Gericht leren extra vragen van deel 1 Flashcards

1
Q

Na de Eerste Wereldoorlog liepen de testontwikkeling in Amerika en die in Europa sterk uit een.

A In Amerika bleef de individuele diagnostiek populair, als gevolg van het vooral door de Gestaltpsychologie gedomineerde filosofische klimaat

B In Europa bleef de individuele diagnostiek populair, als gevolg van het vooral door de Gestaltpsychologie gedomineerde filosofische klimaat

A

In Europa bleef de individuele diagnostiek populair, als gevolg van het vooral door de Gestaltpsychologie gedomineerde filosofische klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

A In Amerika kwam, tegen een behavioristisch-positivistische achtergrond, maar vooral vanuit een praktische behoefte, het accent steeds sterker te liggen op kwantitatief verwerkbare groeps tests.

Centraal stond het bepalen van de kansen van de onderzochte op een positief resultaat in de te voorspellen situatie

B In Europakwam, tegen een behavioristisch-positivistische achtergrond, maar vooral vanuit een praktische behoefte, het accent steeds sterker te liggen op kwantitatief verwerkbare groeps tests. Centraal stond het bepalen van de kansen van de onderzochte op een positief resultaat in de te voorspellen situatie

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Na WO I bleef in Europa, onder invloed van de Gestaltpsychologie, het personalisme en de fenomenologie vooral de individuele diagnostiek populatie

A Juist
B Onjuist

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij welke tests gaat het om tests die uitsluitend eigenschappen als ruimtelijk inzicht, woordkennis of numerieke vaardigheid meten. Hiervan is een groot aan tal beschikbaar.

A speciale intelligentiefactoren
B Speciale niveautests
c ▌special aptitude

A

voor speciale intelligentiefactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Deze tests zijn toegespitst op een bepaald segment van de begaafdheid: een intelli gentieaspect, een geschiktheid of een vaardigheid, dat gewoonlijk niet tot de intelligentie wordt gerekend. Overigens is de vraag relevant wanneer een eigenschap onder intelligentie valt. Dit hangt ervan af welke theorie men aanvaardt.

A speciale intelligentiefactoren
B Speciale niveautests
c ▌special aptitude

A

Speciale niveautests

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onder deze tests vallen allereerst tests voor leergeschiktheden. Hiertoe kunnen worden gerekend de tests die zich richten op leercondities, zoals geheugentests, tempotests en concentratietests. Voorbeelden zijn de ▌Grünbaum-test, de ▌Bourdon-Wiersma-test en tests die gericht zijn op specifieke leergeschiktheden en werkgeschiktheden

A speciale intelligentiefactoren
B Speciale niveautests
c ▌special aptitude

A

▌special aptitude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Met deze test tracht men te meten in hoeverre de onderzochte het doel van een op leiding heeft bereikt.

A vorderingentests
B kennistest

A

vorderingentests

Een vorderingentest is niet hetzelfde als een kennistest. Men kan binnen de categorie van vorderingentests onderscheid maken tussen de specifiek op schoolvorderin gen gerichte kennistest (▌achievement test) en de op vaardigheden buiten de directe cogni tieve sfeer gerichte vaardigheidstest (▌proficiency test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De test vergelijkbaar met het in Nederland bekende proefwerk en schriftelijk examen.

A vorderingentests
B kennistest

A

kennistest
Als in een opleiding ook andere doel einden dan kennisvermeerdering worden nagestreefd, zal de vorderingentest andere eigenschappen hebben.
De overgang van kennistest naar vaardigheidstest is vloeiend. Strikt genomen zijn de tests voor begrijpend lezen en begrijpend luisteren ook vaardigheidstests

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wie ontwikkelde een test om onderscheid te kunnen maken tussen luie en incapabele kinderen

A

Binet ontwikkelde samen met Simon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De intelligentiemeting boekte grote vooruitgang door uit te gaan van of voort te bouwen op de ideeën van Binet en Simon. Testen op grote schaal vond nog niet plaats, en van valideringsonderzoek was voor de Eerste Wereldoorlog nog geen sprake

a Periode tussen het verschijnen van de Binet-Simon-test en de Eerste Wereldoorlog.
b Periode voor het verschijnen van de Binet-Simon-test

A

Periode tussen het verschijnen van de Binet-Simon-test en de Eerste Wereldoorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ook ontstond een behoefte aan tests die minder afhankelijk waren van verschillen in taal en cultuur.

