruik
30
Voor start behandeling: astma
- Pt brengt inhalator en evt medicatie mee - Beoordeel risico - bronchodilatator en zuurstof aanwezig - laat pt voor behandeling eigen inhalator gebruiken - zorg voor stress vrije omgeving
31
Tijdens behandeling: astma
Antimicrobiële mondspoeling voor aanvang - Vermijd een hypergevoelige luchtweg te triggeren door gebruik van wattenrollen, afzuiging en fluoride lepels - Chirurgische afzuiging om aerosol inhalatie te verminderen - Gebruik LA zonder sulfieten - RD wordt aangeraden : nt inademen van stof, kunstmatige afsluiting van de mondopening, hogere druk in thorax, vergemakkelijkt ademhaling - Controleer occlusie : veel mondademhalers met kruisbeet, grote overjet, ..
32
Na de behandeling: astma
- Aanraden te spoelen na gebruik inhalator om kans op candidase en pH daling te verminderen - De tanden zo veel mogelijk poetsen na medicatiegebruik - Geen aspirine of NSAID’s gebruiken als pijnstiller - Steeds fluor behandeling zeker voor gebruikers beta-2 agonisten - Strikte 6-maandelijkse controle - Suikervrije siropen of poedervormige medicatie, of tabletten
33
COPD staat voor
chronisch obstructief longlijden
34
chronisch obstructief longlijden
- Progressief, niet omkeerbaar - Tgv inhalatie van tabaksrook (en omgevingspollutie) - Tabak is in 80-90 % oorzaak van mortaliteit
35
Wat is chronische bronchitis
- Excessieve mucusproductie in ademhalingswegen met productieve hoest voor minimum 3 maanden per jaar de laatst 2 jaar - Obstructie van de kleine luchtwegen tgv vernauwing, meer sputum productie en verstopping door mucus - Ademhalingsmoeilijkheden zowel bij in- als uitademen - 4 stadia (I – IV)
36
Symptomen van chronische bronchitis
- Chronische hoest  Veel sputum - Abnormale thorax foto - Zittend leven, overgewicht, cyanotisch - Oedemen, ademtekort
37
Wat is een emfyseem
- Vergroting van de luchtruimte distaal van de terminale bronchioli tgv verlies van interalveolaire septa - Mogelijke genetische predispositie - Moeilijkheid bij uitademen
38
Symptomen emfyseem
- Moeilijkheden bij ademen onder inspanning - Weinig, niet productieve hoest - Gewichtsverlies - Abnormale thorax foto - lippen tuiten om lucht uit te ademen (roze puffers)
39
Behandeling emfyseem
- Geen genezing mogelijk - Verminder risicofactoren : roken, pollutie, parodontale aandoeningen - Stabiliseer COPD : • Symptoombestrijding • Vaccinatie • Lichaamsbeweging • Chirurgie : verwijderen deel van de long, longtransplantatie • Zuurstoftoediening
40
Rokers hebben verhoogde kans op
- Mondkanker - Nicotine stomatitis - Halitosis - Parodontale infecties - Extrinsieke tandverkleuring - (pre-)maligne letsels
41
Voor behandeling: COPD
- Voorzorgen indien ook cardio-vasculair probleem - Beoordeel ernst COPD - R/ kan op stabiele pt met normale ademhaling - Vermijd R/ bij infectie bovenste luchtwegen - Bij gebruik corticosteroïden : puffen voor start behandeling - Identificeer pt die onder invloed van stress meer symptomen krijgt - Monitor BD - Pas behandelduur aan - Stoel in rechtzittende positie
42
Tijdens behandeling: emfyseem
- Gebruik antimicrobiële mondspoeling - Vermijd ultrasone scalers en air-polishers - LA zonder epinephrine - Geen lachgassedatie, gebruik van narcotica en barbituraten (ademhalingsdepressie) - Vermijd RD bij ernstige aandoening - Vermijd gepoederde handschoenen - Meet eventueel zuurstofsaturatie (indien <91 % zuurstof toedienen) - Vermijd gebruik van barbituraten, narcotica, antihistaminica, anticholinergica - Bij invasieve procedures eventueel steroiden bijgeven - Geen erythromycine, macroliden en ciprofloxacin bij pt die theofilline neemt
43
Na de behandeling: emfyseem
- Rookstop aanmoedigen - MH verbeteren - Behandeling xerostomie - Monitor paro status - Intra-oraal onderzoek : (pre)maligne letsels, candidase (inhalator) - Bespreek link paropathologie en COPD - Bespreek mondkanker (evt zelfonderzoek) - Regelmatige recall
44
Mucovisidose/ cystische fibrose
- alle exocriene klieren vormen verdikte secreties
45
Behandeling mucovisidose
- Regelmatige fysieke inspanning - Aanpassing dieet : • Pancreas enzyme supplementen • Vetoplosbare vitamines • Vloeistoffen met hoge zoutconcentratie - Bronchodilatatoren - Fysiotherpaie - AB indien nodig
46
Mondgezondheid en muco
- Geen specifieke orale laesies | - Gingivitis tgv droge mond
47
Bij behandeling: Mondgezondheid en muco
Aanbevelingen voor pt met astma zijn van toepassing - Pas stoelpositie aan - Gebruik geen rubberdam om ademhaling niet te storen - Vermijd aerosols in de praktijk - Vermijd dat muco patiënt wachtkamer moet delen met anderen, zeker indien deze een luchtweginfectie doormaken - Vermijd lange behandeltijden - Vermijd behandeling in mindere periode zodat kans op oplopen van infectie kleiner wordt
48
Mondzorg en mucovisidose
- Mond spoelen na gebruik inhalatoren - Tanden zoveel mogelijk poetsen na medicatie - Fluorgebruik - Mondhygiëne op peil houden - Strikte 6-maandelijkse controle - Suikervrije siropen, poedervormige medicatie of tabletten - Verhoogde waakzaamheid voor infecties : • Extra aandacht aan tonghygiëne • Werken met steriele koeling om besmetting met pseudomonas aeruginosa te voorkomen (komt veelvuldig voor in leidingwater, is dodelijk voor pt) - Veel aandacht aan TB hygiëne ; regelmatig vervangen om pseudomonas besmetting te voorkomen.
49
Slaapapnoe: etiologie
- Repititieve vernauwing en afsluiting van de bovenste luchtweg - Faryngeale luchtwegobstructie - Tonsillaire hypertrofie bij kinderen
50
Slaapapnoe: symptomen
- onderbroken slaap - snurken (+ inflammatie weke weefsels) - vermoeidheid
51
Slaapapnoe: behandeling
- CPAP (continuous positive airway pressure) - Gewichtsverlies - Aanpassing slaaphouding - chirurgie
52
Slaapapnoe en mondzorg
- Bij elke recall beoordeel weke weefsels - Onderzoek temporomandibulair gewricht - Raadt niet-alcohol houdende mondspoeling aan voor droge mond - Controleer beugel