Gehoorzaamheid Flashcards

(15 cards)

1
Q

Waarom gehoorzamen?

A
  • tendens tot groepsvorming
  • tendens tot hiërarchisering
  • the agentic shift
  • psychologische mechanismen
  • bindende factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tendens tot groepsvorming

A

verhoogt overlevingskansen, individu moet zich neerleggen bij wetten van maatschappij om te behoren
vanaf kindertijd normen incorporeren: regels niet enkel volgen Omdat het moet maar Omdat men er zelf sterk in gaat geloven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tendens tot hiërarchisering

A

hiërarchie maakt vlot samenwerken binnen de groep mogelijk
voordeel aan streng leiderschap: beslissingen worden snel genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Agentic state

A

=uitvoerdersstatuut: moment dat we de leider herkennen en erkennen wachten we soort van tandwiel in het radarwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Agentic shift

A

overschakeling van autonoom statuut naar uitvoerdersstatuut, we Laten voor een deel los wie We zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorwaarden agentic shift

A
  1. opvoeding moet geleerd hebben te gehoorzamen
  2. we dienen leider te herkennen
  3. dienen leider te erkennen: mensen overhalen via daden,goed leiderschap
  4. bevel op zich aanvaarden: vaak indien leider geaccepteerd=bevel geaccepteerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tegenantropomorfisme

A

wanneer bevel op zichzelf staat (niet aan bevelhebber gekoppeld) ‘ontdaan van de mens erachter’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

psychologische mechanismen tdns gehoorzamen

A
  1. tuning
  2. herdefiniëren van betekenis
  3. slachtoffers ontmenselijken
  4. verengen van de handeling
  5. interne dissociatie tussen gevoelens en gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tuning

A

= afstemming: zich volledig afstemmen op de leider, men lijkt los te komen van de realiteit, informatie die afwijkt van het oordeel van de leider wordt genegeerd of ongeloofwaardig geacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

herdefiniëren van de betekenis

A

betekenis systeem van de leider blindelings overnemen, vaak gebruik van denigrerende en gevaarlijke termen die deel gaan uitmaken van dagelijks taalgebruik en gedachtegoed van de volgende massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

slachtoffers ontmenselijken

A

zorgt voor verlies van verantwoordelijkheidsgevoel bij uitvoerder –>verantwoordelijkheid wordt volledig bij leider gelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verengen van de handeling

A

uitvoerder focust enkel op taak zo goed mogelijk uitvoeren en gehoorzamen aan de leider: andere handelingen zijn overbodig oa zelf oordelen of denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

interne dissociatie tussen gevoel en gedrag

A

wanneer uitvoerder taak vervult die anderen nadeel berokkend, vaak met geweten worstelen en pogingen doen om onaangename taak met zoveel mogelijk compassie uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bindende factoren

A

eens men taak op zich heeft genomen vaak zeer moeilijk om er weer van Los te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

redenen hiervoor:

A

redenen hiervoor:
-vaak een taak met graduele ontwikkeling
-loyaliteit aan de leider
-bang voor sancties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly