Gezondheidszorg voor verschillende leeftijdsgroepen Flashcards

1
Q

Prenatale zorg, definitie, facetten

A

De zorg die een vrouw ontvangt vanaf het moment dat ze weet dat ze zwanger is tot aan de geboorte.

Drie facetten:

  • medische controle
  • voorbereiding op de bevalling
  • voorbereiding op de zorg voor het kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Medische controle, doel, uitvoering, wanneer controle, welke controles

A

Gezondheidsproblemen vroegtijdig herkennen en behandelen.

Door verloskundige of huisarts, bij verwachte problemen door gynaecoloog.

10-24 weken: 1x / maand
24-32 weken: 1x / 3 weken
32-36 weken: 1x / 2 weken
36- weken: 1x / week

Kijken naar ligging en groei van kind door de fundusstand te meten (hoogte van de bovenkant van de baarmoeder in de buik), bloedgroep en resusfactor moeder, bekkenomvang, aanwezigheid ziekten bepalen.

Verdere onderzoeken:
- echoscopie
- structureel echoscopisch onderzoek (SEO), kijken naar ontwikkeling organen van het kind
- vruchtwaterpunctie (amnionpunctie, tussen 14-16 weken)alleen indien men ernstige erfelijke afwijkingen verwacht, vaak bij vrouwen boven 36 jaar
- vlokkentest, enkele vlokken van buitenste vruchtvlies opgezogen, onderzoeken op afwijkingen (kan al in 8e week)
(met vruchtwaterpunctie en navelstrengpunctie meer afwijkingen opsporen dan met vlokkentest)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorbereiding op bevalling en zorg voor het kind

A

Bevalling kan thuis of in ziekenhuis. Bij verwacht niet normaal verloop bevalling dan altijd in ziekenhuis. kraamzorg voor thuisbevalling moet tijdig worden aangevraagd bij organisatie voor kraamzorg, thuiszorgorganisatie met kraamzorg of particulier bureau.

Cursussen en themabijeenkomsten.

Zwangerschapsgymnastiek, yoga, haptonomie.

Aanstaande ouder cursussen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Natale zorg, definitie, uitvoering, Apgar-score

A

De zorg tijdens de bevalling.

Thuisbevalling door verloskundige of huisarts. Poliklinische of verplaatste thuisbevalling door verloskundige (wel in ziekenhuis). Klinische of ziekenhuisbevalling door gynaecoloog.

Apgar-score: 2x gemeten (meteen na geboorte en na 5 minuten), kind gecontroleerd op kleur, ademhaling, hartactiviteit, spierkracht en reflexen.

Nageboorte (placenta en vliezen) wordt gecontroleerd of deze compleet is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kraamzorg, indicatie

A

Begint zodra het kind geboren is. Bij ziekenhuisbevalling begint de kraamzorg op het moment dat moeder en kind thuis zijn. Eindigt normaal 8 dagen na de bevalling.

Sinds 2006 wordt de omvang van de kraamzorg bepaald door een landelijk indicatieprotocol. Indicatie wordt op 3 momenten gesteld: tijdens zwangerschap, kort na de bevalling, 3e of 4e dag van de kraamtijd.

Valt onder het basispakket van de zorgverzekering.

Landelijk indicatieprotocol is opgesteld door KNOV (koninklijke nederlandse organisatie verloskundigen), BTN (branchebelang thuiszorg nederland), Z-org (organisatie van zorgondernemers), Sting, ZN (beroepsvereniging van zorgverzekeraars nederland)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kraamzorg en mantelzorg, welke taken, praktijk, kraamzorg op maat

A

Mantelzorg zelf regelen, is voor huishoudelijke taken enz., kraamverzorgende zorgt voor de taken die direct met de baby en de vrouw te maken hebben.

Op 3 momenten gekeken welke zorg nodig is (indicatie) door intaker, herindicatie is mogelijk, kraamzorgdossier: hierin staat precies welke kraamzorg er wordt verleend en waarom.

Kraamzorg normaal 49 uur, kan van worden afgeweken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zuigelingenzorg, definitie, door wie, voorbeelden

A

De zorg voor het kind vanaf de tiende dag na de bevalling tot de eerste verjaardag of twee maanden erna. Wordt verzorgd door de afdeling Ouder- en kindzorg (soms jeugdgezondheidszorg genoemd) van de regionale thuiszorgorganisaties.