A

In 1918 ontstond naast de Army Alpha, de Army Bèta, die pantomimisch kon worden geïnstrueerd en geen beroep deed op taalkennis of verbale kwaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het is niet zo dat in de VS de individuele test geheel door de schriftelijke test werd verdrongen. De individuele test nam een minder belangrijke positie in dan in Europa, maar het aantal individuele testbatterijen dat in deze periode verscheen is indrukwekkend. De belangrijkste individuele tests zijn de

A.Terman Merrill en de Wechsler series
B Army Alpha, en de Army Bèta

A

Terman Merrill en de Wechsler series

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke test voldeed aan twee zeer belangrijke testtechnische eisen.

Er werden standaardinstructies geformuleerd, zodat vergelijkbaarheid van testscores mogelijk werd, en daarnaast werden normen geconstrueerd, gebaseerd op een representatieve steekproef.

A.Terman Merrill

b Simon- Binet

c Stanford-Binet

A

Stanford-Binet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

A In de testtheorie staat de vraag naar de betrouwbaarheid van een test centraal. Dit betekent dat er bij de test een normeringsonderzoek moet hebben plaatsgevonden.

B In de testtheorie staat de vraag naar de validiteit van een test centraal. Dit betekent dat er bij de test een normeringsonderzoek moet hebben plaatsgevonde

A

b In de testtheorie staat de vraag naar de validiteit van een test centraal. Dit betekent dat er bij de test een normeringsonderzoek moet hebben plaatsgevonde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

uit welke theorie voortkomende invloeden, zoals het meten van voorkeuren voor bepaalde stimuli via ontvouwings- en preferentiemodellen, hebben blijvende invloed gehad op de psycho metrie (maar minder op de psychologische test). De scalogramanalyse van Guttman (1950), die vooral werd ontwikkeld voor het meten van attitudes, is een ander voorbeeld van blijvende invloed op de psycho metrie.

A rivaliserende theorie
B schaaltheorie

A

schaaltheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

AStandaardisatie is een van de noodzakelijke voorwaarden voor de vergelijkbaarheid van test prestaties.

B Standaardisatie is Geen van de noodzakelijke voorwaarden voor de vergelijkbaarheid van test prestaties.

A

a Ook het voorwetenschappelijk oordeel draagt deze notie van vergelijken expliciet of impliciet in zich. Wil men de onderzochte ter vergelijking naast anderen plaatsen, dat moet de situatie waarin we deze persoon bezig zien vergelijkbaar zijn met de situatie waarin de referentiegroep heeft verkeerd. Het beste bereikt men dit door de situatie te standaardiseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

We vatten DIT op als de onafhankelijkheid van storende invloeden vanuit de persoon van de waarnemer, beoordelaar of interpretator

A ▌objectiviteit
B ▌subjectiviteit

A

▌objectiviteit

Het registreren en verwerken van het testgedrag tot score, categorie of classificatie, moet vrij zijn van aan de testleider gebonden invloeden. Dat heeft twee gevolgen. Ten eerste moet het voor de onderzochte niet uitmaken wie de beoordelaar is. Ten tweede impliceert objectiviteit openheid en reproduceerbaarheid van de test- en evaluatieprocedure. Aan de persoon van de testleider gebonden methoden van observeren, registreren en interpreteren zijn niet objectief, en het is vrijwel uitgesloten dat een ander op dezelfde wijze tot dezelfde resultaten kom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

In het normeringonderzoek wordt op zijn minst een ……vastgesteld van zeer slechte tot zeer goede prestaties op een test. De testscore van de onderzochte persoon kan met deze rangorde worden vergeleken en de hoogte van de bepaalde testscore kan worden geëvalueerd

a rangorde
b schaal

A

rangorde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

3.De belangrijkste ontwikkelingen vóór de constructie van de Binet-Simon-test zijn respectievelijk:
** de testontwikkeling binnen de psychiatrie.
** de methodiek van de experimentele psychologie
** de testpsychologie van Cattell.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

5.De stimulerende werking van de experimentele psychologie op de test psychologie lag in haar methodiek van onderzoek, dwz: de exacte beschrijving van experimenteercondities, het controleren van de variabelen en de nauwgezette bewerking van de resultaten.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

