gascondensatieketels en stookplaatsen Flashcards

(39 cards)

1
Q

Wat is energietransitie?

A

= de overgang van onze huidige manier van energie gebruiken naar een zuinerige, slimmere en groenere aanpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt het doel voor 2050 in over energietransitie?

A

doel voor 2050: klimaatneutraal Europa
= leven en werken zonder schadelijk effect op het klimaat
- gebouwen, bedrijven en transport moet afstappen van stookolie, aardgas, benzine of diesel (alle niet-hernieuwbare, fossiele brandstoffen) en overstappen op duurzame energiebronnen met aandacht voor energiebesparing en energieopslag
- opwarming van de aarde beperken en inzetten op energieafhankelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn duurzame energiebronnen?

A

= hernieuwbare energie
= energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij door het gebruik ervan het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kan je zeggen over de uitfasering van gas in Vlaanderen?

A
  • sinds 2021 geen aardgasaansluiting meer voor: verkavelingen, appartementsgebouwen of groepswoningbouwprojecten
  • vanaf 2025 is een aardgasaansluiting verboden
    • bij nieuwbouw (zowel woongebouwen als niet-residentiële gebouwen)
    • hybride installaties (bv. combi WP en gasketel) ook niet meer mogelijk
  • toegelaten verwarmingsalternatieven bij nieuwbouw:
    • warmtepomp
    • warmtenet
    • biomassaketel
    • elektrische verwarming
  • wat bij verbouwingen?
    • geen verboden op het vervangen van een bestaande gasketel (bv. kapot of niet efficiënt genoeg)
    • nieuwe gasaansluiting nog steeds toegelaten, maar installatiekost is heel hoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kan je zeggen over de uitfasering van gas in Brussel of Wallonië?

A

In Brussel of Wallonië is er nog geen verbod op een nieuwe aardgasaansluiting ingevoerd, ze hebben ook geen concrete plannen hiertoe.
Daarom zullen we dit toch nog regelmatig tegenkomen bij verbouwingsprojecten en/of renovatiedossiers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn alternatieven voor aardgas?

A

We blijven ook met ons gasnet zitten. Aardgas vervangen is een enorme uitdaging, maar toch een aantal alternatieven:
1. biogas: vergistingsprocessen zoals mest, kwaliteit op te waarderen, zeer beperkt aanwezig
2. stortgas: oude vuilnisbelten, rotting van organisch materiaal, kwaliteit op te waarderen, toekomstperspectief?
3. waterstof: geproduceerd uit duurzame energie, elektrolyse van water, niet methaan gebaseerd
4. methaan (synthetisch): waterstof opwerken tot methaan, maar dan CO2-bron
5. vloeibare alternatieven: ammoniak, methanol, mierenzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een energiedrager?

A

= een stof die zijn opgeslagen energie moet vrijgeven om warmte of beweging te creëren vb. gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe komen energiedragers op de site?

A
  • winningsplaatsen o.a. in Rusland en Amerika
  • in de stad: uitgebreid leidingnet: aardgas
  • afgelegen: opslagvaten (vloeibaar gas neemt namelijk 600 keer minder plaats in)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is aardgas?

A
  • komt uit de grond (vaak samen met aardolie gevonden)
    • kerogeen (= sediment op de zeebodem) onder druk en hoge temperatuur wordt aardolie
    • onder nog hogere temperaturen: aardgas
  • grootste deel van de gassen zijn koolwaterstoffen (vb. methaan)
  • vervoerd via pijpleidingen en gastankers
  • de energiedragers houden door hun chemische samenstelling een bepaalde hoeveelheid energie vast = calorische waarde
    • die zorgt voor een exotherme reactie waarbij er warmte vrij komt
  • meest voorkomend in België: methaan, propaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan je zeggen over de gasteller?

A
  • natuurlijk verluchten van het tellerlokaal
  • toegankelijk tellerlokaal
  • voldoende ruimte
  • tellerlokaal moet tegen de gevel dichtst tegen de straat gelegen zijn
  • afmetingen: zei eisen van de nutsmaatschappijen
  • gasleiding = geel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe is de werking van een traditionele ketel (niet condenserend)?

