Genetica Samenvatting Flashcards
(37 cards)
Fenotype
De waarneembare eigenschappen van een individu
Wordt bepaald door genotype en millieufactoren
Genotype
Informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een individu
Aantal chromosomen in 1 lichaamscel
23 (2n)
22 paar autosomen
1 paar geslachtschromosomen
Homologe chromosomen
Chromosomen die gelijk zijn van lengte en vorm
Karyotype/karyogram
Rangschikking van chromosomen
Gen
Deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor 1 of meer erfelijke eigenschappen of een deel van een erfelijke eigenschap
Allel: variant van een gem
Inactivatie
Genen staan uit
Modificatie
Verandering van het fenotype
- informatie in chromosomen verandert niet en modificatie wordt niet doorgegeven aan nakomelingen
Locus
Plaats van een gen in het chromosoom
Homozygoot
Het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit 2 gelijke allelen
Heterozygoot
Het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit 2 ongelijke allelen
Dominant allel
Een allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype, homozygoot/heterozygoot
Recessief allel
Een allel dat alleen tot uiting komt in het fenotype als er geen dominant gen aanwezig is
- homozygoot
Onvolledig dominant allel
Een recessief allel dat bij een heterozygoot individu een beetje tot uiting komt in het fenotype
Intermediair fenotype
Beide allelen. An een allelenpaar komen in een megvorm tot uiting in het fenotype
Codominant
Beide allelen komen volledig tot uiting in het fenotype
Recombinatie
Door geslachtelijke voortplanting ontstaan nieuwe combinaties van allelen
- tijdens meiose I waarbij chromosomen van een chromosomenpaar uiteen gaan en geslachtscellen ontstaan met verschillende genotypen
In geslachtscellen kunnen 2^n verschillende genotypen voortkomen (mens 2^23)
.
Mutatie
Verandering in een erfelijke eigenschap
Monohybride kruising
Kruising waarbij wordt gelet op de overerving van 1 eigenschap
- 1 genenpaar
Testkruising
Kruising waarbij je kunt afleiden of een individu homozygoot of heterozygoot is voor een bepaalde eigenschap, wanneer je dit individu kruist met een homozygoot recessief individu
AAxaa v Aaxaa
Man chromosomen
XY
Karyogram ; [46,XY]
Vrouw chromosomen
Karyogram : [46,XX]
Geslacht individu komt vast te liggen op moment van bevruchting
Bepalend is het geslachtschromosoom in de zaadcel