Gehoor Flashcards

1
Q

Wat is toonaudiometrie?

A

Het meten van de gehoordrempel.
Op de y-as is luidheid uitgedrukt in dB
en op de x-as zijn de frequenties uitgedrukt in Hz
de 0-lijn is de gehoordrempel, het allerzachtse geluid wat je net kan horen

Rood is rechts
Links is blauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de tekens van luchtgeleiding ongemaskeerd?

A

RE: O (rood)
LI: X (blauw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de tekens van luchtgeleiding gemaskeerd?

A

RE: Δ (rood)
LI: ▢ (blauw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de tekens van beengeleiding ongemaskeerd?

A

RE: < (rood)
LI: > (blauw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de tekens van beengeleiding gemaskeerd?

A

RE: [ (rood)
LI: ] (blauw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de lage flecher?

A

Het gemiddelde gehoorverlies bij 500 Hz, 1 en 2 Khz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de hoge flecher?

A

Het gemiddelde gehoorverlies bij 1, 2 en 4 khz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de mate van gehoorverlies? MET DB!

A
(lage flecher)
0-20: normaal gehoor
21-40: licht gehoorverlies
41-60: matig gehoorverlies
61-80: ernstig gehoorverlies
>80 db: zeer ernstig gehoorverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De mate van overdracht wordt bepaald door de akoestische eigenschappen van de ruimte. De verstaanbaarheid van de spreker wordt op twee manieren gehinderd.

A
  1. door de nagalm die de spreker zelf veroorzaakt
  2. door de ruis van andere geluidbronnen in de ruimte

De galm in de ruimte wordt beïnvloed door het volume van de ruimte en de hoeveelheid absorberend materiaal, maar dat geldt ook voor de stoor geluiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan je zeggen over geluidsdruk?

A

Hoe hoger de druk, hoe harder het geluid, hoe hoger de amplitude hoe luider het geluid.

Geluid is te beschouwen als een periodieke variatie van de luchtdruk dus Pascal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het verstaan van spraak is een proces met 3 onderdelen…

A
  1. spreken (zender)
  2. spraakoverdracht (transmissie)
  3. luisteraar (ontvanger)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer men de radio aan heeft staan op een bepaalde geluidssterkte, en men draait de volumeknop zo dat de geluidsdruk 2 keer zo groot wordt,…

A

Dan wordt de geluidsterkte 6dB groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Akoestische eigenschappen van een ruimte:

Vrije veld

A

Geen weerkaatsing van geluid, dus energie neemt af.
De sterkte neemt ook af als de afstand van de bron toeneemt.
Verdubbeling van afstand geeft een verzwakking van 6dB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Akoestische eigenschappen van een ruimte:

Gesloten ruimte

A

Energie neemt toe doordat de bron energie aan de ruimte toevoegt, maar energie neemt af door absorptie van wanden. Dit zorgt voor evenwicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geluid komt op 2 manieren bij de waarnemer.

A

Rechtstreeks van de wand (direct geluid, de sterkte is afhankelijk van de afstand tot de bron)
weerkaatst via de wand: indirect/diffuus geluid (overal in de ruimte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is stoorlawaai of ruis hinderlijk?

A

Dit is afhankelijk van de ruimte. Een ventilatiesysteem kan hinderlijk ruis in een galmkamer, maar hetzelfde systeem kan vrijwel onhoorbaar zijn in een sterk gedempte ruimte. Meerdere sprekers in een ruimte gaan dan hun sterkte van spraak aanpassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is signaal ruis verhouding?

A

Dit is het verschil tussen het geluidniveau van het gewenste geluid en het geluidniveau van de stoorbron. SN- waarden van 15dB en hoger is ideaal voor spraak, maar spraak is ook nog redelijk te verstaan bij SN= 0 dB. Spraak mag als onverstaanbaar worden beschouwd indien SN lager is dan -9dB.

Iemand bij problemen met het spraakverstaan waarbij de geluiden vervormd of moeilijk te onderscheiden zijn heeft waarschijnlijk perceptief verlies. Iemand waarbij de geluiden zachter klinken heeft waarschijnlijk conductief of perceptief verlies.

18
Q

Wat is reverberatie?