6.De remmende werking van de methode van de experimentele psychologie op de test psychologie is toe te schrijven aan het feit dat individuele verschillen in prestaties worden toegeschreven aan fouten inherent aan het experimenteerproces, terwijl de testontwerper juist belangstelling heeft voor verschillen tussen personen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

7.Cattell legde de nadruk op individuele verschillen tussen de testprestaties in de testontwikkeling.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

8.De invloed vanuit de genetica ontstond door de aandacht voor verschillen in prestaties tussen personen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

9.De Binet-Simon-test opgaven bestaan uit een steekproef van complexe opgaven waarvoor het kind zich in het dagelijks leven en de schoolpraktijk gesteld ziet. De opgaven bestrijken een groot scala van problemen, maar zijn sterk verbaal van aard.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

10.Het nieuwe in Binets benadering was drieledig:
** hij legde de nadruk op complexe in plaats van eenvoudige mentale processen.
** hij was empirisch georiënteerd.
** hij stelde voor een totaalscore te gebruiken voor het intelligentieniveau.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

11.De twee zeer belangrijke testtechnische eisen waaraan werd voldaan bij de eerste Stanford Binet test in 1916, waren:
** standaardinstructies
** de constructie van normen op grond van een representatieve steekproef

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

a Terman nam van Stern het idee over om de mentale leeftijd te delen door de chronologische leeftijd en dit getal werd dat vermenigvuldigd met honderd.

b Stern nam van Terman het idee over om de mentale leeftijd te delen door de chronologische leeftijd en dit getal werd dat vermenigvuldigd met honderd.

A

12.Terman nam van Stern het idee over om de mentale leeftijd te delen door de chronologische leeftijd en dit getal werd dat vermenigvuldigd met honderd.

28
Q

a Doordat Spearman een brede scala van complexe opgaven had geselecteerd, verwijst zijn test naar de G-factor van Spearman.

b Doordat Stern een brede scala van complexe opgaven had geselecteerd, verwijst zijn test naar de G-factor van Spearman.

c Doordat Binet een brede scala van complexe opgaven had geselecteerd, verwijst zijn test naar de G-factor van Spearman.

A

c

29
Q

a .Stern kwam tot de conclusie dat in alle tests 2 intelligentiefactoren een rol speelden.
De G (algemene) factor en de S (specifieke) factor.

b .Spearman kwam tot de conclusie dat in alle tests 2 intelligentiefactoren een rol speelden.
De G (algemene) factor en de S (specifieke) factor.

A

b

30
Q

A Burt en Thorndike poogden als eersten de schoolprestaties met behulp van educational achievement tests te objectiveren.

B Binet en Stern poogden als eersten de schoolprestaties met behulp van educational achievement tests te objectiveren.

A

a Burt en Thorndike

31
Q

De tekortkomingen in de ontwikkelde tests, in de periode tussen de simon-binet test en de eerste werteldoorlog, waren het ontbreken van de mogelijkheid om de tests groepsgewijs af te nemen, en het validatie onderzoek.

De tekortkomingen in de ontwikkelde tests, in de periode tussen de simon-binet test en de eerste werteldoorlog, waren het ontbreken van de mogelijkheid om individuele tests g af te nemen, en het validatie onderzoek.

A

A

32
Q

De 2 veranderingen door de 2e wereldoorlog in de psychologie zijn:
** Het routinematige toepassen van testpsychologie in beslissingssituaties.
** Het toepassen van de psychologie buiten laboratoriumsituaties.

A
33
Q

Deze test is ontstaan uit de behoefte (noodzaak) om vlug en efficiënt te testen. Daarom werd deze test ontwikkeld voor groepsgewijze schriftelijke afname.

a binot simon
b army-alpha

A

army-alpha

34
Q

.Het verschil tussen Europa en Amerika was vooral gelegen in het feit dat in amerika de nadruk lag op de individuele diagnostiek, terwijl in europa het accent lag op kwantitatief verwerkbare groepstests.

.Het verschil tussen europa en Amerika was vooral gelegen in het feit dat in Europa de nadruk lag op de individuele diagnostiek, terwijl in amerika het accent lag op kwantitatief verwerkbare groepstests.