A
  • aardgas via een leiding naar de ketel aanvoeren
  • aardgas in de ketel verbranden
  • bij verbranding is er zuurstof nodig, dus er wordt ook buitenlucht naar de ketel aangevoerd
  • bij de verbranding komt er warmte vrij, met deze warmte wordt het water opgewarmd voor de ruimteverwarming of voor het sanitair warm water (kranen)
  • bij de verbranding komen er ook rookgassen vrij, die waterdamp bevatten
  • deze rookgassen worden via de schoorsteen afgevoerd
    => rookgassen zijn warm = groot energieverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe is de werking van een condenserende gasketel (gascondensatieketel)?

A

de warmte-energie uit de rookgassen wordt gerecupereerd
- de rookgassen worden door een warmtewisselaar geleid
- de waterdamp in de rookgassen condenseert
- en geven hun warmte af
- er ontstaat condenswater
- de afgegeven warmte wordt opgenomen in het verwarmingswater
=> afvoerleiding grijs water nodig voor het condenswater
=> hierdoor 10% minder energieverbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kan je zeggen over de calorische waardes van gascondensatieketels?

A

A. calorische onderwaarde:
- totale hoeveelheid energie die in het gas aanwezig is
- vrijgekomen warmte bij directe verbranding
B. calorische bovenwaarde:
- onderwaarde + condensatiewarmte
- geeft rendementen hoger dan 100%
- rendementen meestal 108 à 109%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat kan je zeggen over het benutten van warmte van een gascondensatieketel?

A

Gascondensatieketels benutten de warmte door directe verbranding zo goed mogelijk. Daar bovenop wordt ook de condensatiewarmte van de rookgassen benut.
=> Koude leiding gaat door de warme rookgassen en het koude water warmt op. De rookgassen op hun beurt condenseren op de koude waterleiding
- er kan ongeveer 9% extra warmte uit de rookgassen gehaald worden, waardoor het totale rendement van deze installaties naar 109% stijgt
- theoretisch maximum (111°C)
- warmte wordt onttrokken door warmtewisselaar, hierdoor condenseert een deel van het water in de lucht/rookgassen in de warmtewisselaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt energie gewonnen door condensatie?

A

De temperatuur van het retourwater heeft een grote invloed op het rendement van de ketel.

Als het retourwater een hoge temperatuur heeft, bv. 70°C en de rookgassen hebben ongeveer 90°C, zullen we dus maar weinig energie kunnen winnen uit de rookgassen.

Als we de retourtemperatuur laag kunnen houden, bv. 35°C en de rookgassen hebben ongeveer 90°C, zullen we veel energie kunnen winnen uit de rookgassen.

Dus hoe lager de retourtemperatuur, hoe meer we de rookgastemperatuur kunnen doen zakken, hoe beter.

De retourtemperatuur kun je nooit lager krijgen dan de temperatuur van de binnenomgeving, want de leidingen moeten warmte kunnen afgeven aan de binnenomgeving.

grafiek: hoe lager de rookgastemperaturen, hoe hoger het extra rendement dat we hebben teruggewonnen uit de rookgassen.

Daarom gaan we kiezen voor verwarmingssystemen die werken op lage temperaturen
=> lage retourtemperatuur
=> er kan veel warmte gewonnen worden uit de rookgassen
=> hoger rendement
=> bij aardgas kan er zo max. 12% extra warmte gewonnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een cascade?

A

= in batterij gemonteerde ketels
= meerdere verbrandingsketels parallel opgesteld naar elkaar
- wordt toegepast bij centrale verwarmingssystemen
- aanvulregeling: wanneer 1 ketel op zijn volle vermogen werkt en dat is nog niet voldoende, dan springt de tweede ketel bij (want verbrandingsketel werkt het best op zijn nominaal vermogen)
- ketels van eenzelfde type
- ontworpen om te functioneren als een eenheid
- collector voor de afvoer van de verbrandingsproducten, speciaal ontworpen door de toestelfabrikant
- gekeurd door een onafhankelijk laboratorium
- het opstartvermogen mag niet lager zijn dan 25% van het totaal nominaal vermogen van de batterij
- gemotoriseerde afsluitkranen voor cascaderegeling
- voordelen:
- toestellen werken op maximaal vermogen en dus het beste rendement
- indien 1 toestel defect is, is er nog steeds verwarming

17
Q

Wat kan je zeggen over de veroudering van een gasketel?

A
  • Wanneer gasketels (niet condenserend) ouder worden daalt hun rendement. Oude gasketels branden soms maar aan 65% rendement meer.
  • Wanneer een dergelijke ketel door een gascondensatieketel vervangen wordt, daalt het energieverbruik direct met 40-50%
    belangrijke nuance: als we over oude gasketels spreken, dan zijn dat doorgaans geen condenserende ketels, maar gewone gasketels
18
Q

Wat zijn, naast gascondensatieketels, nog andere verbrandingstoestellen?