A

De tijd, in seconden, die verstrijkt na het uitschakelen van een geluidsbron tot de geluidsterkte met 60dB is afgenomen. Dit wordt veroorzaakt door volume van ruimte en gebruik van absorberend materiaal.
Geen vaststaand getal, het is afhankelijk van de frequentie

19
Q

Waarom hebben we last van reverberatie tijdens het spraakverstaan? En hoe kunnen we dit verbeteren?

A

De optelling en vermening van het directe en indirecte geluid verstoort het patroon van de modulaties in het spraaksignaal en daarmee de verstaanbaarheid ervan.
Deze invloed zal des te groter zijn naarmate de nagalmtijd van de betreffende ruimte groter is.

Voeg absorberende materialen toe, verkort afstand tussen spreker en toehoorder, ruimte kleiner maken, soloapparatuur als aanvulling op de hoorapparatuur

20
Q

Wat is stoorlawaai of ruis?

A

Ruis van alle andere bronnen naast het gewenste geluid van een spreker.

21
Q

Problemen bij spraakverstaan bij SH:

Geluiden klinken zachter?

Geluiden klinken vervormd?

Gelijktijdige geluiden zijn moeilijk te onderscheiden?

Welk type gehoorverlies is dit denk je?

A

Geluiden klinken zachter? conductief en perceptief verlies

Geluiden klinken vervormd? perceptief verlies

Gelijktijdige geluiden zijn moeilijk te onderscheiden? perceptief verlies

22
Q

Wat is tympanometrie?

A

Drukmeting van het middenoor.
Meet de compliance (bewegelijkheid) van het trommelvlies

Aangeboden toon: 226 Hz

Bij baby’s 1000 Hz

23
Q

Wat is een stapedius reflex?

A

Reflexmatige aanspanning van de stapedius spier bij plotseling hard geluid.
rond de 80 db
Meten om het functioneren nervus facialis na te gaan en functioneren musculus stapedius

24
Q

OAE

  • Doel
  • Werking
A

Aangeven bij pasgeborenen en peuters of er mogelijk iets mis is met het gehoor of bij volwassenen om te kijken of het slakkenhuis nog goed functioneert na blootgesteld zijn aan lawaai of harde muziek.

Geluiden die een gezond oor produceert, als reactie op geluid.
-> wel of geen cochleaire activiteit

25
Q

BERA

  • Doel
  • Werking
A

Om na te gaan of er hersenactiviteit is bij het aanbieden van geluid

Mbv elektrodes word er gekeken of er hersenactiviteit is.
Prikkelgeleiding in gehoorzenuw wordt gemeten.

Baby’s 7 maanden na uitval op neonatale gehoorscreening.
-> verlies in hoge tonen, wel of niet

26
Q

ASSR

  • Doel
  • Werking
A

Onderzoek naar wat de zachtste geluiden zijn die de luisteraar kan horen zonder dat de luisteraar zelf iets hoeft te doen

Vergelijkbaar met BERA
-> verlies in hoge tonen, wel of niet

27
Q

BCD

  • Werking
  • Toepassing
A
  • voor conductief verlies, gemengd verlies met licht perceptief component +- 40 db of eenzijdige doofheid

1) BAHA ATTRACT SYSTEM
- -> magneetje in de schedel geplaatst

2) BAHA CONNECT SYSTEM
- -> schroef wordt in schedel geplaatst, blijft open wond.

28
Q

MEI

  • Werking
  • Toepassing
A
  • Wordt gebruikt als er problemen zijn met de gehoorbeentjes (bv brughoektumor of er mist een stukje)
  • Met een draadje worden er elektrische signalen naar de gehoorbeentjes gestuurd zodat ze bewegen en het geluid aan het slakkenhuis doorgeven
  • Werking
    Perceptieve verliezen waarbij revalidatie met hoortoestellen moelijk is (vergevorderde otosclerose)
    Bij clienten met problemen met hoortoestellen dagen
29
Q

CI

  • Werking
  • Toepassing
A

Zeer ernstige perceptieve gehoorverliezen
Zeer ernstig gemengde gehoorverliezen
Soms bij beschadiging in overgang tussen slakkenhuis en gehoorzenuw
Doofgeboren kinderen: zo spoedig mogelijk
Progressieve verliezen
Plotsdoofheid bij volwassenen

Er vindt een operatie plaats: elektrode wordt in het slakkenhuis gebracht. De geluidsprocessor codeert het geluid en stuurt het naar de implantaat. Dit keert de code naar elektronishe signalen om en vervbolgens gaat deze naar de elektrode in het slakkenhuis.