A

Het verschil tussen europa en Amerika was vooral gelegen in het feit dat in Europa de nadruk lag op de individuele diagnostiek, terwijl in amerika het accent lag op kwantitatief verwerkbare groepstests.

35
Q

Tussen de eerste en tweede wereldoorlog werden in Amerika non-verbale tests ingevoerd. De vele immigranten beheersten in onvoldoende mate de Engelse taal. Aangezien de tests verbaal van aard waren en specifiek op de Amerikaanse cultuur betrekking hadden, ontstond de behoefte om tests te ontwikkelen die minder afhankelijk waren van taal en cultuur.

Tussen de eerste en tweede wereldoorlog werden in Europa non-verbale tests ingevoerd. De vele immigranten beheersten in onvoldoende mate de Engelse taal. Aangezien de tests verbaal van aard waren en specifiek op de Europese cultuur betrekking hadden, ontstond de behoefte om tests te ontwikkelen die minder afhankelijk waren van taal en cultuur.

A

a

36
Q

Zowel in Engeland als Amerika wordt bij het testen van schoolprestaties, grote aandacht besteed aan de objectieve evaluatie van schoolprestaties

Zowel in Engeland als Amerika wordt bij het testen van schoolprestaties, grote aandacht besteed aan de subjectieve evaluatie van schoolprestaties

A

a

37
Q

23.De volgende 6 groepsfactoren worden door Thurstone geïdentificeerd:
** verbal
** numeric
** space
** word fluency
** memory
** reasoning
**perceptuele snelheid

A
38
Q

De volgende 3 methoden met betrekking tot testen van persoonlijkheid werden onderscheiden:
Observatie, persoonlijkheidsvragenlijsten en projectietests

Bedoeld om inzicht te geven in de kwalitatieve aspecten van de prestatie. Het was een kleine stap naar de observatietest van het voor de proefpersoon typerende gedrag.

Van betrouwbare en objectieve of gestandaardiseerde meting was nauwelijks sprake. De persoonlijkheidsbeelden ontstonden voornamelijk langs impressionistische, intuïtieve weg.

a De persoonlijkheidsvragenlijsten
b projectietests
c. De observatietests,

A

c

39
Q

Een meer systematische vorm van verzameling van anamnestische gegevens. De eerste van deze waren eigenlijk niets anders dan gestandaardiseerde, op schrift gestelde, psychiatrische interviews

a De persoonlijkheidsvragenlijsten
b projectietests
c. De observatietests,

A

persoonlijkheidsvragenlijsten

40
Q

In dit soort tests wordt de persoon een stimulus aangeboden waarop de persoon vrij mag reageren al naar gelang de betekenis die deze stimulus voor hem heeft, de associatie. In zijn reactie zal de onderzochte iets van zichzelf openbaren wat de psycholoog aanleiding geeft tot bepaalde interpretaties, dat kan leiden tot een persoonsbeschrijving, een beoordeling van een persoonskenmerk of tot de diagnose van een ziektebeeld.

Deze testvorm, die vooral gebruikt werd voor de identificatie van onbewuste motieven en behoeften werd sterk beïnvloed door de psychoanalyse.

a De persoonlijkheidsvragenlijsten
b projectietests
c. De observatietests,

A

b

41
Q

de Rorschach vlekkentest en de Thematic Apperception Test, waarbij afbeeldingen van situaties door de respondent moeten worden geïnterpreteerd.
a De persoonlijkheidsvragenlijsten
b projectietests
c. De observatietests,

A

b

42
Q

.De volgende typering voor testontwikkeling vanaf het begin van de 2e wereldoorlog is dat er sprake is van een sterke toename van het aantal beschikbare tests en een kritische bezinning is op de methodische grondslagen van het testgebruik.

A
43
Q

De 9 miljoen mensen die onderzocht zijn met de army classification test vormen een goede bron voor de genuanceerde normering en validering van deze test.

A
44
Q

Deze werden ontwikkeld om inzicht te krijgen in de structuur van vaardigheden.

a differentiële testbatterijen
b schoolvorderingentests
c Opleidingen en kennistests
d Persoonlijkheidsvragenlijsten en biografische anamnestische vragenlijsten

worden gebuikt om zowel de toekomstige prestaties van een kandidaat te voorspellen als de opleidingsprogramma’s te evalueren.