Voorbeelden:

  • hielprik
  • zuigelingenhuisbezoek
  • consultatiebureaubezoeken
  • rijksvaccinatieprogramma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hielprik, door wie, wanneer, welke ziekten gecontroleerd

A

Bloedafname bij het kind bij de hiel.

Door verpleegkundige van de thuiszorg (of van de GGD).

Rond de 6e dag na de bevalling.

Bloed wordt onderzocht op 18 zeldzame stofwisselingsziekten, o.a. fenylketonurie (PKU) en congenitale hypothyreoïdie (CHT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zuigelingenhuisbezoeken, wanneer, door wie, doel

A

Ongeveer 2 weken na de geboorte.

Door verpleegkundige van het consultatiebureau.

Ouders krijgen het Groeiboek om de ontwikkeling van het kind bij te houden, ze krijgen advies en voorlichting over veiligheid en vitamine K geven bij borstvoeding, verder spreken over verzorging, voeding en ervaringen met de baby.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Consultatiebureaubezoeken, wie werken er, wat wordt onderzocht, welke testen

A

Er werken CB-teams, deze bestaan uit een CB-arts, een verpleegkundige Ouder- en kindzorg en een CB-assistente.

95-98% van de ouders bezoekt het CB.

Regelmatig meten en wegen, lichamelijke problemen tijdig opsporen.

CB-arts behandelt niet, maar verwijst.

Oogonderzoek (scheelzien) en gehooronderzoek, rond de 9e maand.

Inentingen verzorgen.

tegenwoordig oto-acoestische emissies test (OAE test) als gehoortest, bij een paar weken oud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rijksvaccinatieprogramma, welke inentingen en wanneer

A

2 maanden: eerste inenting DaKTP (difterie, kinkhoest, tetanus, poliomyelitis), haemophilus influenzae type B (HiB, hersenvliesontsteking), HepB en pneumokokken.

3 maanden: tweede DaKTP, HiB, HepB en pneumokokken.

4 maanden: derde DaKTP, HiB, HepB en pneumokokken.

11 maanden vierde DaKTP, HiB, HepB en pneumokokken.

14 maanden: eerste BMR (bof, mazelen en rubella) en meningokokken C

4 jaar: vijfde DaKTP

9 jaar: zesde DaKTP, tweede BMR

12 jaar: meisjes: HPV (humaan papillomavirus)

Kinderen waarvan de moeder HepB besmet is krijgen binnen 48 uur na geboorte een HepB-vaccinatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kleuterzorg, definitie, wat doen ze

A

Volgt op zuigelingenzorg (1 jaar of 1 jaar en 2 maanden) tot het kind 4 jaar is.

Verpleegkundige brengt huisbezoeken en vertelt over kleuterconsultatiebureau/peuterbureau. Dit wordt 4 of 5 keer bezocht en dan wordt gekeken naar de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling.

Afdeling Ouder- en kindzorg organiseert preventie- en voorlichtingsactiviteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Jeugdgezondheidszorg, 3 onderdelen

A
  • schoolgezondheidszorg
  • schoolbegeleidingsdienst
  • schoolmaatschappelijk werk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Schoolgezondheidszorg, wie voert het uit, wat onderzocht

A

Schoolarts, niet behandelen, alleen verwijzen, samen met assistente en verpleegkundige.

Volledig onderzoek: afwijkingen van ogen en oren, vergroeiingen van de rug, inwendige afwijkingen, platvoeten, het beginstadium van een bepaalde ziekte, een sterke overvoeding of een slechte algehele conditie.

Ouders krijgen voor het onderzoek een kaart met vragen en nemen een flesje urine van het kind mee.

Schoolarts geeft inentingen, geeft advies over de reinheid van schoolgebouwen en omgeving, heeft contact met jeugdafdeling van ggz, maatschappelijk werk, schooladvies of schoolbegeleidingsdienst en huisartsen in de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Schoolbegeleidingsdienst, doel, wie werken er

A

Doel: bewerkstelligen dat het kind passend onderwijs krijgt.

Kinderen worden op verschillende leeftijden getest, op grond van die tests kan worden geadviseerd over plaatsing op een andere school en de keuze van het vervolgonderwijs, extra begeleiding voor kinderen met speciale leermoeilijkheden, advies voor ouders en leraren over aanpak van kinderen met leermoeilijkheden.