30
Q

ABI

  • Werking
  • Toepassing
A

Beschadiging van gehoorzenuw of anatomische afwijkingen (afwezigheid slakkenhuis)
Wordt ingezet op het moment dat er iets misgaat met de hersenstam, de gehoorzenuw is aangetast. Cochlea wordt dan overgeslagen
Elektrode geplaats op de hersenstam

31
Q

LIHO

  • Voordelen
  • Nadelen
A

Voordelen
- Geluiden komen meer zuiver binnen door de luidspreker in het oor.
- De luidspreker bevindt zich bij het trommelvlies, het is relatief klein en heeft een optimale rol in het spraakverstaam
-
Nadelen
- Onderhoud, geluid kan wegleggen als het plastic poreus wordt

32
Q

AHO

  • Voordelen
  • Nadelen
A

Voordelen

  • Blijft goed op zijn plek zitten, instelling voor ringleiding
  • Bieden meer ruimte voor de techniek en dus voor technische mogelijkheden.
  • Eenvoudig te bedienen en onderhouden
  • Robuuster en minder storingsgevoelig dan een IHO.

Nadelen
- Onderhoud, geluid kan wegleggen als het plastic poreus wordt

33
Q

IHO

  • Voordelen
  • Nadelen
A

Voordelen
- Het is niet zichtbaar, microfoontje zit in het oor en richting horen gaat beter

Nadelen

  • Minder ruimte, dus ook minder plaats voor
  • technische onderdelen, waardoor prestaties beperkter zijn.
  • Gevoeliger voor beschadiging door oorsmeer, vocht of stof.
  • Gevoelig voor fluittonen
  • Kunnen alleen een licht tot matig gehoorverlies verbeteren
34
Q

Wat zijn de onderdelen van een CI en hoe werken deze?

A

Een CI bestaat uit een uitwendig en een inwendig deel. Het uitwendige deel, de geluidsprocessor vangt het geluid op en vertaal het in elektrische signalen. De geluidsprocessor (oorhanger) is met een snoer verbonden aan de zendspoel. Die spoel werkt als zender die het signaal door geeft aan het inwendige deel. Het inwendige deel vangt het signaal op en geeft het via een draad met elektroden, die door het slakkenhuis loopt door aan de gehoorzenuw

Onderdelen: versterking, telefoon/luidspreker, energiebron

35
Q

Wat is een spectogram?

A
  • Spectogram is een visuele weergave van het spectrum van frequenties van een signaal zoals het in de tijd varieert.
  • Audiospectogrammen kunnen worden gebruikt om gesproken woorden fonetisch te identificeren
36
Q

Hoe werkt een hoortoestel?

A

De microfoon vangt geluiden op, deze worden bewerkt door een chip. De geluiden worden versterkt via de luidspreker, de geluiden worden door het slangetje en het oorstukje het oor ingeleid.

37
Q

Wat bepaald de kwaliteit van een hoortoestel?

A

Hoe dieper het hoortoestel in het oor zit, hoe beter het richting horen. Je hebt minder last van rondsuizen van wind.
Voldoende afstand tussen luidspreker en microfoon.
Optimaal dat niet heel de gehoorgang moet afgesloten worden.

38
Q

Wat is de evaluatie na een hoorproefperiode?

A
  • Vragenlijst en vraaggesprek
  • Door audicien of audiologisch centrum,meting
  • Objectief: IG meting
  • Subjectief: spraakaudiometrie
39
Q

Wat is NGT?

A
Nederlandse gebarentaal:
Een natuurlijk ontstane taal
Heeft eigen structuur
Heeft orale componenten
Veel ruimte gebruik
Veel simultaan
40
Q

Wat is NmG

A

Nederlands met gebaren:
Een bedacht gebarensysteem
Volgt structuur van gesproken Nederlands
Bedoeld om de gesproken taal visueel te maken

41
Q

Wat wil dit zeggen:

  • Perceptief gehoorverlies
  • Conductief gehoorverlies
  • Gemengd gehoorverlies
A

Wat wil dit zeggen:

  • Perceptief gehoorverlies: binnenoor
  • Conductief gehoorverlies buiten/middenoor
  • Gemengd gehoorverlies: buiten, midden en binnenoor