A

differentiële testbatterijen

45
Q

a differentiële testbatterijen
b schoolvorderingentests
c Opleidingen en kennistests
d Persoonlijkheidsvragenlijsten en biografische anamnestische vragenlijsten

.Met behulp van ,,kunnen vergelijkingen worden gemaakt tussen de resultaten van vooropleidingen.

A

schoolvorderingentests

46
Q

a differentiële testbatterijen
b schoolvorderingentests
c Opleidingen en kennistests
d Persoonlijkheidsvragenlijsten en biografische anamnestische vragenlijsten

worden gebuikt om zowel de toekomstige prestaties van een kandidaat te voorspellen als de opleidingsprogramma’s te evalueren.

A

Opleidingen en kennistests

47
Q

Vwerden gebruikt bij identificatie van potentiële psychiatrische patiënten en bij selectie voor bepaalde functies.

A

Persoonlijkheidsvragenlijsten en biografische anamnestische vragenlijsten

48
Q

.De volgende 3 aspecten worden genoemd door de auteurs wat betreft de populariteit van testgebruik:

** het oprichten van testinstituten
** toename van communicatie met betrekking tot tests en testonderzoek (tijdschriften)
** het verschijnen van talrijke handboeken over testgebruik

A
49
Q

Welke obstakels ten aanzien van testontwikkeling waren er vanuit de experimentele psychologie? Verschillen in scores tussen individuen werden als experimenteerfouten beschouwd; complexe cognitieve en intellectuele processen bleven goeddeels buiten beschouwing.
* Ten eerste was het doel van het onderzoek de generaliseerbaarheid van wetten en samenhangen, terwijl afwijkingen en verschillen werden beschouwd als experimenteerfouten.
* Ten tweede bleven de hogere en meer complex cognitieve en intellectuele processen goeddeels buiten beschouwing. … en een nauwkeurige verwerking van de uitkomsten . In dit laatste nu ligt, ironisch genoeg, tevens de remmende invloed van de experimentele psychologie op de testpsychologie.
De verschillen tussen de proefpersonen vond de experimentator eerder vervelend dan boeiend. Men schreef ze toe aan fouten, inherent aan het experimenteerproces, in plaats van aan werkelijke verschillen in vaardigheid tussen proefpersonen.

De remmende invloed van de experimentele psychologie op de testontwikkeling is toe te schrijven aan: Nauwkeurige verwerking van de uitkomsten.

De stimulans van de experimentele psychologie op de testontwikkeling lag in de waarde die in de experimentele psychologie werd gehecht aan: Hogere complexe cognitieve en intellectuele processen.

De Stanford-Binet test voldeed aan twee zeer belangrijke testtechnische eisen. Welke eisen waren dit? Er werden standaardinstructies geformuleerd, zodat vergelijkbaarheid van testscores mogelijk werd, en daarnaast werden normen geconstrueerd, gebaseerd op een representatieve steekproef

A
50
Q
A
51
Q

In de testtheorie staat de vraag naar de betrouwbaarheid van een test centraal. Dit betekent dat er bij de test een normeringsonderzoek moet hebben plaatsgevonden

In de testtheorie staat de vraag naar de validiteit van een test centraal. Dit betekent dat er bij de test een normeringsonderzoek moet hebben plaatsgevonden

A

In de testtheorie staat de vraag naar de validiteit van een test centraal. Dit betekent dat er bij de test een normeringsonderzoek moet hebben plaatsgevonden

52
Q

Het meten kan volgens Stevens plaatsvinden op het niveau van respectievelijk nominale schaal, ordinale schaal, interval schaal en ratio schaal.

Het hoogst voorkomende meetniveau in de psychologie is doorgaans

A

interval niveau

53
Q

Het constateren dat een aantal items goed is, is geen meting maar hoogstens een telling

Het constateren dat een aantal items goed is, is geen telling maar hoogstens een meting

A

Het constateren dat een aantal items goed is, is geen meting maar hoogstens een telling

54
Q

Van meting is al sprake als vanuit de score op een test nog geen conclusie volgt over de eigenschap in kwestie.

Van meting is pas sprake als vanuit de score op een test een conclusie volgt over de eigenschap in kwestie.

A

Van meting is pas sprake als vanuit de score op een test een conclusie volgt over de eigenschap in kwestie.