A
  • gaskachel
  • pellets
  • pelletketel
  • pelletkachel
19
Q

Wat kan je zeggen over gaskachels?

A
  • plaatselijke verwarming
  • geen automatische regeling
  • laag rendement
  • sfeervol
20
Q

Wat zijn pellets?

A

= oorspronkelijk zaagafval, houtresten uit de zagerij, geperst in korrels
= houtresten komen van overval, maar doel is zoveel mogelijk uit lokale bossen te putten

  • houtpellets hebben een calorische waarde van 4.9 kWh/kg, door verbranding kan deze energie gebruikt worden om te verwarmen
  • 1 m³ pellets heeft een gewicht van 650 kg
  • 2 kg pellets ~ 1 l stookolie ~ 1 m³ aardgas
  • sinds de jaren 1970 (oliecrisis) aan populariteit gewonnen (olieschaarste) als alternatief voor aard- en stookolie in veel sectoren
  • vanaf 1983 ook particulier voor de pelletkachel
  • eind jaren 1990 beschouwd als volwaardige warmtebron
  • vooral in Scandinavië en Duitsland
21
Q

Zijn pellets duurzaam?

A
  • restafval of actieve boskap?
  • hernieuwbare bron: bomen heraanplanten
  • transport: lokaal vs. geïmporteert
22
Q

Wat kan je zeggen over pelletketels?

A

Pelletketels halen een rendement van om en bij de 107% op bovenwaarde en kunnen zowel ingezet worden voor verwarming als voor de opwekking van sanitair warm water.

Pelletopslag nodig:
- textielsilo (polyester)
- pelletvoorraadruimte
levering pellets gebeurt per tankwagen

23
Q

Hoe is de werking van pelletketels?

A

De pellets worden gedoseerd tot verbranding gebracht en de warmte wordt door een ventilator of met behulp van water in de woning binnengebracht.

24
Q

Wat kan je zeggen over pelletkachels?

