geschiedenis 2.3 Flashcards

1
Q

aanpassingpolitiek

A

de uitgaven van de overheid aanpoassen aan de tergulopende inkomsten: bezuinigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

anschluss

A

de aansluiting in 1938 van oostenrijk bij duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

appeasementpolitiek

A

het niet ingrijpen en wel toegeven aan hitler om de vrede te bewaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

beurskrach

A

een grote plotselinge daling van de koersen van aandelenb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bund deutscher madel

A

jeugdorganisatie van de nazi’s, waarin meisjes leerden hoe ze hun taak als moeder en huisvrouw moestne vervullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

collectivisatie

A

zelfstandige boerderijen werden samengevoegd tot grote gezamenlijke boerderijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

conferentie van munchen

A

een bijeenkomst in 1938 waarbij de leiders van engeland, frankrijk, itralie en duitsland afsrpaken dat hitler sudetenland mocht innemen in ruil voor hitlers beofe om verder de vrede te bewaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dawesplan

A

plan uit 1924 dat inhield dat duitsland goedkope leningen uit de verenigde staten kreeg om zijn economie weer op te bouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dictatuur

A

een manier van regeren waarbbij een persoon of een kleine groep alle macht heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dolkstoorlegende

A

volgens deze legende had duitsland de oorlog verloren, doordat de regering opdracht had gegeven om te stoppen met vechten. die regering stak met die opdracht “een dolk in de rug: van de duitse soldaten, die nog door wilde vechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

economische crisis

A

een periode waarin het slecht gaat met de economie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

fascisme

A

een extreemrechtse politieke beweging die is ontstaan in italie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gelijkschakeling

A

de regering probeerde de gedacthen en het gedrag van de bevolking te controleren en an te passen aan de ideen van de nazi’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gestapo

A

de geheime staatspolitie in nazi-duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

grote terreur

A

de periode van 19434 tot 1938, waarin stalin een schrikbewind voerde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hitlerjugend

A

jeugdorganisatie van de nazi’s, waarin jongens leerden marcheren en met wapens om te gaan. zo werden ze voorbereid op het leger

17
Q

indoctrinatie

A

continu proberen je mening en ideeen aan anderen op te dringen door eenzijdige, partijdige informatie te geven

18
Q

interbellum

A

de periode tussen de twee wereldoorlogen

19
Q

kristalnacht

A

in deze nacht van 9 op 10 november 1938 gooiden nazi’s winkelruiten van joodse eigenaars kapot, staken ze joodse gebedsgebouwen in brand en sloegen ze joden in elkaar

20
Q

lebensraum

A

leefruimte, die hitler wilde krijgen door het duitse grondgebied uuit te breiden ten koste van andere volken

21
Q

NSB

A

nationaalsocialistische beweging, een extreemrechtse politieke partij die in 1931 door anton mussert in nederland werd opgericht

22
Q

nsdap

A

nationaalsocialistische duitse arbeiderspartij, de partij van hitler

23
Q

neurenberger rassenwetten

A

discriminerende wetten uit 1935 tegen joden in duitsland

24
Q

niet-aanvalsverdrag

A

in dit verdrag uit 1939 beloofden duitsland en de sovjet-unie elkaar niet aan te vallen en elkaars tegenstandersbiet te hulp te komen. in een geheim gedeelte van dit verdrag stond dat polen tussen beide landen werd verdeeld

25
Q

persoonsverheerlijking

A

een mens als een soort god vereren

26
Q

rassenleer

A

het idee dat er verschillende rassen zijn en dat het ene ras beter is dan het andere

27
Q

republiek van weimar

A

de duitse republiek met een democratische grondwet, ie in 1919 is uitgeroepen in het stadje weimar

28
Q

SA

A

knokploegen met de taak om de bevolking en politieke tegenstanders in nazi-duitsland te intimideren

29
Q

showproces

A

een rechtszaak waarbij de negatieve uitkomst van tevoren al vaststaat

30
Q

SS

A

in het begin een soort lijwacht om belangrijke partijleden (hitler) te beschermen

31
Q

stalinisme

A

het communisme in de sobjet-unie onder stalin werd naar hem vernoemd

32
Q

strafkampen

A

kampen in de sovjet-unie waar mensen die zich verzetten tegen de communistische regering of de collectivisatie, dwangarbeid moesten verrichten

33
Q

totalitaire staat

A

een staat waarin het leven van de inwoners volledig wordt beheerst door de staat

34
Q

vijfjarenplannen

A

plannen waarin staat wat en hoeveel er in 5 jaar geproduceerd moet worden