55
Q

De vorm van het indirect meten doet zich hoofdzakelijk in de psychologie voor.

De vorm van het indirect meten doet zich niet aleen hoofdzakelijk in de psychologie voor.

A

De vorm van het indirect meten doet zich hoofdzakelijk in de psychologie voor.

56
Q

Een vraag over de Osgoodschaal > wat wordt hiermee gemeten ** 3 bipolaire schalen
evaluatie – goed/slecht
activiteit – actief/passief
potentieel – sterk/zwak

A

geen gebruik maken van vragenlijsten. Ten eerste zijn er de ▌Osgood-schalen, volgens de methode van de ▌semantische differentiaal. Hierbij wordt de onderzochte ge vraagd een serie eigenschappen of gebeurtenissen te beoordelen op een aantal dimensies. Ten tweede de Role Construct Repertoire of ▌Rep-test, waarbij standaardpersonen beoor deeld worden op een checklist met adjectieven. Ten derde de Q-technique of ▌Q-sort, een methode waarbij de onderzochte wordt gevraagd een serie uitspraken te sorteren. Men in terpreteert daarbij niet alleen absolute scores, maar vooral afwijking

57
Q

Als we personen of objecten volgens een bepaald principe verdelen in groepen en we kennen aan die groepen een getal ter identificatie toe, dan is dit volgens Stevens een vorm van meten. Voorbeelden zijn het toekennen van rugnummers aan voetballers (de keeper krijgt nummer 1, de vrije verdediger nummer 2, enz.), het onderscheiden van mannen en vrouwen met de getallen 0 en 1, en het onderscheiden van de groepen ‘dyslexie’ (1), ‘concentratiestoornis’ (2), en ‘normaal’ (3). Alleen al categorisering en naamgeving is volgens deze opvatting een vorm van meten

a ordinale schaal
b nominale schaal
c ratio schaal
d interval schaal

A

b

58
Q

. Bekende voorbeelden van inter valschalen zijn de temperatuurschalen van Celsius en Fahrenheit. De temperatuur wordt in eenheden – graden Celsius of Fahrenheit – uit gedrukt. Op de Celsiusschaal is het smeltpunt van

A

d

59
Q

Dit eerste niveau van meten vindt plaats op de

a ordinale schaal
b nominale schaal
c ratio schaal
d intervalschaal

A

a

60
Q

ookwel verhoudingsschaal

a ordinale schaal
b nominale schaal
c ratio schaal
d intervalschaal

A

c

61
Q

Deze schaal heeft eenheden, maar bovendien een absoluut nulpunt. Hierdoor zijn alle rekenkundige bewerkin gen toegestaan. De genoemde vier schalen zijn de hoofdsoorten. Zij geven aan welke numerieke transforma ties zijn toegestaan, namelijk die transformaties die de betekenis van de vergelijking van meetwaarden intact laten. Slechts weinig metingen in de psychologie vinden plaats op een verhoudingsschaal. Overigens vergen de meeste toepassingen hoogstens een intervalschaal en is een ordinale schaal vaak al voldoende.

a ordinale schaal
b nominale schaal
c ratio schaal
d intervalschaal

A

c

62
Q

een psycholoog gebruikt een dubieuze test, waar kan je klagen

A

NIP

Ook al is sommige kritiek niet erg overtuigend, het zou onverstandig zijn de bezwaren te negeren. Sinds 1961 bestaat er dan ook een code voor psychologen, vastgelegd in de NIP-ethiek.
Daarnaast bestaat er sinds 2004 een Algemene Standaard Testgebruik (AST-NIP). De problemen die zich op ethisch terrein voordoen zijn ingewik

63
Q

Wat meet een educational achievement test?
**achterstand van leerlingen en vergelijken scholen

A
64
Q

Tussen WO-II en heden
** vorderingstests maken een vergelijking van de resultaten van de vooropleiding mogelijk, en
opleidings- en kennistests voorspellen toekomstige prestaties en evalueren opleidingsprogram-ma’s.

A
65
Q

De activiteiten van het ETS (Educational Testing Service)?
**De bedoeling van deze non-profit organisatie is tegemoet komen aan het hele Amerikaanse
onderwijs en opleidingsveld wat betreft de onderwijstoelating en –evaluatie.

A