Godsdienst Flashcards
(60 cards)
Vraag1: waarom wordt ‘Bijbel’ met een hoofdletter geschreven?
Omdat de Bijbel een heilig boek is en heilige boeken worden met een hoofdletter geschreven.
Vraag2: welke soorten teksten vinden we in de Bijbel terug?
Verhalen, liederen, gebeden, brieven, wetten.
Vraag3: van wie is de Bijbel het heilig boek?
Van de Christenen .
Vraag4: de Bijbel is het verhaal van wie met wie?
De joden met de christenen
Vraag5: hoeveel boeken bevat de bijbel?
De Bijbel bevat 73 boeken.
Vraag6: geef de twee grote delen in de bijbel?
Het oude testament en het nieuwe testament.
Vraag7: hoeveel boeken telt elk deel?
.
Het oude testament: 46 boeken het nieuwe testament: 27 boeken
Vraag8: op welke manier zijn de verhalen uiteindelijk in de Bijbel terecht gekomen?
Ze werden eerst mondeling doorverteld en daarna opgeschreven. Later hebben andere schrijvers de teksten herwerkt en samengebundeld.
Vraag9: waarover gaat het Oude testament?
We lezen hun geloofsgeschiedenis hoe ze zich moeten gedragen t.o.v. God.
Vraag10: geef een synoniem voor geloofsgeschiedenis?
Geloofsmythe
Vraag11: in welke taal werd het OT geschreven?
Het is voornamelijk geschreven in het Hebreeuws.
Vraag12: waarmee eindigt het eerste of oude testament?
Het OT eindigt met het optreden van Johannes de doper die de geboorte aankondigt van een redder.
Vraag13: Wat zijn apocriefen?
Apocriefen zijn teksten die niet in de Bijbel zijn opgenomen.
Vraag14: toon met voorbeeld aan dat de verhalen in de Bijbel in een andere tijd en cultuur zijn ontstaan?
Het OT werd geschreven in het Hebreeuws en het NT in het Grieks, Bijbelteksten moesten dus vertaald worden.
Welk gevolg heeft dit voor het lezen van de verhalen nu?
Nu kan je de Bijbeltekst letterlijk toepassen op een probleem van vandaag.
Bij welke godsdienst en in welk boek vinden we dezelfde inhoud terug als een deel van ons OT?
De joden en het boek: het grote romeinse rijk.
Vraag16: Waarmee start het tweede of nieuwe testament?
Het nieuwe testament start met het verhaal van Jezus en zijn volgelingen.
Vraag17: uit welke 4 grote delen bestaat het nieuwe testament?
De evangeliën, handelingen, brieven, de openbaring.
Vraag18: geef de 4 evangelisten?
Marcus, Matteüs, Lucas en Johannes.
Vraag19 : wat weet je over de evangelisten?
Ze leefden niet samen met Jezus, ze hebben Jezus niet gekend.
En ze hebben pas zoveel jaren na Jezus zijn dood de vertelde verhalen die de ronde deden opgeschreven.
Vraag20: geef een ander woord voor openbaring en door wie werd het geschreven?
Apocalypsen en het werd geschreven door Johannes.
Vraag21: Welk deel in het NT gaan over jezus en welke delen gaan over ‘Jezus’ volgelingen?
Jezus: Evangeliën ‘jezus’ volgelingen: handelingen, brieven, openbaring
Vraag22: leeftijd waarop hij de boodschap van god begon te vertellen?
Ongeveer 30jaar
Vraag23: zijn belangrijkste keerpunt in zijn leven?
Toen het hele volk zich liet dopen