gaswissleing, uitscheiding en afweer Flashcards
(79 cards)
transplantatie
vervangen van een aangetast weefsel of orgaan door een ander weefsel of orgaan
donor
iemand die een weefsel of orgaan afstaat voor transplantatie
acceptor
ontvanger van een weefsel of orgaan bij transplantatie
AB0-systeem
systeem van bloedgroepen dat onderscheid maakt tussen bloedgroepen A, B, AB en 0 (nul) op grond van twee antigenen op de celmembranen van rode bloedcellen
bloedtransfusie
transfusie waarbij een patiënt alleen het bestanddeel van het bloed krijgt dat hij nodig heeft, meestal zijn dat rode bloedcellen
resusfactor
eiwit dat bij 85% van de mensen op de celmembranen van de rode bloedcellen voorkomt
natuurlijke immuniteit
immuniteit die wordt verkregen als reactie op het binnendringen van een ziekteverwekker
kunstmatige immuniteit
immuniteit die wordt verkregen door bewuste blootstelling aan een antigeen
vaccinatie
toediening van een stof die het afweersysteem activeert en daardoor immuniteit opwekt
actieve immuniteit
immuun maken door het activeren van het afweersysteem door vaccinatie
passieve immunisatie
tijdelijk immuun maken door inspuiten van antistoffen in de vorm van een antiserum
aangeboren afweer
snelle eerste afweer, gericht tegen verschillende typen ziekteverwekkers; komt bij de meeste organismen voor
verworven afweer
afweer gericht tegen één type ziekteverwekker en tegen veranderde eigen cellen; komt alleen bij gewervelde dieren voor
beenmerg
bevat adulte stamcellen waaruit verschillende typen witte bloedcellen, zoals fagocyten, mestcellen en lymfocyten ontstaan
lymfeknopen
hierin bevinden zich witte bloedcellen en wordt lymfe gezuiverd van onder andere ziekteverwekkers
B-cellen
lymfocyten die in het beenmerg zijn gerijpt
antigenen
moleculen (vaak eiwitten) die zich op een celmembraan bevinden en het afweersysteem kunnen activeren
macrofagen
fagocyten die binnendringende ziekteverwekkers snel onschadelijk maken
mestcellen
witte bloedcellen die zich vooral in de weefsels van de huid en slijmvliezen bevinden; geven chemische stoffen zoals histamine af bij contact met lichaamsvreemde stoffen, ziekteverwekkers of stoffen die bij een verwonding vrijkomen
receptoren
moleculen op celmembraan van lymfocyt die één type antigeen kunnen binden
T-helpercellen
produceren bepaalde stoffen, waardoor de ontwikkeling van cytotoxische T-cellen wordt geactiveerd
cytotoxische T-cellen
gaan op zoek naar door ziekteverwekkers geïnfecteerde lichaamscellen
plasmacel
maakt antistoffen tegen ziekteverwekkers
antistoffen
eiwitten die zich binden aan de antigenen van een ziekteverwekker, waardoor de ziekteverwekker onschadelijk wordt gemaakt