A
  • plaatselijke verwarming
  • geen automatische regeling
  • laag rendement
  • sfeervol
25
Wat zijn stookplaatsen?
= elk vertrek waarin verbrandingstoestellen staan die fluïda op temperatuur en eventueel onder druk brengen deze fluïda dienen voor de centrale verwarming of de luchtbehandeling van gebouwen, of om ze van warm water of van stoom te voorzien
26
Wat zijn stookplaatsen dus niet?
- lokalen met toestellen zonder verbranding ter plaatse zoals bv. warmtewisselaars, warmtepompen zonder verbrandingsgeneratoren en elektrische warmtegeneratoren - lokalen met verwarmingstoestellen die enkel instaan voor de eigen verwarming (dus voor 1 appartement)
27
Wat mag niet opgesteld worden in een stookplaats?
aardgasmeters
28
Wat zegt de wetgeving over stookplaatsen?
opgesplitst in 2 soorten, op basis van het totaal nuttig (nominaal) warmtevermogen van generatoren, opgesteld in de stookplaats: - gelijk aan of groter dan 70 kW - kleiner dan 70 kW
29
Wat kan je zeggen over stookplaatsen toegepast op meergezinswoningen?
- meestal centrale stookplaats - met de toestellen van alle (of toch meerdere) appartementen - dus met een totaal (samengesteld van alle toestellen in deze ruimte) nominaal vermogen gelijk aan of groter dan 70 kW
30
Welke klassen stookplaatsen zijn er?
stookplaatsen worden ingedeeld volgens het totale nuttige vermogen van de gemonteerde generatoren (= verbrandingstoestellen) "Pt": - klasse 1: 70 kW < Pt <= 450 kW - klasse 2: 450 kW < Pt <= 2000 kW - klasse 3: > 2000 kW
31
Waarmee moet rekening gehouden worden bij de inplanting van stookplaatsen?
- veiligheid (bv. bij brand) - bedieningsmogelijkheden (bv. bij onderhoud van het toestel) - toegang tot de schoorsteen
32
Wat zijn de afmetingen van een stookplaats?
te bepalen zodat: - de toestellen in gunstige voorwaarden kunnen worden opgesteld - er voldoende ruimte overblijft om de toestellen te onderhouden en te demonteren ruim genoeg om te voorzien in: - leidingen - het kraanwerk en de afsteltoestellen die volkomen toegankelijk en bedienbaar moeten blijven - de controletoestellen die volkomen toegankelijk en afleesbaar moeten blijven de exact nodige afmetingen nodig per toestellen moeten worden opgevraagd bij de fabrikant
33
Welke vuistregels kan men gebruiken voor het dimensioneren van een stookplaats in ontwerpfase?
A. vrije hoogte - niet minder dan 2.50 m - een grotere vrije hoogte kan nodig zijn in functie van leidingenverloop B. de minimale tussenruimten - dient voor het uit elkaar nemen en het verwijderen van onderdelen zoals branders, pijpenbundels..., de bereikbaarheid van kijkgaten en ruim- en nazichtluiken, evenals om de bediening en het onderhoud van de kranen te vergemakkelijken - de tussen ruimten die daarvoor door de toestelfabrikanten worden aangeduid, moeten nageleefd worden en moet minstens 0.80 m rond de ketel bedragen
34
Wat kan je zeggen over de toegangen van stookplaatsen?
De toegang tot de stookafdeling is alleen voorbehouden voor het personeel, dat met het toezicht en het onderhoud belast is. De stookafdeling mag bijgevolg niet dienen als verplichte doorgang naar vertrekken die onafhankelijk zijn van de stookafdeling. De toegangsdeuren gaan open in de vluchtzin en moeten steeds van binnenuit geopend worden. Deuren waarvoor een Rf (EI) is vereist, zijn zelfsluitende deuren die geen enkele inrichting bevatten waardoor zij in open stand geblokkeerd kunnen worden. - voor stookplaats van klasse 1 - één toegang die uitgeeft, hetzij in de vrije lucht, hetzij in het gebouw - voor stookplaats van klasse 2 of 3 met een oppervlakte > 40 m² OF waarvan de grootste afmeting in het horizontale vlak > 8 m: - twee toegangen die zich in tegengestelde zones van het vertrek bevinden. Steeds moeten beide toegangen zich op meer dan 5 m, horizontaal gemeten, van elkaar bevinden - ten minste één van beide geeft rechtstreeks uit in de vrije lucht - voor stookplaats van klasse 2 of 3 met een oppervlakte < 40 m² EN waarvan de grootste afmeting in het horizontale vlak < 8 m: - één toegang die rechtstreeks uitgeeft in de vrije lucht
35
Wat kan je zeggen over het gedrag van stookplaatsen bij brand?
- binnendeuren: - moet steeds aansluiten op een evacuatieweg - EI60 - binnenwanden/-vloeren: - (R)EI120 - geldt ook voor schoorstenen - buitenwanden/-vloeren: - (R)EI60 - buitendeuren, vensters, verluchtingsopeningen: - EI60 - zelfsluitend
36
Wat kan je zeggen over de waterafvoer van stookplaatsen?
vloerputje voorzien: - met verluchte reukafsluiter - om het spuiwater en het reinigingswater van de toestellen af te voeren
37
Wat kan je zeggen over de verluchting van stookplaatsen?
- dient om de warmte af te voeren dei de generatoren (bv. ketels) genereren - dient niet om de rookgassen af te voeren - moet de omgevingstemperatuur beperken tot max 40°C => anders gaat de elektronica kapot - aanvoeropening: - voert verse lucht aan - onderaan in het vertrek - rechtstreeks verbonden met de open lucht - oppervlakte (tot 1200 kW) = 1 dm² per 17.5 kW van het geïnstalleerde vermogen - afvoeropening: - voert verontreinigde lucht af - bovenaan in het vertrek - rechtstreeks verbonden met de open lucht - min. 2 dm² => liefst even groot als de aanvoeropening
38
Wat kan je zeggen over de locatie van verluchting in stookplaatsen?
- zodanig plaatsen dat er een goede dwarsventilatie plaatsvindt van de stookplaats - liefst rechtstreeks op een buitenmuur - indien niet mogelijk kan met kanalen gewerkt worden - zo kort mogelijk (zeker voor de aanvoer) - als ze doorheen andere lokalen lopen: kanaal = EI60 over de gehele lengte
39
Wat kan je zeggen over een schoorsteen in stookplaatsen?
- dient om rookgassen rechtstreeks van het toestel af te voeren - bestaat uit 1 of meer afvoerkanalen die de verbrandingsproducten afvoeren en die omgeven zijn van een buitenmantel - het rookkanaal = afzonderlijke buis die in de schoorsteen wordt ingebracht en moet min. 5 cm van de wanden van de schoorsteen afstand houden - per generator 1 rookkanaal