Er werken psychologen, pedagogen, remedial teachers, ervaren leerkrachten en maatschappelijk werkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Schoolmaatschappelijk werk, doel, wanneer van toepassing

A

Schoolmaatschappelijk werk biedt hulp bij vragen over en problemen bij onderlinge relaties tussen leraren, ouders en kinderen.

Kortdurende hulpverlening (is langer nodig dan verwijzing, bijv. bij alcohol- en drugsproblemen en psychiatrische problemen).

Kan worden ingeschakeld bij gedragsproblemen van het kind op school (veel ruzie, geen contact met klasgenoten), bij vermoeden van problemen thuis (scheiding, mishandeling, bedplassen). Kan ook door ouders worden ingeschakeld bij terugkerende conflicten thuis.

17
Q

Volwassenenzorg, 2 onderdelen

A
  • bedrijfsgezondheidszorg door arbodienst

- bevolkingsonderzoek

18
Q

Arbo, jaartal, doel wet, bedrijfsgezondheidsdienst, wie werk er, taken

A

1980 Arbowet

Arbowet moet de veiligheid, gezondheid en het welzijn van werknemers bevorderen. Werkomgeving moet niet alleen lichamelijk gezond zijn, maar ook sociaal en geestelijk gezond. Werkgever heeft verplichting te zorgen voor een gezonde werkomgeving en moet voorlichten over eventuele gevaren en maatregelen. Werknemer heeft verplichting maatregelen op te volgen.

Bedrijfsgezondheidsdienst:
Wie werken er: bedrijfsartsen, bedrijfsverpleegkundigen, adviseurs op gebied van organisatie, ergonomen (werkhouding en kwaliteit van werkomgeving).

Taken:

  • verrichten aanstellingskeuringen
  • periodiek onderzoek van werknemers
  • verlenen eerste hulp
  • stimuleren risico- en ongevallenpreventie
  • onderzoeken van klachten die bij werk kunnen ontstaan en eventueel maatregelen nemen
  • ziekteverzuimbegeleiding
  • deelname bedrijfsarts aan overleg van sociaal-medisch team
  • mogelijkheid tot consulteren van bedrijfsarts door werknemers
19
Q

Bevolkingsonderzoek, doel, voorbeelden

A

Onderzoek naar de aanwezigheid van een bepaalde ziekte in een bepaalde bevolkings- of leeftijdsgroep.

Voorbeelden:

  • hielprikje bij baby’s
  • uitstrijkje voor baarmoederhalskanker
  • borstkanker onderzoek
  • onderzoek in bepaalde regio naar meer of minder voorkomen van een bepaalde ziekte
20
Q

Ouderenzorg, doel, vergrijzing, senioren/hoogbejaarden, voorzieningen

A

Doel van ouderenzorg is oudere mensen in staat te stellen zo zelfstandig mogelijk te blijven functioneren in het eigen leefmilieu.

Vergrijzing is het proces waarbij het geboortecijfer daalt en de ouderen ouder worden en dus het percentage ouderen in de bevolking toeneemt.

Senioren 60 tot 78 jaar
Hoogbejaarden > 78 jaar
Overeenkomst tussen beide: verminderde flexibiliteit, toenemende kwetsbaarheid, veranderde sociale positie, veranderd levensperspectief t.o.v. volwassenen.

Voorzieningen:
Gecoördineerd ouderenwerk, Kruiswerk/Thuiszorgorganisatie, Particuliere thuiszorg, Dienstencentra, Dagverzorging, Vrijwilligersorganisaties, Woon- en zorgvormen.

21
Q

Gecoördineerd ouderenwerk, doel, 6 functies

A

Doel: via samenwerking tussen instanties die geheel of ten dele voor ouderen werkzaam zijn, zorgen voor samenhangende voorzieningen. Daarbij wordt gestreefd naar afstemming op de wensen en behoeften van ouderen.

6 Functies;

  • Coördinatie (afstemmen van verschillende voorzieningen)
  • Organisatie (inventariseren behoeften ouderen aan voorzieningen)
  • Ontwikkeling (ontwikkelen samenwerkingsverbanden tussen instellingen)
  • Service
  • Advies
  • Informatie
22
Q

Thuiszorgorganisaties, doel, aanbod, alarmering, particuliere thuiszorg

A

Doel: mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen.

Aanbod: huishoudelijke hulp, verzorging en verpleging thuis, hulpmiddelen, verpleegartikelen.

Personenalarmering: spreek/luisterverbinding, 1 druk op knop verbinding maken met telefooncentrale van de thuiszorgorganisatie.

Particuliere thuiszorg: bieden persoonlijke en huishoudelijke zorg, vaak met schoonmaakbedrijven.

23
Q

Dienstencentra, dagverzorging, vrijwilligersorganisaties

A

Dienstencentra: ouderen kunnen terecht voor recreatie, cursussen, maaltijden, informatie, administratieve dienstverlening, praktische hulp en bewegingsactiviteiten. De unie van vrijwilligers heeft het opzetten van dienstencentra sterk gestimuleerd.

Dagverzorging: bedoeld voor mensen met een lichamelijke handicap die zich erg alleen voelen, voor mensen die door hun handicap een belasting vormen voor hun partner of familie, voor ouderen die problemen hebben met hun geheugen, eenzaam zijn en dergelijke. Vindt 1 of meer dagen per week plaats in een speciale ruimte in een verzorgingshuis of zorgcentrum.

Vrijwilligersorganisaties: Bijv. Unie Van Vrijwilligers doen huisbezoeken aan eenzame ouderen, tafeltje-dek-je, Vrijwillige Thuiszorg, soms bij terminale thuiszorg, burenhulp.

24
Q

Woon- en zorgvormen, voorbeelden

A

Bieden verschillende mate van zorg- en dienstverlening.

  • groepswonen
  • bejaarden- of seniorenwoningen
  • serviceflats
  • woon-zorgcomplexen
  • aanleunwoningen
  • verzorgingshuizen
  • verpleeghuizen
25
Q

Groepswonen, bejaarden- of seniorenwoningen, serviceflats, woon-zorgcomplexen

A

Groepswonen: om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, iedereen heeft een eigen ruimte en kan bezigheden samen doen met andere bewoners, zoals koken, huishouden, de tuin.

Bejaarden- of seniorenwoningen: speciaal voor ouderen gebouwde woningen, gelijkvloers, kleine afstanden, huur.

Serviceflats: Huren of kopen met bepaalde service van diensten en voorzieningen, bevat zowel zaken als personen.

Woon-zorgcomplexen: herbergt appartementen en verschillende gemeenschappelijke ruimten.

26
Q

Aanleunwoningen, verzorgingshuizen

A

Aanleunwoningen: bedoeld voor zelfstandig wonende ouderen die zijn aangewezen op een bepaalde mate van zorg- en dienstverlening. Er is een medische en/of sociale indicatie vereist. Servicepakket, huur.

Verzorgingshuizen: voor als thuis wonen niet meer mogelijk is, indicatie vanuit CIZ nodig. Elke bewoner heeft eigen woonruimte en er zijn gemeenschappelijke voorzieningen als: maaltijdverstrekking, hulp bij huishouden en verzorging, alarmeringssystemen, recreatiemogelijkheden, sociaal-culturele activiteiten, bewegingsactiviteiten, groepsverzorging, tijdelijke opname.

27
Q

Verpleeghuizen, taken, opname door, soorten verpleeghuizen, groepen patiënten

A

Bedoeld voor mensen die niet zelfstandig kunnen functioneren.

Taken: verzorging, verpleging, begeleiding, reactivering, revalidatie, observatie, terminale zorg.

Opname door:

  • door een ziekte niet meer voor zichzelf kan zorgen
  • in het geheel niet voor zichzelf kan zorgen
  • aan chronische ziekte leidt en 24 uur/dag hulp nodig heeft
  • door ziekte of ongeval functies heeft verloren en gerevalideerd moet worden
  • om huisgenoten te ontzien

Soorten verpleeghuizen:

  • somatische, lichamelijke aandoening
  • psychogeriatrische, geestelijke aandoening
  • gecombineerde, zowel lichamelijke en geestelijke aandoening

Groepen patiënten:

  • Langdurig zieken, chronische patiënten
  • Terminale patiënten, zullen binnenkort sterven
  • Tijdelijke patiënten
  • Revalidatiepatiënten, voor fysio, ergo of logopedie nodig hebben
28
Q

Dagbehandeling in verpleeghuizen, mogelijkheden

A

Hulpontvanger woont thuis, een of meer dagdelen per week in verpleeghuis, maximaal 6 maanden, op indicatie kan verlenging.

Mogelijkheden:

  • Somatisch, voor mensen met lichamelijke klachten
  • Psychogeriatrisch, voor mensen met dementie, gedragsstoornissen of depressiviteit